Roddelen: hoe het werkt in de hersenen
Roddelen, waarbij mensen worden beschadigd, is iets waar iedereen zich weleens schuldig aan maakt. Angst, agressie en hiermee samenhangend jaloezie, afgunst en aandacht zoeken, blijken belangrijke oorzaken te zijn. Tegen roddels kun je je moeilijk verweren. Waarom en hoe wordt geroddeld heeft te maken met processen in het brein. Inzicht in deze processen biedt perspectief om er mee te leren omgaan.
Roddelen als onplezierig en schadelijk
Als men roddelt dan worden gebeurtenissen en/of eigenschappen over een of meerdere personen verteld die onplezierig en/of schadelijk voor hen zijn. Het betreft vooral
negatieve informatie. Die informatie blijkt over het algemeen goed te worden onthouden.(1,2) Kenmerkend voor roddelen is het beaccentueren, zelfs vaak overdrijven, van bepaalde gebeurtenissen of eigenschappen die dikwijls uit het verband zijn getrokken of zelfs niet waar zijn. De roddelende persoon kan zelf onjuiste feiten (nepfeiten) zo sterk naar voren brengen dan het voor de roddelende persoon zelf de ‘waarheid’ wordt.
Onderzoek laat zien dat roddelen ook een
positieve kant heeft. Roddelende personen in een groep blijken vooral bij te dragen aan de versterking (cohesie) van een groep.(3) Sommige hersengebiedjes en verbindingen blijken bij roddelen op een bepaalde wijze te werken. Hoe werkt dit voor roddels waarbij negatieve informatie wordt verspreid?
Roddelen en werking van het brein
Ieder mens ontwikkelt, onder invloed van vooral omgevingsfactoren, een
eigen kijk op de wereld. Bepaalde gebiedjes in het brein, die al in aanleg aanwezig zijn, worden verder ingekleurd door omgevingsinvloeden. Als bepaalde hersengebiedjes of verbindingen ertussen niet goed werken dan heeft dat invloed op hoe men naar de wereld kijkt.
Gevoelens overheersen
Als bepaalde hersengebiedjes te sterk of te zwak zijn of als de verbindingen ertussen niet goed werken dan kunnen angst- en agressiegevoelens gaan overheersen. Roddelen kan hiervan een uiting zijn.
Angst- en agressiegevoelens zijn te sterk
Als bijvoorbeeld het
hersengebiedje van gevoelens (amygdala) zich kenmerkt door sterke angst- of agressiegevoelens dan zal bij de kijk op de wereld deze gevoelens een sterke rol spelen. Deze gevoelens kunnen wel onder controle worden gehouden met behulp van een ander hersengebiedje. Dat is het
gebiedje waar het denken en afremmen van gevoelens zetelt (in de voorkant van de hersenen, de prefrontale cortex).(3) Als dit gebiedje echter minder sterk is dan worden sterke angst- of agressiegevoelens niet voldoende afgeremd waardoor de kijk op de wereld door deze gevoelens sterk wordt beïnvloed.
Jaloezie, afgunst en behoefte aan aandacht kunnen aan agressie- en angstgevoelens ten grondslag liggen. Deze gevoelens zijn dan niet volledig onder controle. Het kan leiden tot agressief handelen. In dat geval wordt het rem- en denksysteem nog nauwelijks gebruikt. Als dit systeem nog wel kan worden ingezet dan kan men eigenschappen van anderen of gebeurtenissen zo gaan veranderen dat ze niet meer overeenkomen met de waarheid. Dat kan leiden tot de agressieve roddel waarbij de roddelende persoon vertelt wat voor hem of haar het meest gunstig is.
Verbindingen tussen de hersengebieden werken niet goed
Niet alleen de sterkte of zwakte van de hersengebiedjes kunnen problemen veroorzaken maar ook de
verbindingen (neuronendraden) ertussen kunnen verstoord zijn. Als bijvoorbeeld de verbinding tussen het gevoelsgebiedje en het remgebiedje niet goed werkt dan kan ook het denk- en remsysteem je gevoelens niet of onvoldoende onder controle houden. Gevoelens hebben dan sterk de overhand.
Als er weinig gevoelens zijn
Er zijn ook mensen die juist een weinig ontwikkeld gevoelsgebiedje hebben. Zij kunnen heel
rationeel naar gebeurtenissen en eigenschappen van anderen kijken zonder gevoelens en inlevend vermogen. Zij creëren een eigen waan (werkelijkheid) en zullen er niet voor schromen onwaarheden te vertellen om hun doel te bereiken. We zien dat bij mensen met psychopathische kenmerken (bijvoorbeeld narcisten).(3) Zij kunnen feiten zo verdraaien dat hun roddels anderen ernstig kunnen beschadigen.
Pesten van anderen, die hierdoor radeloos worden, kan hiertoe worden gerekend.
Als hersenstofjes worden geactiveerd
Als de toehoorder positief reageert op de roddel van de roddelaar dan krijgt de laatste plezierige gevoelens. De positieve reactie van de toehoorder werkt belonend.
In een in 2017 gepubliceerd onderzoek onder 22 studentes, van de universiteit van Pavia, die een roddelgesprek en een neutraal gesprek ondergingen, bleek dat bij het roddelgesprek het hersenstofje oxytocine sterk toenam. Bij het neutrale gesprek was dat niet het geval.(4)
Oxytocine, ook wel het knuffelstofje genoemd, speelt een belangrijke rol bij sociale contacten die plezierig zijn. Een hoog oxytocinegehalte wordt geassocieerd met een gevoel van vertrouwen en verbondenheid. Een ander hersenstofje,
dopamine, zorgt voor een belonend gevoel. Als de roddel goed wordt ontvangen dan kan het belonend effect dusdanig zijn dat de roddelaar het verhaal gaat uitvergroten en verdraaien om te bereiken dat de ander hierop nog positiever reageert. In het brein van de roddelaar wordt dan nog meer oxytocine en dopamine aangemaakt.
In een groep waar geroddeld wordt, zal een roddelbijdrage de
groepscohesie versterken. Het oxytocine- en dopamineniveau zal – als de roddelbijdrage positief wordt ontvangen – worden verhoogd. Het heeft ook te maken met het creëren van een
vijandbeeld. Om dit beeld, vanwege de groepscohesie, in stand te houden wordt niet geaarzeld feiten te verdraaien en overdrijving toe te passen.
Voorbeelden van roddelen vanuit hersenwerking
Door hersenwerking kan, zoals we zagen, de kijk op de wereld en de ander op een bepaalde wijze plaatsvinden. Feiten kunnen onjuist worden weergegeven, verzonnen en/of uitvergroot. Een gepassioneerde roddelaar kan zelfs gaan geloven in de eigen verzonnen of verdraaide feiten. Dat wordt versterkt als de roddel positief wordt ontvangen door degene aan wie de roddel wordt verteld. Hieronder volgen enkele voorbeelden waarbij gevoelens een sterke rol spelen.
Roddelen met onbewezen feiten
- Jaloezie: Arib (18 jaar) geëmotioneerd tegen vriend Johan: "Carlo heeft het vast al met Joan gedaan." Johan: "Hoe weet je dat?" Arib: "Dat kun je wel nagaan, hij is altijd bij haar." (Arib heeft verliefde gevoelens voor Joan.)
- Afgunst: "Ik snap niet dat de buren van verderop het leuk vinden om met de caravan op vakantie te gaan. Er gebeuren altijd ongelukken met die dingen (onjuist feit). Als je thuis blijft heb je alles bij de hand. Maar ja, ze moeten zo nodig ieder weekend maar met dat ding weg (onjuist feit). Moet je eens zien hoe hun tuin er bij ligt: a- sociaal. Ik vind het maar niets."
- Agressie: De Amerikaanse president Trump werd, voordat hij president werd, geïnterviewd door Fox-presentatrice Megyn Kelly op een wijze die hij niet leuk vond. Trump zei twee weken later tijdens een debat dat ze volgens hem menstrueerde en daarom zo fel op hem reageerde.
Roddelen door uitvergroting
- Pesten: "Heb je de nieuwe schoenen van Mark gezien, het lijken wel piposchoenen. Die man weet echt niet hoe hij zich moet kleden, hij past hier niet." (Kantoorbediende lacherig tegen een collega over een collega.)
Roddelen door onjuiste feiten en uitvergroting
- Jaloezie: "Chera gaat met Ron. Ik snap niet wat ze in hem ziet. Zo'n nerd met zijn flaporen." (Gesprek vijftienjarige jongen, die een blauwtje liep bij Chera, tegen vrienden.)
- Angst: "Hij moet weer zo nodig iets voor de klas vertellen, echt een uitslover, ik ben liever een beetje gewoon, ik hou me wel rustig." (Faalangstige leerling tegen andere leerling.)
Een voorbeeld waarbij gevoelens nauwelijks een rol spelen
De Amerikaanse onderzoeker Raine maakt in zijn boek 'Het gewelddadige brein' gewag van pathologische leugenaars waarbij hun prefrontale cortex zo sterk is dat ze gevoelens volledig onder controle kunnen houden.(5) Ze vertellen gebeurtenissen of eigenschappen over een ander als waar. Roddelaars met deze eigenschap deinzen er niet voor terug om de werkelijkheid zo te vertellen dat zij er zelf beter van worden. Een voorbeeld:
Binnen het bedrijf waar M. werkt komt een hogere functie vrij. M. wil erop solliciteren, maar een collega ook. M. vertelt over de collega dat hij hem al eens betrapt heeft op frauduleuze handelingen. Dit heeft hij nog nooit verder verteld. Nu er een hogere functie vrijkomt vindt hij dat hij het wel moet vertellen. M. vertelt aan iedereen op de werkvloer dat de collega niet betrouwbaar is. Nader onderzoek wijst uit dat wat M. vertelt niet waar is. Maar de roddel heeft zijn werk gedaan. De collega wordt nu anders bekeken.
Hoe hiermee omgaan?
Tegen roddelen kun je je moeilijk verdedigen. Het speelt zich immers achter je rug af. Je kunt er heel veel last van hebben. Het kan zelfs zo zijn dat de roddel over je zo sterk is dat je er zelf in gaat geloven. Je kunt je er zelfs naar gaan gedragen. Bijvoorbeeld de roddel in een dorp over een man waarvan het verhaal ging dat hij op andere mannen viel. De roddel was zo sterk dat de persoon in kwestie ging daten om een vriendin te zoeken, hoewel hij hier helemaal geen behoefte aan had. Hij probeerde zo van de roddel af te komen.
Enkele mogelijkheden om je te weren tegen roddel:
- De roddel tegenspreken door met juiste feiten te komen waar men niet omheen kan.
- Met de roddelaar(s) in gesprek te gaan en deze te vertellen dat de werkelijkheid anders ligt en dat je last van de roddel hebt.
- De roddel ontkrachten door juist het tegenovergestelde te laten zien.
- De roddel in de humoristische sfeer te trekken. "Zeggen ze dat van mij? … natuurlijk klopt het, ik zal je vertellen dat het nog erger is, …" (je gaat het nu zo overdrijven dat de roddel belachelijk wordt).
- Negeren.
- Jezelf en anderen inzicht te geven in mogelijke hersenprocessen van de roddelaar en van hieruit te verklaren waarom de roddelaar tot de roddel komt (jaloezie, afgunst, aandacht vragen e.d.).
- Ook over de roddelaar(s) gaan roddelen. Je geeft een koekje van eigen deeg. Het probleem is echter dat het kan escaleren.
Slot
Waarom en hoe mensen roddelen, speelt zich af in de hersenen. Het betreft vooral een storing in het brein in en tussen het gevoelsgebiedje (amygdala) en het denk- en remgebiedje (in de prefrontale cortex). Angst- en agressiegevoelens kunnen de overhand krijgen. Inlevende gevoelens kunnen er niet of nauwelijks zijn. Gebeurtenissen of eigenschappen van een ander kunnen zo worden uitvergroot of onjuist worden weergegeven dat de waarheid geweld wordt aangedaan. Gericht op de persoon kan het leiden tot ernstige beschadiging. Inzicht in hoe het werkt en enige handreikingen kunnen helpen om zich tegen dit soort roddels te wapenen.