Tehilliem: Psalm 34 - een Joodse uitleg
Psalm 34 gaat over David die in het paleis van Achish, de broer van Goliath, zit en in groot gevaar is. David doet zich voor als een dwaze man. Hij schrijft op de deuren dat Achisch, koning van Gath, hem 100.000 gouden munten schuldig is. Achisch verwijdert hem uit het paleis. Uit blijdschap schrijft David deze psalm in alfabetische volgorde. Tehilliem worden ook anno 2024 door Joodse mensen collectief en individueel gereciteerd, omdat het verlangen ontstaat om G-d te prijzen en te danken; of als alternatief, in tijden van crisis en nood, als een vorm van smeekbede, en zelfs als een plek om spijt te betuigen over zonde.
Tekst Psalm 34
Van David, toen hij zich als krankzinnige aanstelde voor Awimelech, die hem verjoeg en hij weg moest gaan. Prijzen wil ik de Eeuwige altijd weer, steeds is een lofzang voor Hem in zijn mond. Heel mijn ziel zingt de lof van de Eeuwige, laten zij die bedrukt zijn het horen en blij zijn.
..
..
Hij past op al zijn ledematen, niet één ervan wordt gebroken. Het kwaad doodt de slechte en die de brave haten moeten hun schuld boeten. De Eeuwige redt het leven van Zijn dienaren, allen die bij Hem schuilen hebben geen schuld te boeten.
Hebreeuwse tekst Psalm 34 - תהילים לד
א לְדָוִד בְּשַׁנּוֹתוֹ אֶת-טַעְמוֹ לִפְנֵי אֲבִימֶלֶךְ וַיְגָרְשֵׁהוּ וַיֵּלַךְ. ב אֲבָרְכָה אֶת-יְהוָה בְּכָל-עֵת תָּמִיד תְּהִלָּתוֹ בְּפִי. ג בַּיהוָה תִּתְהַלֵּל נַפְשִׁי יִשְׁמְעוּ עֲנָוִים וְיִשְׂמָחוּ. ד גַּדְּלוּ לַיהוָה אִתִּי וּנְרוֹמְמָה שְׁמוֹ יַחְדָּו. ה דָּרַשְׁתִּי אֶת-יְהוָה וְעָנָנִי וּמִכָּל-מְגוּרוֹתַי הִצִּילָנִי. ו הִבִּיטוּ אֵלָיו וְנָהָרוּ וּפְנֵיהֶם אַל-יֶחְפָּרוּ. ז זֶה עָנִי קָרָא וַיהוָה שָׁמֵעַ וּמִכָּל-צָרוֹתָיו הוֹשִׁיעוֹ. ח חֹנֶה מַלְאַךְ-יְהוָה סָבִיב לִירֵאָיו וַיְחַלְּצֵם. ט טַעֲמוּ וּרְאוּ כִּי-טוֹב יְהוָה אַשְׁרֵי הַגֶּבֶר יֶחֱסֶה-בּוֹ. י יְראוּ אֶת-יְהוָה קְדֹשָׁיו כִּי-אֵין מַחְסוֹר לִירֵאָיו. יא כְּפִירִים רָשׁוּ וְרָעֵבוּ וְדֹרְשֵׁי יְהוָה לֹא-יַחְסְרוּ כָל-טוֹב. יב לְכוּ-בָנִים שִׁמְעוּ-לִי יִרְאַת יְהוָה אֲלַמֶּדְכֶם. יג מִי-הָאִישׁ הֶחָפֵץ חַיִּים אֹהֵב יָמִים לִרְאוֹת טוֹב. יד נְצֹר לְשׁוֹנְךָ מֵרָע וּשְׂפָתֶיךָ מִדַּבֵּר מִרְמָה. טו סוּר מֵרָע וַעֲשֵׂה-טוֹב בַּקֵּשׁ שָׁלוֹם וְרָדְפֵהוּ. טז עֵינֵי יְהוָה אֶל-צַדִּיקִים וְאָזְנָיו אֶל-שַׁוְעָתָם. יז פְּנֵי יְהוָה בְּעֹשֵׂי רָע לְהַכְרִית מֵאֶרֶץ זִכְרָם. יח צָעֲקוּ וַיהוָה שָׁמֵעַ וּמִכָּל-צָרוֹתָם הִצִּילָם. יט קָרוֹב יְהוָה לְנִשְׁבְּרֵי-לֵב וְאֶת-דַּכְּאֵי-רוּחַ יוֹשִׁיעַ. כ רַבּוֹת רָעוֹת צַדִּיק וּמִכֻּלָּם יַצִּילֶנּוּ יְהוָה. כא שֹׁמֵר כָּל-עַצְמוֹתָיו אַחַת מֵהֵנָּה לֹא נִשְׁבָּרָה. כב תְּמוֹתֵת רָשָׁע רָעָה וְשֹׂנְאֵי צַדִּיק יֶאְשָׁמוּ. כג פֹּדֶה יְהוָה נֶפֶשׁ עֲבָדָיו וְלֹא יֶאְשְׁמוּ כָּל-הַחֹסִים בּוֹ.
Luister naar Psalm 34
Luister naar Psalm 34 in het
Hebreeuws.
Toelichting op Psalm 34 van Rabbi Yitzchok Rubin
in levensgevaar blijf jezelf op G'd richten
Terwijl David in levensgevaar is concentreert hij zich geheel op G'd en vertelt aan ons hoe hij het ervaren heeft. Hij heeft zich als een krankzinnige gedragen en is toen weggestuurd. David volhardt omdat hij G'd constant prijst. Zo moeten wij ons ook in benarde situaties op G'd blijven richten. Zolang we ons op G'd richten kan niets ons klein maken. Zelfs de Holocaust heeft Joden niet van de Tora doen afwijken.
niet blind voor problemen zijn
David is niet blind voor zijn problemen. Hij heeft net als elk mens angst. Maar hij richt deze gevoelens op G'd. De kracht van HaShem wekt sterkte op. David omschrijft zichzelf als een arme man, maar zelfs vanuit de diepte helpt G'd.
vrede zoeken
Elk mens heeft een doel in zijn leven en als hij dat inziet houdt hij van zijn dagen. Keer u af van het kwade en doe het goed. Vrede vindt u als u het zoekt.
Per vers het commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Psalmen weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
Vers 1
Van David, toen hij zijn geestelijke gezondheid vermomde voor Abimelech, waarna hij hem verdreef en hij vertrok.
toen hij zijn geestelijke gezondheid vermomde: zoals de kwestie die wordt verklaard (in I Samuël 21:14): "En hij veranderde zijn spraak voor hun ogen, enz. En hij krabbelde op de deuren van de poorten." Dat hij zijn spraak en zijn gezond verstand vermomde en veinsde waanzin en liet zijn speeksel op zijn baard lopen.
voor Abimelech: Alle Filistijnse koningen werden zo genoemd, en alle Egyptische koningen [werden] Farao genoemd. Hoewel zijn naam Achish was, heette hij Abimelech. De Midrash Aggadah legt uit dat hij net zo rechtvaardig was als Abimelech (vermeld in de Tora met betrekking tot Sarah), want hij wilde hem niet doden, hoewel zijn mannen tegen hem zeiden: "Is dit niet David, de koning van het land?" Zoals wordt vermeld in Midrash Psalmen (34:1).
Vers 3
Mijn ziel roemt van de Heer; mogen de nederigen horen en zich verheugen.
Mijn ziel roemt van de Heer: Ik schep op en prijs mezelf dat ik zo'n beschermheer heb om me te redden en te beschermen. Se porvantera in het Frans, ik zal opscheppen.
mogen de nederigen horen: de wonderen die Hij voor mij deed. Door mijn lof zullen ze het begrijpen en zich verheugen.
Vers 5
Ik zocht de Heer en Hij antwoordde mij en Hij verloste mij van al mijn verschrikkingen.
mijn verschrikkingen: Hebreeuws מגורותי, een uitdrukking van angst, zoals (in Numeri 22:3): "en Moab werd doodsbang (ויגר)."
Vers 6
Ze keken naar Hem en ze werden stralend, en hun gezichten zullen zich niet schamen.
Ze keken naar Hem: Al degenen die uit hun problemen naar Hem keken.
en ze werden stralend: Hun gezichten straalden.
zich niet schamen: Hebreeuws יחפרו, zij zullen beschaamd worden als (in Jesaja 24:23): "En de maan zal beschaamd worden (וחפרה) en de zon zal worden beschaamd."
Vers 9
Begrijp en zie dat de Heer goed is; prijzenswaardig is de man die zich in Hem schuilhoudt.
Begrijp en zie dat de Heer goed is: Begrijp zijn woord.
Vers 10
Vrees de Heer, zijn heiligen; want er is geen behoefte aan hen die Hem vrezen.
Vrees: Hebr. יראו. Wees bang, de gebiedende vorm.
Vers 11
Jonge leeuwen lijden gebrek en hebben honger, maar zij die de Heer zoeken ontbreekt niets.
lijden gebrek: Hebreeuws רשו, een uitdrukking van armoede.
ontbreekt niets: Hebreeuws כל טוב, nient bon, enig goed, zoals (in Exodus 12:16): "elk werk (כל-מלאכה)."
Vers 15
Schuw het kwade en doe het goede, zoek vrede en jaag het na.
zoek vrede: in jouw plaats.
en jaag het na: ergens anders.
Vers 17
Het aangezicht van de Heer is tegen boosdoeners, om hun gedachtenis van de aarde af te snijden.
Het aangezicht van de Heer: Zijn boze gezicht, les ires in Old French, ire, zoals (in Leviticus. 20:5): "En ik zal mijn gezicht richten, enz." Zo associeerde Menachem (p. 143) het.
Vers 18
Ze schreeuwen het uit en de Heere luistert, en Hij redt hen van al hun problemen.
Ze schreeuwen het uit: d.w.z. de rechtvaardigen en de Heer luistert.
Vers 20
Vele kwaden overkomen de rechtvaardige, maar de Heer redt hem van hen allen.
Vele kwaden overkomen de rechtvaardige: Vele kwaden en verschrikkingen overkomen hem, en hij is van hen allemaal gered.
Vers 21
Hij bewaakt al zijn botten; geen van hen was kapot.
Hij bewaakt: De Heilige, gezegend zij Hij, bewaakt al zijn beenderen.
Vers 22
Het kwaad zal de goddelozen doden, en degenen die de rechtvaardigen haten, zullen schuldig worden verklaard.
Het kwaad zal de goddelozen doden: Het kwaad dat de slechte man doet, zal hem doden.
zal doden: Hebreeuws תמותת, [gelijk aan] תמית.
Vers 23
De Heer verlost de ziel van zijn dienaren, en allen die hun toevlucht tot hem nemen, zullen niet als schuldig worden beschouwd.
niet als schuldig worden beschouwd: Ze zullen er geen spijt van krijgen te zeggen: "Wij zijn schuldig, omdat wij in U schuilden." Repontiront in Oud Frans, zie repentiront: zij hebben berouw.
Psalm 1 tot en met 92
Wilt u meer Psalmen lezen met een Joodse uitleg? Ga naar:
Psalmen 1 tot en met 92.