Motorische Ontwikkeling - Signalen ontwikkelingsproblemen
De motorische ontwikkeling van kinderen verschilt. De één zal zich sneller ontwikkelen dan de ander. Wat is de uiterste leeftijd waarop een kind bepaalde motorische taken of bewegingen moet beheersen? In dit artikel worden signalen gegeven betreffende de motoriek, behorend bij de leeftijdsfasen -5 maanden tot 6 jaar- om te checken of er op motorisch gebied sprake is van een afwijkend ontwikkelingsverloop, mogelijke ontwikkelings-achterstand of wellicht een motorische ontwikkelingsstoornis.
Motorische Ontwikkeling Checklist - Signalen Motorische Ontwikkelingsproblematiek
Signalen Ontwikkelingsproblemen Motoriek
Onder motoriek wordt hier verstaan het geheel aan bewegingen en bewegingspatronen, dat je in staat stelt je lichaam te bewegen, te gebruiken en voort te bewegen. Hieronder in het overzicht worden zowel grofmotorische als fijnmotorische kenmerken en taken genoemd, met erachter (een richtlijn voor) de uiterste leeftijd waarop dit voor een kind leeftijdsadequaat of op leeftijdsniveau is. Dit overzicht is bedoeld om eventuele problemen, afwijkingen in de ontwikkeling of een motorische ontwikkelingsstoornis, vroegtijdig te kunnen signaleren en hulp in te roepen.
Motorische Ontwikkelingsachterstand - Motorische Ontwikkelingsstoornis
Ontwikkelingsachterstand - Ontwikkelingsstoornis
Hoewel ieder kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt, komt er een bepaald moment, een bepaalde leeftijd waarop een kind een bepaalde taak of vaardigheid zou moeten kunnen beheersen. Dit gerelateerd aan het ‘normale’, gemiddelde ontwikkelingsverloop van de gemiddelde (vroeg)kinderlijke motorische ontwikkeling.
Ontwikkelingsachterstand
Van een achterstand wordt gesproken indien een kind slechts weinig afwijkt van het gemiddelde.
Ontwikkelingsstoornis
Van een stoornis wordt gesproken als een kind erg afwijkt van het gemiddelde, heel erg achter is of anders is dan zijn of haar leeftijdgenootjes.
Motorische Problemen Signaleren
Uitdrukkelijk dient opgemerkt te worden dat het hier niet om diagnostische criteria of een oorzakelijk model gaat, maar alleen om een checklist om globaal te ‘screenen’ en kenmerken op het spoor te komen om eventuele ontwikkelingsproblemen (vroegtijdig) te signaleren.
Ontwikkelingsoverzicht Motoriek - Motorisch Ontwikkelingsverloop
Overzichten Motorisch Ontwikkeling
De onderstaande overzichten betreffende het motorische ontwikkelingsverloop -zowel grofmotorisch als fijnmotorisch- zijn geschikt voor ouders, verzorgers, groepleidsters, huisartsen, consultatiebureau, onderwijskrachten, schoolartsen etc. om eventuele motorische problemen op het spoor te komen en aan de bel te trekken i.c. hulp en begeleiding in te roepen indien er sprake is van motorische problematiek. Er is een onderverdeling in 5 signalen, overzichten met de erbij horende gedragingen (kenmerken/vaardigheden), waarbij wordt aangegeven wanneer/op welke leeftijd het gedrag niet meer mag voorkomen. Of indien bepaald gedrag nog wel voorkomt, dit als afwijkend beschouwd kan worden.
Niet Leeftijdsadequate Motoriek - Belemmerde Motorische Ontwikkeling
Belemmerde Ontwikkeling
Wat de motoriek betreft, zijn de volgende signalen een teken dat de ontwikkeling van het kind niet ongestoord of op leeftijdsniveau verloopt:
- Gebrekkige Houdingscontrole - Te lage of te hoge spierspanning
- Ongecontroleerde bewegingen - Gebrekkige coördinatie
- Geen of gebrekkige ruimtelijke oriëntatie
- Tekort aan bewegingspatronen - Te laag of te hoog activiteitsniveau
- Slecht besef van de eigen lichamelijke mogelijkheden
Bovengenoemde signalen worden in de onderstaande overzichten nader -met uiterste leeftijdsgrenzen- besproken.
Motorische Ontwikkeling - Wat beheerst een Kind qua Motoriek? Leeftijdsgrenzen
Gebrekkige Houdingscontrole - Te lage of te hoge Spierspanning | Uiterste leeftijd |
Kan bij het zitten het hoofd niet stabiel rechtop houden | 5 maanden |
Kan in buikligging het hoofd niet 90° oprichten en om zich heen kijken | 6 maanden |
Kan een voorwerp niet loslaten en niet overpakken in de andere hand | 8 maanden |
Wisselende spierspanning; trekt door het hele lijfje waardoor het kind onder stroom lijkt te staan | 12 maanden |
Slappe sperspanning, waardoor het kind als een zoutzak blijft zitten, waar het neergezet wordt | 15 maanden |
Dermate hoge spierspanning dat er constant bewegingen plaatsvinden en het kind niet tot rust komt. Kan zich slecht ontspannen | 15 maanden |
Problemen met de fijne motoriek. Kind heeft moeite met priegelwerkjes, zoals spelen met kleine legoblokjes | 4 jaar |
Kind loopt nog steeds op zijn/haar tenen | 4 jaar |
Valt om bij evenwichtsoefeningen zoals op 1 been staan, over een streep lopen | 5 jaar |
Kan bij hardlopen niet stoppen op commando | 5 jaar |
Ongecontroleerde Bewegingen - Gebrekkige Coördinatie | Uiterste Leeftijd |
Heftige ongecontroleerde bewegingen, vooral met de armen | 4 maanden |
Kind pakt niet of grijpt mis | 8 maanden |
Kind loopt nog niet los | 20 maanden |
Kind valt veel | 2 jaar |
Kan niet tegen een grote bal schoppen zonder om te vallen | 2,5 jaar |
Kan niet vloeiend of soepel hardlopen | 3 jaar |
Kan geen grote bal vangen | 3,5 jaar |
Kan niet alternerend (links/rechts afwisselend) traplopen | 4 jaar |
Knoeit erg met eten; kan lepel, mes en vork niet goed gebruiken; kan niet knippen | 4,5 jaar |
Heeft moeite met knopen dichtmaken en veters strikken | 5 jaar |
Geen of Gebrekkige Ruimtelijke Coördinatie | Uiterste Leeftijd |
Botst vaak tegen voorwerpen en deuren op | 2,5 jaar |
Kan tijdens hardlopen niet van richting veranderen | 3,5 jaar |
Begrijpt het verschil niet tussen links en rechts | 4,5 jaar |
Slecht begrip van lengte, breedte, hoogte en afstand | 5 jaar |
Geen of slecht tijdsbesef | 5,5 jaar |
Kan de weg naar huis niet vinden, verdwaalt makkelijk | 6 jaar |
Tekort aan Bewegingspatronen - Te laag of te hoog Activiteitsniveau | Uiterste Leeftijd |
Doet niet mee aan bewegingsspel in een groep | 3 jaar |
Is bang voor grof-motorische spelletjes met bal of op klimrek | 4 jaar |
Is constant bezig, maar maakt niets af; vliegt van het één naar het ander | 4 jaar |
Kan niet hurken, kan niet hinkelen | 5,5 jaar |
Heeft moeite met touwtje springen, fietsen, rolschaatsen | 6 jaar |
Onttrekt zich aan de gymles door achteraan te hobbelen | 6 jaar |
Slecht Besef van eigen Lichamelijke Mogelijkheden | Uiterste Leeftijd |
Kent zijn/haar eigen lichaamsdelen niet | 3 jaar |
Heeft veel ongelukjes, morst en knoeit veel | 3 jaar |
Kan geen bewegingen nadoen of imiteren | 3,5 jaar |
Kent het verschil tussen links en rechts niet bij zichzelf | 4 jaar |
Weet niet hoe groot hij/zij is (kan dit niet aangeven, maar stoot ook vaak hoofd) | 4 jaar |
Overschat eigen lichamelijke mogelijkheden, bv ongelukjes bij over muurtje lopen, boompje klimmen | 5 jaar |
Kan nog geen poppetjes (mensfiguren) tekenen met herkenbare onderdelen (lichaamsdelen) | 6 jaar |
Lees verder