Cannabis: schadelijke effecten van blowen en wietgebruik
Blowen of wietgebruik kan schadelijk zijn voor de gezondheid en vervelende effecten hebben, vooral langdurig blowen kan sporen nalaten. In Nederland maakt men onderscheid tussen soft- en harddrugs. Bij deze verdeling gaat men er vanuit dat softdrugs minder schadelijk zijn voor de gezondheid dan harddrugs. Harddrugs -zoals XTC, amfetamine (speed), heroïne, cocaïne, opium en LSD- zijn drugs met een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid. In werkelijkheid kan het gebruik van softdrugs, zoals hasj en wiet, ook tot (grote) problemen leiden. De lange termijn risico's van cannabisgebruik zijn geheugenproblemen, stagnatie in de persoonlijke ontwikkeling, verslaving en misbruik, schade aan de luchtwegen en mogelijk een verhoogde kans op longkanker, vatbaarheid voor bepaalde andere vormen van kanker en infecties, en een verhoogde kans op psychische stoornissen.
Wat is cannabis?
Wiet en hasj zijn middelen of producten van één en dezelfde plant:
cannabis sativa. De lange, dunne bladeren van deze eenjarige netelachtige plant bevatten vooral de psychoactieve stof THC (∆9 tetrahydrocannabinol). Deze belangrijkste werkzame bestanddeel van cannabis werkt in op de cannabinoïdereceptoren in de hersenen. Deze receptoren zijn van nature gevoelig voor een lichaamseigen stof,
anandamide, een neurotransmitter, die in veel lagere concentraties vrijkomt. Hierdoor gaat het lichaam ontspannen en treedt een roes op.
Meestal wordt cannabis vermengd met tabak en gerold tot een stickie of een joint. Hasj en wiet kunnen ook puur gerookt worden, bijvoorbeeld in een chillum of waterpijp of in een sigaretje van wiet. Bij roken voelt men na enkele minuten de werking ervan en na twee tot vier uur neemt het effect weer af. Hasj en wiet kunnen ook verwerkt worden in voedsel. Bekend is de zogeheten 'space cake', waarbij het middel verwerkt is in een cake. Bij het eten duurt het langer voordat de eerste effecten optreden, maar de effecten houden ook langer aan.
Hoe werkt cannabis?
Cannabis bevat ongeveer 400 chemische verbindingen. De vier belangrijkste verbindingen zijn:
- delta-9-tetrahydrocannabinol (THC);
- cannabidiol;
- delta-8-tetrahydrocannabinol; en
- cannabinol.
Cannabidiol (CBD) is een niet psychoactieve cannabinoïde, de andere drie verbindingen zijn psychoactieve cannabinoïde, waarvan de sterkste THC is. De sterkere variëteiten van de plant bevatten weinig CBD en juist veel THC.
Wanneer cannabis wordt gerookt, lost THC op in de rook, waarna het in de longblaasjes terechtkomt. Via de longblaasjes wordt het in het bloed opgenomen. Van daaruit gaat het met het bloed mee naar het hart en het hart pompt het bloed met THC naar de rest van het lichaam, onder andere naar de hersenen,
lever en de
nieren. Deze organen zorgen voor respectievelijk de effecten, de afbraak en de uitscheiding.
Het gevoel van 'stoned' zijn wordt vooral veroorzaakt doordat de stof THC zich bindt aan cannabinoïdereceptoren in de hersenen. Een receptor is een structuur op een hersencel waar bepaalde stoffen zich aan kunnen binden voor bepaalde tijd. Als dit gebeurt, heeft het een effect op de cel en de zenuwimpulsen die het produceert. De door de THC geactiveerde receptor op de cel geeft een signaal af aan andere receptoren of aan andere cellen.
De meeste van deze receptoren worden gevonden in de delen van de hersenen die van invloed zijn op plezier-gevoelens, het geheugen, het denken, de concentratie, zintuiglijke waarneming en waarneming van tijd en ruimte. Geactiveerde receptoren in verschillende hersendelen, zorgen voor verschillende effecten. Wanneer THC zich bindt aan een receptor in de basale ganglia, zal de motoriek van de persoon afnemen, trager worden. Binding aan een receptor in de hypothalamus stimuleert het kenmerkende
hongergevoel van iemand die heeft geblowd. Binding aan een receptor in de hippocampus kan leiden tot een verslechterde werking van het kortetermijngeheugen.
Wat zijn de effecten van cannabis?
Het gebruik van cannabis heeft diverse lichamelijke en geestelijke effecten, welke toenemen naarmate iemand meer gebruikt. Het effect van een middel wordt bepaald door diverse factoren, zoals:
- het middel zelf;
- factoren van de persoon die het middel gebruikt, zoals de verwachtingen omtrent het gebruik, ervaring met het middel, ziektegeschiedenis, stemming, enz.;
- de omgeving waarin het wordt gebruikt, bijvoorbeeld rustig, druk, vertrouwd, onveilig.
De effecten variëren van persoon tot persoon.
Lichamelijke effecten cannabisgebruik
De lichamelijke effecten van cannabisgebruik zijn:
- Rode ogen: de ogen zijn bloeddoorlopen;
- Versnelde hartslag, het hart gaat sneller kloppen;
- Warme of juist koude handen en voeten;
- Droge mond en keel;
- De spieren verslappen, waardoor armen en benen zwaar gaan aanvoelen;
- Soms: duizelig en misselijk;
- Soms: hoofdpijn.
Geestelijke effecten cannabisgebruik
De (mogelijke) geestelijke effecten van cannabisgebruik zijn:
- Een toename van de eetlust. De persoon die heeft geblowd, krijgt vooral trek in zoete dingen. Dit fenomeen noemt men ook wel 'vreetkick'.
- Gemakkelijker contact leggen;
- Slappe lach, dit fenomeen wordt wel 'lachkick' genoemd;
- Een ontspannen gevoel;
- Slaperigheid, apathie en lethargie;
- Versterking van de stemming die de gebruiker al heeft;
- soms kan iemand last krijgen een acute angstaanval wat wordt ervaren als een buitensporige angst om de controle te verliezen, wat paniek tot gevolg heeft. Angstige en/of depressieve mensen die cannabis gebruiken, kunnen een verslechtering van hun geestelijke toestand ervaren, wat paniek en paranoia tot gevolg kan hebben;
- Soms ervaart men milde paranoia en hallucinaties (het is gebleken dat bij mensen met een bestaand mentaal probleem een verslechtering van de psychotische symptomen kunnen optreden).
- Stoornis (verslechteren of beperken) van het korte-termijngeheugen. Dit herstelt zich vrij snel als iemand stopt met gebruiken
- Intensere beleving van kleuren en muziek;
- Verandering van de beleving van ruimte en tijd;
- Verhoogde fantasie;
- Vermindering van het vermogen om dingen te doen die concentratie, snelle reacties en/of effectieve coördinatie vereisen, zoals deelnemen aan het verkeer of het lezen van een boek.
- Hoge doses cannabis kunnen hallucinaties en zintuigstoornissen veroorzaken. Dit kan een zeer beangstigende ervaring zijn.
Wat zijn de risico's en mogelijke schadelijke gevolgen van cannabisgebruik?
De kortetermijnrisico's zijn in de voorgaande paragraaf reeds gedeeltelijk aan de orde gekomen, en zijn:
- Hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid;
- Cannabis versterkt de stemming waarin iemand verkeert en dit kan verkeert uitpakken waarbij de gebruiker last krijgt van angst, somberheid en/of paniek. Deze reactie kan gepaard gaan met lichamelijke klachten, zoals misselijkheid en flauwvallen. Nadien kan iemand nog dagen of weken last houden van angstklachten, concentratieproblemen en andere klachten.
- Doordat blowen een negatieve invloed heeft op iemands concentratie, reactievermogen en het korte termijngeheugen, kan het zijn prestaties op school of werk verslechteren. Wanner iemand heeft geblowd, loopt hij meer risico bij deelname aan het verkeer en het werken met machines. Deelnemen aan het verkeer is dan zelfs verboden.
- Cannabis doet de bloeddruk dalen en zorgt voor een snellere hartslag, hetgeen gevaarlijk kan zijn voor mensen met hartproblemen. Voorts kunnen mensen flauwvallen door de plotselinge verlaging van de bloeddruk.
De langetermijnrisico's van cannabisgebruik zijn:
Geheugenproblemen
Langdurig gematigd cannabisgebruik heeft geen nadelige blijvende gevolgen voor het geheugen. Bij twee groepen zijn mogelijk wel blijvende effecten te vinden:
- zij die op zeer jeugdige leeftijd beginnen met blowen (voor hun 16e of 17e levensjaar);
- zij die zeer lang en zeer intensief blowen.
Bij deze groepen kunnen op een gegeven ogenblik geheugenproblemen optreden.
Stagnatie in de persoonlijke ontwikkeling
Problemen of vervelende gevoelens dringen minder tot iemand door als hij (dagelijks) cannabis gebruikt. Problemen worden niet opgelost, maar worden voor zich uit geschoven. Vooral jongeren kunnen door dagelijks, fors blowen een achterstand in hun emotionele en sociale ontwikkeling oplopen. School- en werkprestaties hebben als eerste te lijden onder dagelijks blowen, maar ook iemands sociale ontwikkeling stagneert.
Slapeloosheid /
Bron: PrinceOfLove/Shutterstock.comVerslaving
Regelmatig gebruik kan leiden tot verlies van controle over het gebruik (verslaving). Het verlangen om cannabis te gebruiken wordt dan zo sterk dat andere zaken minder prioriteit krijgen. Mensen die fors cannabis gebruiken, kunnen wanneer ze stoppen last krijgen van de volgende onthoudingsverschijnselen:
- slapeloosheid en nachtmerries;
- somberheid en depressiviteit;
- concentratieproblemen;
- sterk verlangen naar cannabis;
- verminderde eetlust en gewichtsverlies
- agressie en/of woede;
- prikkelbaarheid;
- andere klachten, zoals onrust (rusteloosheid), stress en zweten.
Uit onderzoek blijkt dat bij ongeveer 10% van de cannabisgebruikers geestelijke afhankelijkheid optreedt. Uit cijfers van 2010 blijkt dat er ongeveer 70.000 cannabisverslaafden c.q. -misbruikers zijn en dat er 10.971 in behandeling waren (IVZ, kerncijfers verslavingszorg 2010). Het aantal verslaafden wordt geschat op 29.300 mensen, ofwel 0.3 % van de bevolking tussen 18 en 64 jaar. Bij mannen ligt het percentage op 0.4% en bij vrouwen op 0.1%. Het Amerikaanse classificatiesysteem voor psychische stoornissen DSM IV spreekt ook van misbruik. 40.200 mensen misbruiken cannabis. Bij misbruik ondervindt iemand wel allerlei negatieve gevolgen van cannabis, maar er is nog geen sprake van gewenning en het optreden van onthoudingsverschijnselen bij stoppen.
Longkanker /
Bron: Muratart/Shutterstock.comSchade aan de luchtwegen en mogelijk een verhoogde kans op longkanker
Mensen die chronisch zwaar blowen lopen risico op schade aan de luchtwegen. Ook hebben ze mogelijk een verhoogde kans op longkanker. De exacte relatie tussen cannabisgebruik en kanker is onderwerp van onderzoek (zie ook het volgende item); de resultaten zijn nog niet éénduidig.
Vatbaarder voor bepaalde vormen van kanker en infecties
Uit onderzoek blijkt dat het roken van marihuana kan leiden tot een onderdrukking van het immuunsysteem.[1] Het
onderzoek onthult waarom cannabisgebruikers vatbaarder zijn voor bepaalde vormen van kanker en infecties.
Effecten op het mannelijke voortplantingssysteem
Langdurig gebruik van cannabis heeft heel wat effecten op de klieren die hormonen aanmaken en op het mannelijke voortplantingssysteem. Cannabis roken doet de kwaliteit van het sperma dalen en het zou ook kunnen zorgen voor een daling van het testosterongehalte en voor impotentie. N.B.: Het gebruik van cannabis kan niet alleen de vruchtbaarheid bij mannen, maar ook bij vrouwen verminderen. Dit herstelt zich weer als er wordt gestopt met het gebruik.
Teelbalkanker /
Bron: Joshya/Shutterstock.com Teelbalkanker
Onderzoek heeft een verband vastgesteld tussen het roken van cannabis en
teelbalkanker. Het onderzoek richtte zich op mannen tussen 18 en 44 met teelbalkanker. De resultaten lieten zien dat de kans op teelbalkanker 70% hoger ligt bij cannabisrokers. Die kans is zelfs twee keer zo hoog voor mannen die ten minste wekelijks roken of die cannabis begonnen te gebruiken tijdens hun puberteit.
Vruchtbaarheid
Een studie gepubliceerd door de Washington State University onthulde dat mannelijke muizen die werden blootgesteld aan cannabisdamp een negatieve invloed hadden op het aantal zaadcellen en de beweeglijkheid ervan.[2] Het onderzoek liet zien dat de groep muizen die aan cannabisdamp werd blootgesteld, direct na blootstelling een verminderde beweeglijkheid van het sperma had en een maand later een verlaagd aantal zaadcellen had. De mannelijke nakomelingen van deze groep vertoonden vergelijkbare resultaten. Er was ook bewijs van DNA-schade en verstoring in de ontwikkeling van zaadcellen. De derde generatie mannelijke nakomelingen vertoonde geen bewijs van verminderd aantal zaadcellen of beweeglijkheid, en de testosteronniveaus in bloedplasma bleken bij geen van de muizen te worden beïnvloed. Deze bevindingen suggereren dat de impact van de tweede generatie waarschijnlijk plaatsvond in een ontwikkelingsstadium.
Verhoogde kans op psychische stoornissen
In de afgelopen jaren heeft onderzoek aangetoond dat er een duidelijk verband is tussen vroeg gebruik van cannabis en het ontwikkelen van psychische stoornissen bij mensen met een zekere genetische kwetsbaarheid. Zo blijkt uit onderzoek van Roy Otten van de Radboud Universiteit, dat jongeren die genetisch kwetsbaar zijn voor depressie extra voorzichtig moeten zijn met cannabis. Blowen verhoogt namelijk hun kans om depressief te worden. Tweederde van de bevolking heeft een variant van het gen 5-HTT, dat gevoelig maakt voor depressie. Otten verzamelde vijf jaar lang gegevens van 428 gezinnen met twee adolescente kinderen. Jaarlijks beantwoordden de kinderen vragen over onder meer gedrag en depressieve symptomen. Ook werd de variant van het serotoninegen 5-HTT bepaald. Bij de jongeren met de veelvoorkomende variant van dat gen leidde cannabisgebruik tot een toename van depressieve symptomen.[3]
Ook uit een Canadese meta-analyse in JAMA Psychiatry blijkt dat het gebruik van cannabis onder adolescenten gerelateerd is aan een hoger risico op depressie en suïcide. De auteurs vonden 11 onderzoeken die het cannabisgebruik bij jongeren onder de 18 jaar relateerden aan het op jongvolwassen leeftijd ontwikkelen van een depressie,
angststoornissen of suïcidale gedachten en zelfmoordpogingen.[4]
Over het mogelijke verband tussen cannabisgebruik en het risico op psychoses in relatie tot genetische kwetsbaarheid en omgevingsfactoren:
Evidence suggests that mechanisms of gene-environment interaction are likely to underlie the association between cannabis and psychosis. In this respect, multiple variations within multiple genes—rather than single genetic polymorphisms—together with other environmental factors (eg, stress) may interact with cannabis to increase the risk of psychosis. Further research on these higher order interactions is needed to better understand the biological pathway by which cannabis use, in some individuals, may cause psychosis in the short- and long term.[5]
Onderzoek wijst uit dat cannabisgebruik het risico van psychotische symptomen verhoogt.[6/7] Des te jonger men begint met blowen en des te meer meer men blowt, des te groter het risico. Ook kunnen mensen met een reeds bestaande psychische stoornis, zoals een
depressie, angstklachten of
schizofrenie, meer last van hun klachten krijgen wanneer ze regelmatig blowen.
Nieuwe ontwikkelingen
De belangrijkste nieuwe ontwikkelingen en onderzoeksresultaten met betrekking tot cannabisgebruik, zullen hieronder de revue passeren.
'Hersenhelften communiceren slechter door sterke cannabis'
De hersenenhelften van mensen die vaak sterke cannabis roken communiceren minder efficiënt met elkaar dan die van mensen die de drug niet consumeren. Dat komt omdat er bij de rokers relatief weinig witte stof zit die de hersenhelften met elkaar verbindt. Dat concluderen onderzoekers van het King’s College in Londen.
De wetenschappers uit Groot-Brittannië kwamen tot deze conclusie door hersenscans te maken van 99 proefpersonen. Een aantal van de respondenten rookte regelmatig sterke cannabis, de overige deelnemers niet. Dit was te zien aan de ‘corpus callosum’, de 'brug' in de hersenen die beide hersenhelften met elkaar in verbinding brengt. "Als je naar de corpus callosum van de proefpersonen kijkt, zie je een significant verschil in witte stof tussen mensen die veel cannabis gebruiken en zij die de drug nooit gebruiken", aldus hoofonderzoekster Paola Dazzan. Dit verschil wordt mogelijk veroorzaakt door het bestandsdeel THC. In de zenuwcellen van de corpus callosum zitten namelijk veel receptoren die gevoelig zijn voor THC.
De wetenschappers stellen dat er aanvullend onderzoek nodig is om definitief vast te stellen dat sterke cannabis de hersenbrug aantast. De uitkomsten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Psychological Medicine.[8]
Cannabis tast het IQ van jongeren aan
Jongeren onder de achttien die regelmatig cannabis roken, lopen meer risico op permanente schade aan hun intelligentie, hun aandachtsspanne en hun geheugen dan volwassen gebruikers, zo toont een nieuwe studie aan. Het langetermijnonderzoek, dat bijna vier decennia omslaat, bewijst dat wiet een meer schadelijk effect heeft op jonge hersenen dan op die van volwassenen. Jongeren die jaren cannabis roken, riskeren een beduidende en onomkeerbare daling van hun intelligentiequotiënt. Leeftijd is daarbij van doorslaggevend belang.
Tussen hun 13de en 38ste kregen alle leden van de groep psychologische tests. Daaruit bleek dat het IQ van zij die tijdens hun tienerjaren gewoontegebruikers waren met gemiddeld 8 punten was gezakt. Stoppen met blowen maakte daarbij weinig verschil. Wat van doorslaggevend belang bleek, is de leeftijd waarop jongeren wiet begonnen te roken. Wie na zijn achttiende begon te roken, had niet dezelfde IQ-daling.
Rekening houdend met andere factoren zoals afhankelijkheid van alcohol of tabak of andere drugs, en het aantal jaren opleiding, stelden de onderzoekers vast dat zij die persistent (dat wil zeggen ten minste vier keer per week, vanaf de tienerjaren tot in hun dertiger jaren) cannabis gebruikten hun IQ achteruit zagen gaan. Het onderzoek werd uitgevoerd op mensen in Dunedin, Nieuw-Zeeland.[9]
Cannabisgebruik kan tot slaapproblemen leiden
Het gebruik van cannabis wordt geassocieerd met slaapproblemen zoals moeilijk kunnen inslapen en regelmatig wakker worden. Vooral bij mensen die op een jonge leeftijd waren begonnen met blowen, troffen de onderzoekers een relatie aan met slaapproblemen. In het bijzonder bij de groep mensen die vóór hun 15e levensjaar hun eerste joint hadden gerookt. Dat blijkt uit een studie aan de Universiteit van Pennsylvania. Het team van wetenschappers onderzocht de slaapgewoonten van ruim 1800 (ex-)gebruikers. Het onderzoeksteam wijst erop dat het onderzoek niet was bedoeld om een bepaalde causaliteit vast te stellen, zodat de precieze relatie tussen marihuanagebruik en slaapstoornissen niet bepaald kan worden. Daar zou meer onderzoek voor nodig zijn. [10]
Tips om te stoppen met cannabis
De volgende tips kunnen helpen om te stoppen met het gebruik van cannabis:
- Stel een stopdatum in: Kies een specifieke datum om volledig te stoppen en houd je eraan.
- Informeer je omgeving: Laat vrienden en familie weten dat je gaat stoppen, zodat zij je kunnen steunen.
- Vermijd triggers: Vermijd situaties, mensen of plaatsen die je associëert met cannabisgebruik.
- Maak een plan voor moeilijke momenten: Bereid jezelf voor op momenten waarop je trek krijgt en bedenk alternatieven, zoals sporten of wandelen.
- Zoek ondersteuning: Overweeg hulp van een therapeut, coach of zelfhulpgroep om je tijdens het proces te begeleiden.
- Vervang cannabis door gezonde gewoonten: Zoek naar activiteiten die je helpen ontspannen, zoals yoga, meditatie of hobby's die je leuk vindt.
- Houd een dagboek bij: Schrijf op waarom je stopt en hoe je je elke dag voelt, om je vooruitgang bij te houden.
- Blijf actief: Beweging en sporten helpen je om je energieniveau te verbeteren en je stemming te stabiliseren.
- Verwijder cannabis en toebehoren uit je omgeving: Ruim alles op dat je in de verleiding kan brengen om te gebruiken, zoals pijpen, bongs of wiet.
- Wees geduldig en mild voor jezelf: Stoppen met cannabis kan moeilijk zijn; het is belangrijk om jezelf de tijd en ruimte te geven om het proces door te maken zonder jezelf te straffen voor eventuele terugvallen.
Noten
- Wiley Blackwell Hedge. V, Nargarkatti. M, Nargarkatti. P, 'Cannabinoid receptor activation leads to massive mobilization of myeloid-derived suppressor cells with potent immunosuppressive properties', European Journal of Immunology, Wiley-Blackwell, November 2010 DOI: 10.1002/eji.201040667
- Washington State University. Cannabis impacts sperm counts, motility in two generations of mice. https://news.wsu.edu/press-release/2021/12/02/cannabis-impacts-sperm-counts-motility-in-two-generations-of-mice/ (ingezien op 19-12-2021)
- Roy Otten & Rutger Engels: Testing Bidirectional Effects between Cannabis Use and Depressive Symptoms: Moderation by the Serotonin Transporter Gen. Addiction Biology,04102011
- Lucas Maillette de Buy Wenniger. Verband cannabisgebruik en depressie bij jongeren. Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:C4187
- Cécile Henquet, Marta Di Forti, Paul Morrison, Rebecca Kuepper, and Robin M. Murray: Gene-Environment Interplay Between Cannabis and Psychosis. Schizophr Bull. 2008 November; 34(6): 1111–1121.
- Moore TH, Zammit S, Lingford-Hughes A, et al. Cannabis use and risk of psychotic or affective mental health outcomes: a systematic review. Lancet 2007;370:319-28.
- Uit een in 2011 gehouden meta-analyse blijkt: "The results of meta-analysis provide evidence for a relationship between cannabis use and earlier onset of psychotic illness, and they support the hypothesis that cannabis use plays a causal role in the development of psychosis in some patients." Large M, Sharma S, Compton MT, Slade T, Nielssen O.: Cannabis use and earlier onset of psychosis: a systematic meta-analysis. Arch Gen Psychiatry. 2011 Jun;68(6):555-61. Epub 2011 Feb 7.
- Nationale Zorggids. 'Hersenhelften communiceren slechter door sterke cannabis'. 30 november 2015
- Meier, M.H., Proceedings of the National Academy of Sciences, Aug. 27, 2012. Madeline H. Meir, PhD, post doctoral researcher, Duke Transdisciplinary Prevention Research Center, Duke University, Durham, N.C. Laurence Steinberg, PhD, professor of psychology, Temple University, Philadelphia. Wayne Hall, PhD, professor, University of Queensland Center for Clinical Research, Queensland, Australia. Robin Murray, MD, Institute of Psychiatry, Kings College, London. News release, Duke University.
- www.uphs.upenn.edu, 2 juni 2014
Lees verder