Kinderen opvoeden is niet altijd makkelijk
Veel ouders vinden opvoeden vaak moeilijker dan dat ze van te voren dachten. Dat terwijl deze ouders vaak goed over hun keuze hebben nagedacht. Er zijn namelijk steeds meer vrouwen die geen kinderen willen. Onder de 45-jarige dames heeft één op de vijf geen kinderen. Hoe hoger de opleiding van de dames hoe groter de kans dat ze geen kinderen hebben. Van de 45-jarige dames met een universitaire opleiding heeft 43 procent geen kinderen. Ondanks dat de kinderen die nu geboren worden in de meeste gevallen zeer gewenst waren blijft opvoeden moeilijk.
De beste opvoeders hebben geen kinderen
Het is heel makkelijk om van tevoren te bedenken wat je in een bepaalde situatie zou doen, maar het is anders wanneer je daadwerkelijk in een bepaalde situatie zit en allerlei emoties een rol spelen. Zoals de Engelse graaf en dichter John Wilmot (1647-1680) al zei: ‘Voor ik trouwde had ik zes theorieën over het opvoeden van kinderen; nu heb ik zes kinderen en geen theorieën.’
Wat vinden ouders belangrijk in de opvoeding?
Iedereen heeft wel bepaalde ideeën over hetgeen hij zijn kinderen mee wil geven. De meest voorkomende opvoeddoelen zijn:
- verantwoordelijkheidsgevoel hebben
- opkomen voor jezelf
- rekening houden met anderen
- respect hebben voor ouderen
- goede manieren hebben
- zelfstandig oordelen
- eigen doelen nastreven
- verdraagzaam zijn
- goede schoolresultaten hebben
- ijverig en ambitieus zijn.
Het helpt hierbij dat partners elkaar steunen en ook steun uit hun omgeving ervaren. Niets is zo slecht voor je zelfvertrouwen als kritiek en zonder zelfvertrouwen is het lastig om kinderen op te voeden.
Omgaan met agressie
Ouders vinden de agressie van hun kind vaak lastig om mee om te gaan. Toch is dit normaal en hoort het erbij. Volgens de Canadese ontwikkelingspsycholoog Richard Tremblay is agressie niet iets wat kinderen wordt aangeleerd, maar meer iets wat ze moet worden afgeleerd. Vooral wanneer je twee of meer kinderen hebt, wordt dit al snel duidelijk. Soms voel je je als ouder meer scheidsrechter dan opvoeder. Daarnaast is er ook nog de beruchte peuterpuberteit, waarin veel peuters geregeld gillend over de grond rollen van pure agressie. Ook dit is soms lastig om mee om te gaan, zeker wanneer dit midden in de supermarkt gebeurt.
Woede begrenzen
Ieder kind moet leren dat boosheid aan regels en grenzen gebonden is. Er wordt weleens beweerd dat iemand die boos is zijn woede niet moet opkroppen, maar het beste op een kussen of boksbal kan gaan slaan. Dat klinkt logisch, maar dat is het niet. Op deze manier activeer je de woede en verlaag je de grens naar agressie. Dat is niet de bedoeling. Woede is een emotie met weinig toegevoegde waarde en daarom is het beter deze emotie zoveel mogelijk onder controle te houden. Een kind mag zich (net als een volwassene) boos voelen, maar zich niet zo gedragen. Hoe jonger je dit geleerd wordt, hoe beter. Deze conclusies worden door meerdere onderzoeken bevestigd (een bekende onderzoeker op dit terrein is de Canadese ontwikkelingspsycholoog Richard Tremblay) en ook pedagogen raden aan om driftbuien bij jonge kinderen te begrenzen.
Grenzen stellen
Nog een lastige is het stellen van grenzen. Hoe ga je om met mediagebruik, uitgaan, huiswerk, het opruimen van eigen kamer/speelgoed? Hieronder volgen wat algemene richtlijnen en conclusies uit onderzoeken. Deze kan je in je achterhoofd houden bij het opstellen van je eigen regels, rekening houdend met jouw kind en jouw situatie.
Mediagebruik
Er zijn algemene richtlijnen hierin zoals voor mediagebruik (televisie, computer, tablet, smartphone) niet meer dan drie uur per dag en dat vanaf een jaar of zeven. Kinderen jonger dan zeven jaar horen te bewegen en
motorische vaardigheden te ontwikkelen. Dat lukt niet wanneer ze dagelijks met mediagebruik bezig zijn. Volgens de Duitse hoogleraar Manfred Spitzer worden kinderen dommer wanneer ze voor hun zevende jaar spelen met iPhones, Ipads enz. Manfred Spitzer heeft diverse onderzoeken gedaan naar de invloed van het digitale tijdperk op de hersenen. Veel van zijn onderzoeken zijn te lezen in zijn boeken 'Digitale dementie' en 'Digiziek'. Hij heeft onderzoek gedaan met vijf-jarige kinderen die veel met een tablet speelde (drie uur of meer per dag) en kinderen die dit niet deden. De kinderen die drie uur of meer per dag achter de tablet zaten bleken op motorisch gebied ernstig achter te lopen. Dat verschil was vooral duidelijk bij tekenopdrachten.
Uitgaan
De meeste jongeren gaan uit vanaf een jaar of vijftien en wanneer ze dan uitgaan moeten de meeste tussen 00:00 en 01:00 uur thuis zijn. Op zestienjarige leeftijd wordt het dan langzaam steeds iets later. Vanaf zeventien jaar wordt steeds vaker geen tijd meer afgesproken.
Huiswerk
Het plannen van huiswerk is moeilijk en kan in het begin nogal eens problemen geven.
Hierbij is wat hulp wel noodzakelijk. Gemiddeld moet je denken aan een uur tot twee uur huiswerk per dag voor een leerling van de middelbare school.
Tegenstrijdige adviezen
Er worden heel veel tegenstrijdige adviezen gegeven wat betreft opvoeden. Niet alleen door de eigen omgeving, maar ook door professionals. Probeer je zomin mogelijk van deze adviezen aan te trekken en maak je eigen keuzes in het belang van jezelf en je kind.
Iedere ouder maakt fouten, niemand is perfect. Gelukkig gaat opvoeden in de meeste gevallen gewoon goed en zijn de kinderen (meestal) leuk gezelschap.