Een relatie, hoe houd je het leuk?
Bijna iedereen is aan het begin van een relatie optimistisch en enthousiast. Na verloop van tijd kunnen er echter patronen in de relatie sluipen waar de partners niet gelukkig mee zijn. Tijdens een gezellig weekendje weg, dat bedoeld was om de sleur te doorbreken, ontdekt het stelletje dan dat het negatieve patroon is meegereisd. Om zo een patroon te doorbreken is een weekendje weg niet voldoende. Hoe houd je je relatie leuk?
Patronen
In elke relatie ontstaan na verloop van tijd vaste patronen. Daar is op zich niets mis mee. Je kent elkaar en kunt tot op zeker hoogte voorspellen hoe de ander zal reageren. Dat geeft een gevoel van veiligheid en vertrouwd zijn met elkaar. Het wordt ànders als het om een
negatief patroon gaat. Hij krijgt steeds de volle laag als hij thuis komt van zijn werk. Zij krijgt telkens weer te horen dat ze net haar moeder is. Altijd als hij een frustratie wil bespreken krijgt hij een emmer met voorvallen uit het verleden over zich heen. Zij probeert uit te leggen dat ze het gevoel heeft dat ze er alleen voor staat, maar ze krijgt telkens als reactie dat hij nou eenmaal moet werken voor de kost.
Het is voor veel mensen herkenbaar. Het opvallende is, dat de meeste van deze negatieve patronen een gevolg zijn van vastgeroeste maar verkeerde gespreksgewoontes. Veel stellen willen graag dat er iets verandert, terwijl ze (onbewust) hetzelfde communicatiepatroon voortzetten. Maar ook in relaties geldt de eeuwenoude natuurwet:
actie = reactie. Zolang je dezelfde actie blijft ondernemen, kun je steeds dezelfde reactie verwachten. Wil je een vervelend patroon doorbreken? Neem dan je manier van communiceren eens onder de loep, want zodra je zelf een andere actie kiest, zal je partner ook anders reageren.
Spreken of luisteren?
Voor een goed gesprek heb je een spreker en een luisteraar nodig. In beide rollen kan veel misgaan.
Luisteren lijkt heel makkelijk en daardoor wordt de rol van luisteraar vaak verwaarloosd. Toch ontstaan de meeste communicatieproblemen juist doordat er slecht geluisterd wordt. Dikwijls zijn allebei de partners gefocust op wat ze zelf te vertellen hebben. De aandacht is dan bij het eigen verhaal, en niet bij wat de ander vertelt. Om een goed gesprek tot stand te brengen is het nodig dat je luistert naar de ander. Luisteren is iets heel anders dan horen. Pas nadat je de ander goed gehoord én begrepen hebt, kun je zó reageren dat het gesprek iets oplevert.
Maar ook bij het
spreken kan veel misgaan. Als spreker kun je een vaag en onduidelijk verhaal vertellen. Je durft misschien niet precies te zeggen wat je bedoelt uit angst om de ander te
kwetsen. Of je vindt dat de ander gewoon moet aanvoelen wat je wil zeggen. Je kunt je ook omslachtig of onbegrijpelijk uitdrukken. Je vindt het misschien belangrijk om elk detail te beschrijven en merkt niet op dat de luisteraar de draad kwijt raakt. Of je zit zo vol van je verhaal dat je alleen maar bezig bent met spuien, zonder op te merken dat je partner niet luistert.
Rol kiezen
Bepaal dus van te voren, of zodra er een gesprek op gang komt, wat je gaat doen. Ga je praten, of ga je luisteren? Zit je eigen verhaal je heel hoog, is het dringend of heel belangrijk? Dan zul je weinig aandacht op kunnen brengen voor de ander. Het is voor de ander dan wel zo duidelijk als je dat aankondigt: “Joh, nou heb ik toch iets, dat moet ik echt even kwijt!” Of: “Heb je even tijd want ik zit ergens mee waar ik over wil praten.” De ander weet dan dat jij ergens vol van zit, dat je gedachten je afleiden zodat je op dat moment geen goede luisteraar kunt zijn. Je kiest dan bewust voor de rol van spreker. Heb je juist weinig te melden en merk dat de ander iets wil vertellen? Geef hem dan de ruimte, moedig hem aan om te vertellen en laat duidelijk merken dat je luistert. Houd jezelf voor ogen dat je kiest voor de rol van luisteraar, en hou dat vol tot het verhaal verteld is.
Blijf bewust communiceren
Veel stellen die al wat langer samen zijn krijgen de neiging om elkaars gedachten te lezen. Je denkt dat je precies weet wat er in de ander omgaat. Hij hoeft je niks meer te vertellen want je kunt het aan hem aflezen. In deze overtuiging schuilt een groot gevaar, want je gaat dan zelf invullen hoe de ander zich voelt en wat hij te vertellen heeft. De ander krijgt dan geen kans meer om zelf onder woorden te brengen wat er zich in zijn hoofd afspeelt, en dat kan wel eens heel iets anders zijn dan wat jij veronderstelt. Zo kan er een kloof tussen jullie ontstaan zonder dat je het merkt.
- Fout: (...Hij kijkt net als gisteren. Zeker weer druk geweest op het werk. Ik vraag maar niks, ik zie het toch al...)
- Goed: Hoe is het? - Gaat wel, beetje moe… - Zal ik een lekker bakje koffie voor je zetten, dan kun je even bijkomen. Hoe was het op je werk?
In het eerste voorbeeld vult de partner in wat er speelt, zonder er naar te vragen. In het tweede voorbeeld krijgt de partner de ruimte om
zelf te vertellen wat hij kwijt wil. Blijf dus altijd
communiceren, ook als je denkt dat je al weet wat er in je partner omgaat. Geef hem de kans om het zelf te vertellen. Hij voelt zich dan gehoord en gezien. Bovendien krijgt hij dan de kans om je te verrassen, want misschien speelt er deze keer wel heel iets anders!
Vertel wat je wensen zijn
Een andere valkuil is het maken van verwijten, vooral als dit in de plaats komt van een voorstel doen of een vraag stellen. Onder de meeste verwijten gaat eigenlijk een wens schuil. Die wens wordt niet opgemerkt als hij verpakt wordt in een aanval of een verwijt. Door een gesprek op deze manier te openen bereik je je doel waarschijnlijk niet:
“We blijven weer het hele weekend binnen zitten zeker, jij hebt toch nooit ergens zin in.”
“Je hebt alwéér niet opgeruimd! Je maakt er altijd een bende van en nou zit ik weer met de troep!”
In dezelfde categorie horen de vragen die eigenlijk geen vraag zijn.
“Waarom ben ik de enige die hier ooit iets opruimt?”
Dit is eigenlijk geen vraag, want er bestaat geen redelijk antwoord op. Dat verwacht je ook niet echt, want al breng je het in een vragende vorm, het is gewoon een verkapt verwijt. Alleen een hele goede luisteraar kan hier een verzoek in ontdekken. Door te openen met een verwijt is de sfeer al direct negatief. Op een negatieve openingszin kun je alleen maar een negatieve reactie verwachten. De kans dat het nu nog een gezellig weekend wordt is klein. Het is daarom beter om dat wat je wilt bereiken te brengen als een wens of een verzoek:
- “Ik heb zin om dit weekend iets gezelligs met jou te doen. Zullen we samen naar het strand gaan?”
- “Ik heb een zware dag gehad op kantoor. Zou jij een beetje willen opruimen zodat ik even uit kan rusten?”
Nu is je wens duidelijk. De kans dat je partner er op in gaat en dat je bereikt wat je wilt, is veel groter. Bovendien begint dit gesprek in een positieve sfeer, en dat geeft je partner ruimte om positief te reageren.
In het heden blijven
Een fout die veel stellen maken, is dat ze in een gesprek afdwalen van het onderwerp en oude koeien uit de sloot gaan halen. Dit gebeurt vooral makkelijk als één van de partners merkt dat hij zijn doel niet gaat bereiken, als hij merkt dat een argument niet overtuigend genoeg is of als een punt van kritiek niet voldoende aankomt. Het gesprek verzandt dan al snel in een eindloze discussie over gebeurtenissen uit het verre verleden, tot niemand meer weet waar het oorspronkelijk over ging. Waarschijnlijk gaat het over een onderwerp waar je vaker ruzie over hebt gehad, iets wat eerder niet goed is opgelost of iets wat nog nooit soepel is verlopen. Het heeft dan geen enkel nut om die oude discussie op dezelfde manier voort te zetten. Je bent er de vorige keer op die manier niet uitgekomen, dus waarom nu wel?
Als de ander iets doet wat je stoort, probeer dat dan meteen te zeggen. Beschrijf
alleen wat er op dit moment gebeurt zonder er voorbeelden uit het verleden bij te halen. Probeer duidelijk te maken wat voor gevoel zijn gedrag jou op dit moment geeft, en laat het verleden rusten. Als het gesprek een andere kant opgaat, spreek dan af om daar een andere keer over te praten en nu bij dit ene onderwerp te blijven.
Kritiek op gedrag, niet op karakter
Een belangrijke fout die veel mensen maken is het zogenaamde “op de man spelen” oftewel karaktermoord plegen. Natuurlijk moet je elkaar kunnen vertellen wat je dwarszit. Die kritiek moet dan wel gericht zijn op het gedrag van de ander, niet op de persoonlijkheid of het karakter. Iedereen kan tenslotte kiezen voor ander
gedrag, maar je
karakter kun je niet veranderen. Een aanval op de persoonlijkheid kan daarom als bijzonder kwetsend ervaren worden.
“Ik dacht dat we vandaag zouden gaan winkelen? Het heeft ook geen enkele zin om met jou iets af te spreken, wat ben je toch een egoïst!”
Hier wordt een analyse gegeven van het karakter van de partner, hij is een egoïst omdat hij iets vergeten is. Dit soort conclusies kan erg kwetsend zijn.
“Kunnen we naar iets anders kijken? Ik hou niet van sport.”
“Dus omdat jij niet sportief bent, mag ik niet naar voetbal kijken!”
Ook hier wordt het
karakter van de partner beoordeeld in plaats van het
verzoek. In beide voorbeelden wordt niets bijgedragen aan een goede sfeer. Opmerkingen in deze stijl zijn eerder bedoeld om elkaar te kwetsen, dan om iets op te lossen. De kritiek is op de persoon gericht en niet op zijn gedrag: hij
doet niet verkeerd, hij
is verkeerd, zijn karakter deugt niet.
Als je je relatie leuk wilt houden is het van groot belang dat je elkaar respecteert en in de waarde laat. Het is voor jullie allebei belangrijk dat je jezelf kunt zijn. Als je het gevoel hebt dat je je anders moet voordoen dan je bent, kun je je niet ontspannen. Vaste partners moeten zich veilig voelen bij elkaar. Door elkaars karakter af te breken schep je een onveilige sfeer en dat komt de relatie niet ten goede. Beperk je kritiek daarom altijd tot het
gedrag van de ander.
- “Ik dacht dat we vandaag zouden gaan winkelen? Ben je dat vergeten? Dat vind ik wel vervelend, ik had er vast op gerekend…”
- “Kunnen we naar iets anders kijken? Ik hou niet van sport.” “Deze wedstrijd duurt nog 20 minuten en ik wil hem echt graag zien.”
Zo blijf je bij het onderwerp van de discussie zonder elkaar te kwetsen.
Soms hebben beide partners de beste bedoelingen maar blijft de communicatie een probleem.
Relatiecounseling kan dan uitkomst bieden. De counselor kan als derde partij het gesprek in goede banen leiden, aangeven waar de communicatieproblemen van de partners zitten, en ze helpen om effectievere manieren aan te leren.
Door te werken aan goede communicatie kan een relatie weer opbloeien en een veilige stabiele relatie voor het leven worden.