Genootschappen en vrijmetselarij
Een genootschap is een groep mensen met dezelfde interesses, hobby’s of passies. De leden van zo’n groep worden “genoten” genoemd. Zij houden zich bezig met een specifiek onderwerp. Er bestaan veel soorten genootschappen op allerlei gebied. Een speciaal soort genootschap is een wetenschappelijk genootschap. Ook bijzonder is een geheim genootschap. De activiteiten van een genootschap kunnen heel gevarieerd zijn. Met als voorloper de vrijmetselarij bestaan sommigen al eeuwenlang. Anderen vieren een jubileum van tientallen jaren.
Activiteiten en doelen van leden genootschap
De organisatievorm van een genootschap is in vroegere eeuwen ontstaan maar ook tegenwoordig is er nog steeds een groot aantal actieve genootschappen. De leden voeren gezamenlijk activiteiten uit zoals een studiereis, of houden weekends met een bepaald thema, of wonen door anderen georganiseerde activiteiten bij of doen daar aan mee.
Het aantal leden van een genootschap is meestal beperkt waardoor een besloten karakter ontstaat. Lid worden van een genootschap is een prima manier om snel mensen te leren kennen. De doelen van een genootschap hoeven geen specifiek maatschappelijk belang te hebben. Binnen een genootschap ontstaat vaak een plechtig karakter.
Veel soorten genootschappen
Er bestaan nationale genootschappen maar zij kunnen ook internationaal zijn samengesteld of gericht zijn. In de V.S. komen veel lokale genootschappen voor die bedoeld zijn voor één staat. Er zijn genootschappen op allerlei gebieden zoals op het gebied van: bouw, elektrotechniek, materialen, kunststoffen, landbouw, voeding, letterkunde, cultuur, geschiedenis, levensbeschouwing en vele anderen. Soms zijn zij op een bepaalde Provincie of op een streek of stad gericht. Het belang van veel genootschappen blijft meestal in eigen kring. Anders is dit met de wetenschappelijke genootschappen die algemeen hoog worden gewaardeerd.
Wetenschappelijke genootschappen met academische graad
Een wetenschappelijk genootschap is een vereniging van geleerden met als doel wetenschappelijke aangelegenheden te promoten en de kennis erover te verspreiden. Om lid te worden is meestal een academische graad nodig of een interne verkiezing waarna iemand geworven wordt. Vooral bij oude wetenschappelijke genootschappen is een lidmaatschap een eer voor geleerden met een goede reputatie.
De activiteiten van een wetenschappelijk genootschap zijn vaak conferenties met nieuwe ontdekkingen en het bespreken van de resultaten. Ook worden tijdschriften uitgegeven met artikelen over het vakgebied.
Zo wordt tevens bijgedragen aan het levendig houden van bepaalde discussies. Een groot voordeel van een lidmaatschap is het makkelijk creëren van een netwerk van vakgenoten.
Naast nieuwe wetenschappelijke genootschappen bestaat er een aantal zeer oude:
- 1488 Poolse Sodalitas Litterarum Vistulana
- 1603 Italiaanse Accademia dei Lincei
- 1635 Franse Académie Française
- 1660 Engelse Royal Society
Ku Klux Klan, Camorra en Komitadsji
Van een geheim genootschap zijn meestal alleen mannen lid. Zij betrachten geheimhouding over hun activiteiten. Hun lidmaatschap op zich hoeft niet geheim te worden gehouden. Soms geldt de geheimhouding alleen ten opzichte van vrouwen en kinderen. In dat geval behoort vaak de hele mannelijke bevolking van een dorp of streek tot het genootschap. De activiteiten vinden dan plaats in een mannenhuis of op heimelijke plekken zoals ergens diep in de bossen. De westerse landen kennen ook sinds eeuwen geheime genootschappen met een religieus, ethisch, politiek of sociaal karakter.
Soms vinden bij geheime genootschappen criminele praktijken plaats om een bepaald doel te bereiken. In de Verenigde Staten is bekend de Ku Klux Klan, in Italië de Camorra en in Macedonië de Komitadsji. Ook in het Chinese openbare leven hebben geheime genootschappen door de eeuwen heen steeds een zeer belangrijke rol gespeeld.
Ontstaan uit de Vrijmetselarij
Als voorloper van het Europese geheime genootschap kan de Vrijmetselarij worden beschouwd.
De Vrijmetselarij ontstond in 1717 en vond zijn wortels in de gilden en broederschappen van Schotse en Engelse metselaars. De leden doorliepen de graden van leerling, gezel en meester waarin zij telkens andere inwijdingsrituelen ondergingen. De aankomende metselaar werd gezien als een ruwe steen die gepolijst moest worden. De activiteiten omhelsden liefdadigheid, opvoeding en gezelligheid waarbij de leden geheimhoudingsplicht hadden. Maar illustraties van die tijd geven duidelijk aan dat geheimhouding niet inhield dat er geen publieke optredens waren. In 1738 veroordeelde de Katholieke Kerk de beweging die inmiddels naar het vaste land was overgewaaid. In Frankrijk was een op de twintig stedelingen een vrijmetselaar aan de vooravond van de Revolutie.
Lees verder