Tehilliem: Psalm 40 – een Joodse uitleg
De psalmdichter spreekt over de talloze wonderen die G'd het Joodse volk bracht door zich af te vragen: “Wie kan Zijn macht beschrijven. Ik kan ze bespreken, maar ze zijn te talrijk!” Hij schiep de wereld en splitste de zee ter wille van Israël. En toch verlangt Hij geen offers maar dat we luisteren naar Zijn stem. Ook behandelt deze Psalm het lijden van de mens. Tehilliem worden ook anno 2024 door Joodse mensen collectief en individueel gereciteerd, omdat het verlangen ontstaat om G-d te prijzen en te danken; of als alternatief, in tijden van crisis en nood, als een vorm van smeekbede, en zelfs als een plek om spijt te betuigen over zonde.
Tekst Psalm 40
Vol verlangen heb ik op de Eeuwige gewacht en Hij boog zich naar mij toe, Hij heeft mijn roep om hulp gehoord. Hij trok mij uit de kuil van het graf, uit de modder, uit het slijk. Hij zette mij neer op een rots, een vaste grond voor mijn voeten. Hij gaf mij een nieuw lied in de mond, een lofzang voor onze G'd. Mogen velen het zien vol ontzag en vertrouwen op de Eeuwige.
…..
…..
Wie bij U hun geluk zoeken zullen lachen en vrolijk zijn, wie van u hun redding verwachten zullen steeds weer zeggen: “Groot is de Eeuwige.” Ik ben arm en zwak, Heer, denk aan mij. U bent mijn helper, mijn bevrijder, mijn G'd, wacht niet langer.
Hebreeuwse tekst Psalm 40 - תהילים מ
א לַמְנַצֵּחַ לְדָוִד מִזְמוֹר. ב קַוֹּה קִוִּיתִי יְהוָה וַיֵּט אֵלַי וַיִּשְׁמַע שַׁוְעָתִי. ג וַיַּעֲלֵנִי מִבּוֹר שָׁאוֹן מִטִּיט הַיָּוֵןוַיָּקֶם עַל-סֶלַע רַגְלַי כּוֹנֵן אֲשֻׁרָי. ד וַיִּתֵּן בְּפִי שִׁיר חָדָשׁ תְּהִלָּה לֵאלֹהֵינוּיִרְאוּ רַבִּים וְיִירָאוּ וְיִבְטְחוּ בַּיהוָה. ה אַשְׁרֵי הַגֶּבֶר אֲשֶׁר-שָׂם יְהוָה מִבְטַחוֹוְלֹא-פָנָה אֶל-רְהָבִים וְשָׂטֵי כָזָב. ו רַבּוֹת עָשִׂיתָ אַתָּה יְהוָה אֱלֹהַי נִפְלְאֹתֶיךָ וּמַחְשְׁבֹתֶיךָ אֵלֵינוּאֵין עֲרֹךְ אֵלֶיךָ אַגִּידָה וַאֲדַבֵּרָה עָצְמוּ מִסַּפֵּר. ז זֶבַח וּמִנְחָה לֹא-חָפַצְתָּ אָזְנַיִם כָּרִיתָ לִּיעוֹלָה וַחֲטָאָה לֹא שָׁאָלְתָּ. ח אָז אָמַרְתִּי הִנֵּה-בָאתִי בִּמְגִלַּת-סֵפֶר כָּתוּב עָלָי. ט לַעֲשׂוֹת-רְצוֹנְךָ אֱלֹהַי חָפָצְתִּי וְתוֹרָתְךָ בְּתוֹךְ מֵעָי. י בִּשַּׂרְתִּי צֶדֶק בְּקָהָל רָב הִנֵּה שְׂפָתַי לֹא אֶכְלָאיְהוָה אַתָּה יָדָעְתָּ. יא צִדְקָתְךָ לֹא-כִסִּיתִי בְּתוֹךְ לִבִּי אֱמוּנָתְךָ וּתְשׁוּעָתְךָ אָמָרְתִּילֹא-כִחַדְתִּי חַסְדְּךָ וַאֲמִתְּךָ לְקָהָל רָב. יב אַתָּה יְהוָה לֹא-תִכְלָא רַחֲמֶיךָ מִמֶּנִּיחַסְדְּךָ וַאֲמִתְּךָ תָּמִיד יִצְּרוּנִי. יג כִּי אָפְפוּ-עָלַי רָעוֹת עַד-אֵין מִסְפָּר הִשִּׂיגוּנִי עֲוֹנֹתַי וְלֹא-יָכֹלְתִּי לִרְאוֹתעָצְמוּ מִשַּׂעֲרוֹת רֹאשִׁי וְלִבִּי עֲזָבָנִי. יד רְצֵה יְהוָה לְהַצִּילֵנִי יְהוָה לְעֶזְרָתִי חוּשָׁה. טו יֵבֹשׁוּ וְיַחְפְּרוּ יַחַד מְבַקְשֵׁי נַפְשִׁי לִסְפּוֹתָהּיִסֹּגוּ אָחוֹר וְיִכָּלְמוּ חֲפֵצֵי רָעָתִי. טז יָשֹׁמּוּ עַל-עֵקֶב בָּשְׁתָּם הָאֹמְרִים לִי הֶאָח הֶאָח. יז יָשִׂישׂוּ וְיִשְׂמְחוּ בְּךָ כָּל-מְבַקְשֶׁיךָיֹאמְרוּ תָמִיד יִגְדַּל יְהוָה אֹהֲבֵי תְּשׁוּעָתֶךָ. יח וַאֲנִי עָנִי וְאֶבְיוֹן אֲדֹנָי יַחֲשָׁב-לִיעֶזְרָתִי וּמְפַלְטִי אַתָּה אֱלֹהַי אַל-תְּאַחַר.
Luister naar Psalm 40
Luister naar Psalm 40 in het
Hebreeuws.
Toelichting op Psalm 40 van Rabbi Yitzchok Rubin
David telt de vele malen dat hij door HaShem gered is. Hij spreekt over zijn eeuwigdurend vertrouwen, hoewel hij zich ervan bewust is dat zijn moeilijkheden nog lang niet voorbij zijn.
Hoe ver David ook is afgedwaald, G'd luistert naar hem. Ook al denken we soms dat G'd niet luistert toch doet Hij dit altijd. Zelfs al we dreigen te verdrinken in het drijfzand trekt G'd ons er weer uit. Joden zijn nakomelingen van voorouders die veel leed zijn overkomen en toch leefden zij op vaste bodem. We moeten boren in de bronnen van hun moed.
Iedere generatie kent haar eigen crises en beproevingen. Wanneer we deze doorstaan en groeien, leidt dit tot nieuwe lofprijzingen van G'd. Door de wanhoop te overwinnen banen we een nieuwe weg voor G'ds zegen.
We zijn een kleine stem in de grote wereld, en dat is altijd zo geweest. Maar we zijn sterk door ons vertrouwen in G'd. Die dit niet begrijpen zijn beklagenswaardig, zij zinken in het moeras dat door hun arrogantie wordt veroorzaakt.
De Joodse rechtvaardigen hebben de rest van het Joodse volk uit het moeras getrokken en ons sterkte gegeven. Vanaf het moment dat de Tora werd geopenbaard werd het deel van de Joden. De Joodse ziel wil de wereld vullen met het licht van HaShem. Door te verklaren dat G'd de Enige is door middel van onze handelingen en daden stijgen we boven de duisternis van de wereld uit. Wanneer de wereld wanhoopt moeten wij de eeuwige waarheden van de Tora verkondigen. Hierdoor zullen we gesterkt worden.
Per vers het commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Psalmen weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
Vers 2
Ik heb enorm op de Heer gehoopt en Hij strekte [Zijn oor] naar mij uit en hoorde mijn geroep.
Ik heb enorm op de Heer gehoopt: in Egypte, en deze psalm is bedoeld voor heel Israël.
en Hij strekte: Zijn oor.
Vers 3
En Hij trok mij uit de brullende put, uit de dikke modder, en Hij zette mijn voeten op een rots, Hij zette mijn treden op.
uit de brullende put: Van de gevangenschap van Egypte en van het gebrul van hun tumult.
uit de dikke modder: Van de zee. היון is een uitdrukking van modder, fanyas in Oud-Frans (fange in modern Frans), slijm.
Hij zette op: Hebr. כונן, Hij bereidde mijn stappen voor.
Vers 4
Hij bracht een nieuw lied in mijn mond, een lof aan onze G'd, zodat velen de Heer mogen zien en vrezen.
een nieuw lied: Het lied van de zee.
Vers 5
Geprezen is de man die de Heer tot zijn vertrouwen heeft gemaakt en zich niet tot de hoogmoedigen en tot degenen die zich tot valsheid wenden heeft gewend.
de hoogmoedigen: Hebreeuws רהבים, een uitdrukking van hooghartigheid, zoals (in Jesaja 3:5): "zij zullen zich hooghartig gedragen (ירהבו), de jeugd"; (Lied 6:5) "want zij hebben mij hooghartig gemaakt (הרהבותי)."
en tot degenen die zich tot valsheid wenden: Degenen die zich afkeren van de rechte weg om de valsheid van heidense goden te volgen; e tornons in het Oud-Frans en degenen die zich afwenden; in modern Frans, et se tournant.
Vers 6
U hebt grote dingen gedaan, U, o Heer mijn G'd. Uw wonderen en uw gedachten zijn voor ons. Er is niemand om U te evenaren; als ik zou vertellen en spreken, zouden ze er teveel zijn om te vertellen.
Uw wonderen en uw gedachten zijn voor ons: U hebt Uw wereld voor ons geschapen; U splitste de zee voor ons, en U dacht dat we ons uiteindelijk zouden helpen [door ons] veertig jaar in de woestijn te houden vanwege de Amorieten, die de bomen omhakken en hun land verwoestten toen ze hoorden dat Israël naar buiten was gekomen om hun land te erven.
Er is niemand om U te evenaren: We kunnen geen enkele koning of redder met U vergelijken. De uitdrukking ערך is als (Leviticus 27:12): "waardering (כערכך)", een prizjjr in het Oud-Frans, om te schatten, [a priser, in het moderne Frans].
als ik zou vertellen en spreken: Als ik zou komen vertellen en spreken, zouden ze er teveel zijn om te vertellen.
Vers 7
U wenste noch offer noch spijsoffer; U hebt oren voor me maakt; een brandoffer of een zondoffer hebt U niet gevraagd.
U wenste noch offer noch spijsoffer: op de dag van het geven van de Tora, zoals de kwestie die wordt verklaard (in Exodus 19:5): "En nu, als u ernstig naar Mijn stem, enz. wilt luisteren," en eveneens (in Jeremia 7:22) De Bijbel zegt: "Want ik heb niet gesproken met uw voorvaderen noch heb ik hun geboden, enz., Betreffende een brandoffer of een offer." Ik zei: (Leviticus 1:2) "Indien ... uit uw midden", maar ik had het niet nodig als een verplichting om je te belasten. De dagelijkse offers en de aanvullende offers zijn alleen om Mij plezier te brengen, dat Ik verordineerde en Mijn wil werd uitgevoerd, maar het is een kleine zaak.
U hebt oren voor me maakt: zeggende: "Hoor naar mijn stem."
U hebt gemaakt: U hebt ze hol gemaakt [waardoor ik] het kon horen.
Vers 8
Toen zei ik: "Zie, ik ben gekomen", met een boekrol voor mij geschreven.
Toen: ten tijde van het geven van de Tora, zie, ik kwam naar U toe om gebonden te zijn in Uw verbond. (Exodus 24:7): "Wij zullen doen en horen", en deze zaak is als getuigenis over mij geschreven in de boekrol, d.w.z. in de wet van Mozes.
Vers 9
O G'd, ik wilde Uw wil doen en Uw wet [in mijn ingewanden] hebben.
en Uw wet [in mijn ingewanden] hebben: Zelfs mijn voedsel is volgens Uw wet; Ik at noch onreine beesten, noch ongebonden producten.
Vers 10
Ik bracht tijdingen van gerechtigheid in een grote vergadering. Zie, ik zal mijn lippen niet onthouden, o Heer, u weet het.
Ik bracht tijdingen van gerechtigheid: Het lied bij de zee, het lied bij de bron (Numeri 21:17-20) en het lied van Deborah (Richteren 5).
Ik zal niet onthouden: Hebreeuws אכלא, ik zal niet onthouden, een uitdrukking van (Genesis 8:2): "En de regen werd ingehouden (ויכלא)."
Vers 12
U, o Heer, onthoud Uw barmhartigheden niet voor mij; moge Uw vriendelijkheid en uw waarheid me altijd in de gaten houden.
onthoud Uw barmhartigheden niet voor mij: Hebreeuws לא תכלא, niet onthouden.
me in de gaten houden: Hebreeuws יצרוני, let op mij.
Vers 13
Want talloze kwaden hebben mij omringd; mijn ongerechtigheden hebben mij ingehaald en ik kon ze niet zien omdat ze talrijker zijn dan de haren op mijn hoofd en mijn hart heeft me verlaten.
hebben omringd: Hebreeuws אפפו, hebben omringd.
Vers 15
Mogen zij die mijn ziel proberen te vernietigen samen beschaamd en in verlegenheid gebracht worden; mogen degenen die me kwaad willen doen, zich terugtrekken en vernederd worden.
te vernietigen: Hebreeuws לספותה, om het te vernietigen, zoals we vertalen (in Deuteronomium 2:14): "totdat de hele generatie ... verdwenen was, דרא עד דסף כל-.
Vers 16
Mogen zij achteraf verbijsterd zijn vanwege hun schaamte, zij die over mij zeggen: "Aha! Aha!"
Mogen zij verbijsterd zijn: [zoals vertaald,] mogen ze verbijsterd zijn.
achteraf vanwege hun schaamte: Hebreeuws על-עקב. Wanneer ze hun schaamte ontvangen na alles [wat ze hebben gedaan], in de mate die ze afmeten en in de manier waarop ze tegen Mij liepen. עקב is als (onder 77:20): "en uw stappen (ועקבותיך) waren niet bekend"; (Hooglied 1:8), "ga in de voetsporen van (בעקבי) de kudden." Ze zijn allemaal een uitdrukking van voetstappen, in Franse sporen, voetafdrukken op de hiel.
zij die over mij zeggen: "Aha! Aha!":
Vers 18
Maar ik ben arm en behoeftig; moge de Heer aan mij denken. U bent mijn hulp en mijn redder, mijn G'd; loop geen vertraging op.
arm: Elke uitdrukking van arm en behoeftig in Psalmen verwijst alleen naar Israël.
moge...aan mij denken: Hebreeuws יחשב. Moge Hij acht slaan op mij om aan mijn armoede en behoeftigheid te denken, om mij te redden. Pensa in het Frans, om na te denken.
Psalm 1 tot en met 92
Wilt u meer Psalmen lezen met een Joodse uitleg? Ga naar:
Psalmen 1 tot en met 92.