Jezus hield zich volledig aan joodse wet (Tora), ook sabbat
Er heerst op het internet grote controverse over de vraag of Jezus zich al dan niet aan de Joodse wet, de Tora, hield. Critici beweren met klem dat Jezus de Tora met voeten trad en dat hij door het gehele Nieuwe testament heen geboden van de Tora schond. Niets is minder waar. Jezus hield zich aan de Tora en hij kwam om deze te vervullen en niet om deze te vernietigen. Hij stelde wel de tradities of 'de overlevering der ouderen' aan de kaak, als deze inging tegen het hart van de Tora.
Discussie over de vraag of Jezus zich aan de Tora hield
Er heerst op het internet grote controverse over de vraag of Jezus (Jesjoea in het Hebreeuws) zich al dan niet aan de Joodse wet, de Tora, hield. Critici uit joods-rabbijnse hoek, beweren met klem dat Jezus de Tora met voeten trad. Zij zeggen dat Jezus door het gehele Nieuwe testament heen geboden van de Tora schond. Rabbi Shraga Simmons bijvoorbeeld, haalt daarbij het Bijbelgedeelte Johannes 9:14 aan, waarin Jezus volgens sommige Farizeeën de
sabbat overtrad door een man die al vanaf zijn geboorte blind was te genezen.(1) Deze Farizeeën meenden dat Jezus het sabbatgebod overtrad doordat Jezus' genezing als werk gold en dat was op de sabbat verboden. Jezus kan volgens rabbi Shraga Simmons dus niet de Messias zijn, want de van God gezondene zal het joodse volk naar volledige naleving van de Tora leiden. De Tora stelt immers dat alle mitswot eeuwig bindend zijn (Deuteronomium 13:1-19). Jezus moet daarom beschouwd worden als een valse profeet.
De rabbi slaat echter de plank volledig mis. Jezus hield zich tijdens zijn leven op aarde, zoals we hieronder zullen zien, volledig aan de Tora. Hij is geen iconoclast die alles wilde vernietigen wat er voor Hem was geweest en er wat nieuws voor in de plaats wilde stellen. Integendeel, Jezus zei: "
"Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan" (Matteüs 5:17-19).
Hij stelde wel de tradities of 'de overlevering der ouderen' aan de kaak als deze in tegenspraak waren met het door God gegeven Woord. Jezus legt de Tora uit tegen de enig mogelijke achtergrond: het grote gebod van de liefde. Dit gebod bepaalt hoe de mensen zich tot God en tot elkaar moeten verhouden.
Met de vele genezingen die Jezus uitvoerde op de sabbat, maakte hij de Farizeeën, die vanuit hun interpretatie van de Tora allerlei regels hadden bedacht over wat in hun ogen wel en niet was toegestaan op deze heilige dag, woedend. In weerwil van de beschuldigingen van de Farizeeën, overtrad Jezus niet de sabbat, maar keerde hij juist terug naar de oorspronkelijke bedoeling van deze door God apart gezette dag.
De sabbat is fundamenteel gewijd aan het welzijn van de mens. De mens heeft een rustdag nodig en de sabbat komt aan deze menselijke behoefte tegemoet. Het is bovendien een dag die voor God is bestemd: een heilige sabbat ter ere van de Heer (zie o.a. Exodus 16:23; Leviticus 23:3). Het einddoel van het leven ligt niet in de voorafgaande zes werkdagen, waarin we werken aan het bevolken en regeren van de wereld. Op de zevende dag kunnen we rusten om God te prijzen; God eren is het doel van ons bestaan. Jezus keert terug naar de oorspronkelijke waarde en functie van de sabbat. Deze instelling is bedoeld om het werk te laten liggen, te rusten en met andere gelovigen samen te komen om God te eren, te prijzen en groot te maken. Een juist verstaan van de sabbat betekent dat de gelovige zich ook op deze dag - net als de andere dagen van de week - ontfermt over zijn medemens en dat hij goed doet jegens een ander. Het eren van God krijgt gestalte in het praktische leven, in de wandel en handel van de gelovige. Op de sabbat moet het goed-doen niet wijken voor regeltjes. Gods normen en regels zijn bedoeld om goed te doen en dat geldt zeker voor de regels met betrekking tot de sabbat. Het gaat ten diepste om goeddoen of kwaaddoen en niet om gehoorzaam te zijn aan regels en wetten (Jesaja 58:6-14). Het is alleszins geoorloofd op de sabbat goed te doen, want als je de gelegenheid hebt het goede te doen en je doet het niet dan is het geen goede maar een kwade dag (Matteüs12:12; Marcus 3:4; Lucas 6:9).
Deze diepere gedachten achter de sabbat waren goeddeels naar de achtergrond verdwenen in de tijd van Jezus. De sabbat was verworden tot een dag waarop de juiste uitvoering van allerlei door mensen bedachte regeltjes belangrijker was, dan een spontane reactie op de noden van de mensheid. Het ging om de slaafse navolging van regels, om des regels wil. In de genezingen die Jezus verrichtte op de sabbat zien we dat het weer heelmaken van de mens bij hem centraal staat, geheel in lijn met de bedoeling van de sabbat. Vergeet niet wat er geschreven staat in Marcus 2:27: "
De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat".
Jesus in the synagoge
"Jesus must have been observant of the Torah. If he hadn't been, het would have been bared drom even attending the synagoge, let alone speaking in it."(2)
Jezus was en is een Jood
Jezus de Messias was een Jood die geboren werd in een Joodse familie in Bethlehem (Matteüs 2:1). Hij groeide op tussen Joden in de plaats Nazareth (Lucas 2:39-40). Het eerste vers in de Nieuwe Testament begint met de proclamatie dat Jezus afstamt van Abraham en in etnische zin een Jood is: "Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham." In Hebreeën 7:14 wordt ook gerefereerd aan de afkomst van Jezus: "Het is immers bij iedereen bekend dat onze Heer is voortgekomen uit Juda...", alwaar het woord 'Jood' van afgeleid is.
Jezus' bediening speelde zich af onder Joden in de streek Galilea. Hij stierf aan het kruis en Hij rees op uit de dood in de Joodse hoofdstad Jeruzalem. Hij leefde en werkte in Eretz-Israël, het Land Israël, het door God aan Abraham en Israël beloofde land.
En Jezus is nog steeds een Jood. Jezus is immers niet dood maar hij leeft - hij is opgestaan uit de doden. Bovendien staat nergens in de Bijbel dat hij geen Jood meer is.
Jezus leefde als een Jood en hij hield zich aan de Tora
Jezus is niet alleen een Jood, maar hij leefde ook als een Jood, hij hield zich aan de Joodse Wet, de Tora. Over zijn jeugd het volgende. Jezus werd op de achtste dag besneden (Lucas 2:21). Zijn ouders handelden in alles overeenkomstig de wet van de Heer (Lucas 2:39). Jezus' ouders brachten hem naar de tempel voor een reinigingsritueel (Lucas 2:25-28). Zijn ouders gingen jaarlijks voor het Pesachfeest naar Jeruzalem (Lucas 2:41). Toen Jezus twaalf jaar was, bleef hij drie dagen in de tempel, waar hij tussen de leraren zat, terwijl hij naar hen luisterde en hun vragen stelde, alhoewel allen die hem hoorden versteld stonden van zijn inzicht en zijn antwoorden (Lucas 2:46-47). Het stellen van vragen en luisteren in wat Jezus noemt - 'het huis van mijn Vader' - getuigt van diep respect voor het Woord en de leraren.
Yeshua is the Law (Torah)
Yeshua obeyed 'all' of the commandments of God perfectly and taught others to do the same. Why?
'In the beginning was the Word, and the Word was with God, and the Word was God. He was with God in the beginning. Through him all things were made; without him nothing was made that has been made....The Word became flesh and made his dwelling among us. We have seen his glory, the glory of the One and Only, who came from the Father, full of grace and truth.' (John 1:1-3,14) (Bron: http://www.treeoflifeknoxville.com)
Jezus bevestigde de autoriteit van de Tora en de profeten (Matteüs 5:17-19). Hij hield de sabbat zoals we hierboven hebben uiteengezet en hij bezocht regelmatig een synagoge (Lucas 4:16). Hij onderwees er de mensen (Marcus 1:39) en werd door allen geprezen (Lucas 4:15). Hij gaf ook onderricht in de tempel in Jeruzalem (Lucas 21:37). Alleen Joden mochten de tempel bezoeken (Handelingen 21:28-30).
Hij vierde Pesach (Johannes 2), het Joodse Loofhuttenfeest (Johannes 7:2-10) en hij ging in beide gevallen naar Jeruzalem zoals voorgeschreven in de Tora (Deuteronomium 16:16). Ook vierde hij het feest van de Tempelwijding (Johannes 10:22). Jezus identificeerde zichzelf als een Jood (Johannes 4;22) en als de koning van de Joden (Marcus 15:2). Tot aan zijn dood was Jezus een praktiserende Jood. Vlak voor zijn lijden en sterven at Jezus met zijn apostelen het pesachmaal (Lucas 22).
In zijn uiterlijke verschijning was Jezus ook voluit Jood. In Nederlandse vertalingen wordt in de Bijbelgedeelten Lucas 8:43 en Matteüs 14:36 gesproken over 'de zoom van zijn kleed'. Uit de grondtekst kunnen we echter opmaken dat hij
tzitzit, ofwel joodse gebedskwastjes droeg die als een herinneringsteken moeten dienen: "De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten dat zij en al hun nakomelingen aan de zoom van hun kleren kwastjes moeten bevestigen waarin een blauwpurperen draad verwerkt is. Bij het zien van die kwastjes zullen jullie herinnerd worden aan alle geboden van de HEER, zodat jullie die naleven en mij niet ontrouw worden door de begeerten van je hart en je ogen te volgen. Ze zullen jullie helpen om aan al mijn geboden te denken en die na te leven en jullie God toegewijd te blijven." (Numeri 15:37-40)
Jezus verschilde weliswaar met sommige Farizeeën en Schriftgeleerden van mening over hoe de Wet te onderhouden (Matteüs 12), doch
het stond voor hem buiten kijf dat je je aan Gods geboden houdt: "Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan zijn geboden" (Matteüs 19:17). Dit zien we ook terug in het genezingsverhaal in Matteüs 8: "Er kwam iemand naar hem [Jezus] toe die aan huidvraat leed. Hij wierp zich voor hem neer en zei: ‘Heer, als u wilt, kunt u mij rein maken.’ Jezus strekte zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ En meteen was hij gereinigd van zijn huidvraat. Jezus zei tegen hem: ‘Denk erom dat u er met niemand over praat, maar ga u aan de priester laten zien en breng als getuigenis voor de mensen het offer dat Mozes heeft voorgeschreven [in Leviticus 14]." De genezen man moest doen
wat Mozes heeft voorgeschreven.
Jezus laat telkens het Oude testament, de Tenach, het laatste woord hebben, omdat hij het beschouwde als
het geschreven Woord van God. Toen Jezus door de Geest werd meegevoerd naar de woestijn om door de duivel op de proef gesteld te worden, antwoordde Jezus telkens door te citeren uit de Hebreeuwse geschriften (Matteüs 4:2-10). Hij leerde eruit (Matteüs 22:42-45) en hij diende zijn tegenstanders van repliek door eruit te citeren (Marcus 7:6-13). Jezus bekrachtigde keer op keer het Oude testament door te zeggen: 'Er staat geschreven'. Jezus zei: "Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen..." (Matteüs 5:17). Hij zei klip en klaar dat de Schrift altijd van kracht blijft (Johannes 10:35). De Schriften dwalen niet, zo kunnen we uit zijn woorden opmaken (Matteüs 22:29). Kortom, Jezus kende het Oude testament goddelijk gezag toe en hij verklaarde de Schriften als onvergankelijk en onfeilbaar.
Conclusie
Jezus hield zich tijdens zijn leven op aarde volledig aan de Tora en Hij was niet gekomen om de Tora te vernietigen, maar om
deze te vervullen. Hij stelde wel de tradities of 'de overlevering der ouderen' aan de kaak als deze het door God gegeven Woord corrumpeerden. Het geschreven Woord van God heeft het primaat boven welke lering van mensen dan ook. Het is Jezus die de Oud Testamentische geschriften gehoorzaamt en het zijn de Farizeeën en Schriftgeleerden die hun eigen menselijke tradities hoger achten. Jezus wijst hen terecht met het Oude testament.
Jezus presenteerde zich
niet als nieuwe wetgever, die de Wet van Mozes aan de kant gooide en vervangt. Jezus is de rechtmatige uitlegger van de wil van God is zoals die besloten ligt in de Tora, aangezien hij met zijn leven, zijn leer en zijn dood de wet van Mozes vervulde. Dit maakt hem tot dé rechtmatige uitlegger van de wet. Jezus paste de Tora toe, en ontsloot haar oorspronkelijke ethos. De Tora wordt voor onze ogen vertolkt in de levende Persoon van de Heere Jezus Christus. Jezus is de levende Tora!
Ze konden echter niets vinden
"De opperpriesters en alle andere leden van de Raad probeerden een valse aanklacht tegen Jezus te vinden waarop ze hem ter dood zouden kunnen veroordelen. Ze konden echter niets vinden, hoewel er veel mensen kwamen die hem vals beschuldigden" (Mattheus 26:59-60).
Yeshua is the Living Torah (Jezus is de levende Tora)
"[Some christians] don't seem to realize that Yeshua was the FINAL SIN SACRIFICE who came to abolish the man-made, 'rabbinical' teachings that had people bound up and confused about what God had actually said; not someone who came to abolish God's original teachings. God gave us a new Covenant through Yeshua, not a new Torah! Yeshua is the Living Torah who never, ever negated God's original teaching and instruction."(3)
Noten:
- Rabbi Shraga Simmons: For 2,000 years Jews have rejected the Christian idea of Jesus as messiah. Why?; http://www.aish.com/jw/s/48892792.htm (voor de laatste keer geraadpleegd op 9 maart 2010)
- Ann Spangler & Lois Tverberg: Sitting at the feet of Rabbi Jesus - How the Jewishness of Jesus can transform your faith, Zondervan, Grand Rapids, Michigan, 2009, p.29.
- Contrary to Popular Belief: Yeshua (Jesus) Was Not a 'Christian': http://therefinersfire.org/yeshua_not_christian.htm
Lees verder