Veroordeling en executie van (ex)staatshoofden
Staatshoofden genieten immuniteit die ze vrijwaart van rechtsvervolging. Toch zijn er in het heden en nabije verleden enkele staatslieden te noemen die voor hun wandaden werden gearresteerd, veroordeeld en soms geexecuteerd. Behandeld worden de zaken tegen de staatslieden: Ceausescu, Milosevic en Saddam Hussein.
Immuniteit van Staatshoofden
De Immuniteit van staatshoofden berust op een ongeschreven regel in het internationaal publiek recht. Toch wordt deze regel gerespecteerd door de meeste naties: een 'zittend ' staatshoofd (dat wil zeggen een staatshoofd die volgens het volmacht van zijn natie als staatshoofd fungeert) wordt niet vervolgd. Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag heeft deze regel in 2002 uitgebreid naar ministers van buitenlandse zaken.
In Nederland verklaart artikel 42 van de Grondwet de koning(in) onschendbaar, waardoor de ministers verantwoordelijk worden geacht voor de daden van de vorst. De immuniteit van een staatshoofd gaat zo ver dat Desi Bouterse die in de 90-er jaren van de vorige eeuw in Nederland werd veroordeeld tot celstraf wegens drugssmokkel, in 2011 niet daarvoor gearresteerd kan worden omdat hij 'zittend' president is van Suriname en hij immuniteit geniet zolang hij president is. Toch zijn er in het afgelopen halve decennium staatshoofden gearresteerd, beschuldigd, veroordeeld en sommige geexecuteerd.
Nicolae Ceaușescu
Geboren op 26 januari 1918, terechtgesteld op 25 december 1989. Hij was secretaris-generaal van de Roemeense politieke partij van 1965 tot 1989, president van de raad van State vanaf 1967 en president van Roemenië van 1974 tot 1989. Zijn tweede decade van regeren werd gekenmerkt door een doorgevoerde cultus ten opzichte van zijn persoonlijkheid, nationalisme en een achteruitgang ten aanzien van buitenlandse betrekkingen. Dit gold zowel voor de Westerse mogenheden als voor de toenmalige Sovjet Unie.
Ceaușescu's regeringsperiode
Ceaușescu leek alle blik op de realiteit te verliezen in het laatste decennium van zijn regering. Hij had gigantische sommen geld opgenomen bij de Westerse mogendheden die Roemenië aan de rand van de afgrond brachten. Hij gebruikte dit geld onder andere om een paleis voor zichzelf en zijn vrouw Elena te bouwen van 1400 kamers. Toen hij besloot dat alles tot de laatste cent terug moest worden betaald verkocht hij de binnenlandse agrarische produktie om deviezen voor de terug betaling te genereren. De verkoop van de binnenlandse produktie had hongersnood tot gevolg. Hij wenste echter doof te blijven voor petities en de schrijvers ervan werden hardhandig (soms dodelijk) aangepakt door zijn veiligheidsdienst. Hoewel hij zelf pracht- en geldlievend was stond hij voor een klassiek marxistische politiek. Ceaușescu's regering werd omvergeworpen in de revolutie van december 1989 nadat het Roemeense leger zich aan de kant van de revolutionairen hadden geschaard.
Ceaușescu's terechtstelling
Hij en zijn vrouw Elena werden geëxecuteerd door een vuurpeleton op 25 december 1989 na een haastige door de televisie gevolgde rechtzaak voor een militaire rechtbank die slechts twee uur duurde. Men kan zich afvragen of de 'rechtzaak' voor de militaire rechtbank rechtsgeldig was. De rechtbank vond immuniteit geen item, Ceaușescu was, wat hen betreft op het ogenblik van veroordeling geen staatshoofd meer, alhoewel nergens vast staat dat Ceaușescu was 'afgezet.' Het is niet helemaal duidelijk hoe de militaire rechtbank de veroordeling op Ceaușescu's vrouw Elena kon verantwoorden. Internationaal wordt de rechtzaak tegen de Ceaușescus juridisch als een farce gezien.
Slobodan Milosevic
(20 augustus 1941 — Scheveningen, 11 maart 2006) Milosevic was president van Servië en Joegoslavië. Hij zat gevangen in de Scheveningse vestiging van de Penitentiaire Inrichting Haaglanden op beschuldiging van oorlogsmisdaden om te worden berecht door het Joegoslavië-tribunaal.
Hij werd in 1989 na massale steun van 3 miljoen Serviërs (1/3 van de Serviërs) president van Servië. In 1990 verlieten de Sloveense en Kroatische leden van de federale Communistenbond het Congres. Dieptepunt van de regeerperiode van Milošević was de oorlog met Bosnië en Herzegovina (van 1992 tot 1995).
Toen hij in 1997 niet meer herkiesbaar was als president van Servië liet Milošević zich uitroepen tot president van nieuw-Joegoslavië. Hij wijzigde de grondwet, waarbij hij zich meer bevoegdheden toe-eigende dan hij voorheen had. Milošević stuurde troepen om het Kosovaars Bevrijdingsleger te bestrijden. Dit offensief ging gepaard met etnische zuiveringen die in Kroatië en Bosnië al eerder waren toegepast. Binnen een jaar vielen daar tweeduizend doden.
De arrestatie en het Joegoslavië-tribunaal
Op 27 mei 1999 werd Milošević door het Internationaal Joegoslavië-tribunaal door de hoofdaanklaagster Louise Arbour in Den Haag aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Kosovo werd een internationaal protectoraat. Op 1 april 2001 werd hij gearresteerd. Hij zat gevangen in de Scheveningse vestiging van de Penitentiaire Inrichting Haaglanden op beschuldiging van oorlogsmisdaden om te worden berecht door het Joegoslavië-tribunaal. Vanaf 12 mei 2002 stond hij terecht voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Het is bij Milosevic nooit tot een veroordeling gekomen omdat hij op zaterdag 11 maart 2006 in zijn cel overleed aan de gevolgen van een hartinfarct.
Saddam Hoessein
Geboren op 28 april 1937 in Tikrit, Iraq— terechtgesteld op 30 december 2006 in Baghdad.
Hij was president van Irak van 1979 tot 2003.
Saddam's greep naar de macht
Na het ontslag van president Bakr in 1979 werd hij o.a. president van de Revolutionaire Kommando Raad en eerste minister.
Hij maakte gebruik van een enorm netwerk van geheime veiligheids politie om elke interne oppositie de kop in te drukken.
Hij maakte zichzelf tot een cultus bij het Iraakse publiek. Zijn keiharde hand van regeren werd gemarkeerd door zijn kostbare en onsuccesvolle oorlogen tegen buurlanden.
Saddam's oorlogen
Saddam Hoessein voerde van 1980 tot 1988 een bloedige oorlog met het Iran. Hij zette in deze oorlog verschillende uit de Sovjet-Unie afkomstige chemische massavernietigingswapens in ( dit is bevestigd door inspecteurs van de Verenigde Naties).
In augustus 1990 bezette hij Koeweit. Dit was het begin van de Golfoorlog van 1990-1991. Tijdens de oorlog vuurde hij Scud-raketten af op Israël en Saoedi-Arabië. In 1991 werd zijn bezetting van Koeweit door gealliëerde strijdkrachten onder aanvoering van de Verenigde Staten (Operatie Desert Storm) ongedaan gemaakt.
De Veiligheidsraad van de VN riep Saddam in november 2002 op volledig en onvoorwaardelijk mee te werken aan wapeninspecties. In maart 2003 oordeelden de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en een aantal bondgenoten dat Irak niet aan deze VN-oproep voldeed en openden de aanval wat het begin inluidde van de Irak oorlog.
Het einde van de regering van Saddam Hoessein
Saddam Hoessein werd op 13 december 2003 gearresteerd door Koerdische troepen van de Patriottische Unie van Koerdistan en Amerikaanse speciale eenheden in een plaats 15 km van zijn geboortestad. Op 19 oktober 2005: werd aangevangen met het proces wegens de moorden in Dujail, waartoe Saddam waarschijnlijk had opdracht gegeven. Op 5 november 200 sprak de Iraakse rechter het doodvonnis uit over de voormalige Iraakse president Dit doodvonnis werd op 26 december 2006 door het hooggerechtshof van Irak bevestigt. Op 30 december 2006 werd het vonnis door ophanging voltrokken in Bagdad.
Amnesty International en Human Rights Watch lieten weten het vonnis te betreuren en geven aan dat Saddam Hoessein volgens hen geen eerlijk proces gekregen heeft. Ook de Europese Unie sprak teleurstelling uit over het uitvoeren van de doodstraf. Het is niet echt na te gaan of de rechtzaak tegen Saddam Hussein tegen de regels van het Iraakse recht was en de mensenrechten organisaties gelijk hadden dat Saddam Hussein geen eerlijk proces heeft gehad. Doordat de Iraakse rechtbank over Saddam oordeelde bleef de rechtzaak een binnenlandse affaire.
Lees verder