Bindingsangst en verlatingsangst
Bindingsangst en verlatingsangst worden niet vaak in dezelfde context genoemd. Veel mensen weten niet dat het wel twee kanten van dezelfde medaille zijn. Bindingsangst treedt vaak op voordat er een relationele verbinding werkelijk tot stand kan komen. Maar wanneer er eenmaal sprake is van een verbinding tussen twee personen, zal de bindingsangst zomaar kunnen omspringen in verlatingsangst. Zo'n 17% van de mensen binnen onze Westerse maatschappij kampen met bindings- en verlatingsangst. Zowel bindingsangst als verlatingsangst kunnen een relatie ernstig onder druk zetten. Hoe ontstaat het? En hoe kun je er mee omgaan?
Het ontstaan van bindingsangst en verlatingsangst
Kinderen hebben vanaf hun geboorte een natuurlijke behoefte om zich in de buurt van hun ouders te begeven, zodat hun ouders hen kunnen voorzien van bescherming, geborgenheid, steun en liefde wanneer zij het nodig hebben. Hoe de ouders daadwerkelijk omgaan met deze natuurlijke behoefte van hun kind, heeft grote gevolgen voor de ontwikkeling van het kind.
Wanneer de ouders het kind niet voorzien in zijn emotionele behoeftes of het kind niet kunnen steunen of geruststellen bij het ervaren van zogenaamde 'negatieve' emoties en daarop reageren met afwijzing of straf, zal het kind afleren om zijn ouders te vragen om aandacht, steun, geborgenheid en warmte. Het kind leert op deze manier niet om met negatieve emoties om te gaan en zal geneigd zijn de negatieve emoties weg te maken. Dit copingmechanisme werkt goed zolang het kind neutrale of positieve emoties ervaart. Want wanneer het kind negatieve emoties ervaart, is het gewend afgewezen te worden. Dus zolang het kind positieve of neutrale emoties ervaart, zal het kind afwijzing en verlating kunnen voorkomen bij familie, in vriendschappen en relaties. Het kind zal dan ook leren dat het alleen positieve of neutrale emoties mag hebben om een veilige band met iemand te creëren. Dat is de boodschap die het kind uit het zijn jeugd heeft gehaald.
Wanneer het volwassen kind echter een band aangaat met een ander persoon, zal het dezelfde gevoelens ervaren in contact met de andere persoon: positieve en neutrale emoties zijn goed en zorgen ervoor dat er van het volwassen kind gehouden wordt. Negatieve emoties zorgen voor verlating en afwijzing.
Hoe hechter de band is die een persoon met een andere persoon aangaat, hoe groter het risico is om gekwetst te worden en om binnen de relatie negatieve emoties te ervaren. En dus op afwijzing. Hierdoor worden hechte relaties vaak uit de weg gegaan. De afwijzing die het volwassen kind gedurende zijn jeugd heeft ervaren, is zo heftig en traumatisch, dat het volwassen kind dit niet graag weer zal beleven. Bindingsangst is geboren.
Negatieve emoties: van bindingsangst naar verlatingsangst
Wanneer iemand met bindingsangst negatieve emoties ervaart, gebeurt er iets in de hersenen. Er vindt dan als het ware een soort van automatische kortsluiting plaats, waarna intern blinde paniek plaatsvindt. De persoon kan niet meer helder nadenken en zal ervaren dat hij afgewezen wordt op zijn emoties. Hij zal vervolgens het trauma ervaren van verlating omdat hij negatieve emoties heeft en zal zichzelf hierop afwijzen. Ook als de afwijzing in werkelijkheid niet plaatsvindt. Je zou kunnen zeggen dat wanneer iemand met bindingsangst negatieve emoties ervaart, er eigenlijk op dat moment enorme verlatingsangst plaatsvindt. Immers de ouders 'verlieten' het kind ook als het deze emoties ervoer. Het kind heeft geleerd dat het geen bestaansrecht heeft wanneer het negatieve emoties ervaart. Deze angst die dan bovenkomt gaat zo diep dat er op dat moment twee mogelijke reacties zijn in gedrag: vechten (en vastklampen) of vluchten (en vermijden).
Vechten/vastklampen
Bij het vechten zal een persoon die lijdt onder bindings- en verlatingsangst geneigd zijn te vechten voor wat hij waard is binnen de relaties die hij (of zij) heeft en waarin hij negatieve emoties ervaart. Zolang er positieve of neutrale emoties zijn, zal er in contact met anderen weinig aan de hand zijn. Maar bij het ervaren van negatieve emoties, kan de vechtstand opkomen. Eigenlijk is in deze stand de verlatingsangst zo groot, dat de persoon die dit ervaart, angstvallig zoekt naar bevestiging vanuit zijn omgeving. Hij zal zijn negatieve emoties met zijn dierbaren delen in de hoop te ervaren dat mensen hem niet zullen afwijzen, zoals zijn ouders wel continu deden. In de vechtstand zal de persoon zich angstvallig vastklampen aan de bevestiging van andere persoon binnen zijn vriendschaps- of liefdesrelaties, in de hoop dat de traumatische gevoelens van afwijzing worden ontkracht. Echter werkt het wel zo dat hoe meer iemand leunt op de bevestiging van anderen, hoe meer bevestiging er nodig is om het jeugdtrauma te ontkrachten.
De vechtende persoon zal moeten leren om niet te handelen vanuit de verlatingsangst, waarin hij op zoek zal gaan naar bevestiging van buiten zichzelf. Hij zal van andere mensen moeten horen dat het oké is om negatieve emoties te ervaren en dat het goed is, dat hij het aankan. Eigenlijk zoals zijn ouders hadden moeten doen. Langzaam zal hij leren met zijn eigen negatieve gevoelens om te gaan zonder zichzelf daar compleet op af te wijzen, zoals hem geleerd is in zijn jeugd. Door de negatieve emoties te verdragen en met liefde te leren behandelen, met een beetje hulp, zal hij leren dat hij de negatieve emoties aan zal kunnen en zal kunnen dragen.
Vluchten/vermijden
Bij het vluchten zal een persoon die lijdt onder bindings- en verlatingsangst geneigd zijn alle deuren op slot te doen wanneer er negatieve emoties optreden. Hij (of zij) zal niemand toe laten en zal de negatieve emoties in zijn eentje doorstaan totdat ze weer weggemaakt kunnen worden en er weer neutrale of positieve emoties worden beleefd. Dit doet hij om de ervaring van verlating te voorkomen. Wanneeer de negatieve emoties niet met anderen worden gedeeld, wordt er ook geen verlatingsangst ervaren. Dit is een eenzaam proces. De vluchtende persoon zal hierdoor niet leren dat ook de negatieve emoties er mogen zijn en dat mensen hem niet verlaten wanneer er negatieve emoties zijn. Daarnaast moet vermeld worden dat de persoon die geneigd is te vluchten, zelf zijn eigen negatieve emoties ontkent tot het echt niet meer te ontkennen valt. Dit maakt hem echter ook in veel gevallen blind voor de negatieve gevoelens van anderen, zonder zich hiervan bewust te zijn.
Bindingsangst en verlatingsangst in relaties
Vaak zie je dat mensen die bindings- en verlatingsangst ervaren ook een partner aantrekken met bindingsangst en verlatingsangst. Dit heeft te maken met het feit dat je bij elkaar onbewust de dynamiek herkent. En het als vertrouwd ervaart. Meestal is het zo dat de ene partner in de bindingsangst verkeert en afstand houdt, terwijl de andere partner geneigd is zich vast te klampen vanuit de verlatingsangst. Beide partners hebben onbewust de hoop dat de andere partner hem/haar gaat redden van het jeugdtrauma en de gevoelens van eenzaamheid en verlating. Ze besteden daarmee onbewust de zorg voor hun eigen jeugdtrauma uit aan de ander. Dit maakt een relatie ingewikkeld, omdat mensen alleen zelf de verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun jeugdtrauma. Wel kunnen beide partners elkaar steunen, de ruimte geven en stimuleren in hun proces met het jeugdtrauma om te gaan.
Praktische tips voor mensen met bindingsangst en verlatingsangst
Wanneer het duidelijk is dat er sprake is van zowel bindings- als verlatingsangst, kan er binnen vriendschaps- en/of liefdesrelaties rekening met elkaars reacties worden gehouden. Een begin kan worden gemaakt aan de hand van de volgende tips.
Voor mensen die in de vecht- of aanklampstand staan kunnen de volgende stappen handig zijn:
- Neem het niet persoonlijk wanneer iemand in de vluchtstand staat en afstand van je neemt. Hij of zij is angstig en probeert zijn emoties de baas te worden;
- De persoon die in de vluchtstand staat is enorm bang voor heftige, pijnlijke en negatieve emoties en zal deze graag rationaliseren. Het heeft op het moment dat dat gebeurt geen zin om een gesprek erover aan te gaan;
- Probeer de andere persoon de ruimte te geven om met zijn eigen emoties te dealen. Door je vast te klampen, zal de andere persoon geneigd zijn nog meer afstand te nemen.
- Wees je bewust dat je wellicht een partner hebt gekozen die moeite heeft om jou te geven waar je behoefte aan hebt.
Voor mensen die in de vlucht- of vermijdingsstand staan, kunnen deze tips handig zijn:
- Oefen met het herkennen van andermans emoties en check of je interpretatie klopt;
- Probeer negatieve emoties van anderen jegens jou te horen en te beleven zonder je te willen verdedigen of te vluchten. Puur en alleen horen en luisteren;
- Leer je eigen emoties te benoemen;
- Besef dat je kalme houding ten opzichte van emoties en je rationele benadering ervan de ander nog angstiger maakt, waardoor de ander meer geneigd is zich nog meer vast te klampen aan je.
Voor beide partijen met bindingsangst geldt dat het veel liefde, tijd en geduld en inlevingsvermogen zal kosten om een echte verbinding met iemand aan te gaan. En om te leren omgaan met negatieve emoties binnen de relatie. Het zal tijd, doorzettingsvermogen en veel energie kosten om een veilige basis te creëren, waarop een veilige en stabiele relatie kan ontstaan.
Lees verder