Tehilliem: Psalm 27 - een Joodse uitleg
Koning David erkent en prijst G'd, plaatst vertrouwen in Hem vanwege zijn overwinningen in de oorlogen. “Desalniettemin zijn het niet de oorlogen die ik verlang omdat ik er geen perfectie in kan vinden. Er is slechts één ding dat ik vraag: dag en nacht in de studiezaal Uw Tora te bestuderen, zodat mijn ziel perfect zal worden en een plaats in de Komende Wereld zal krijgen.” Tehilliem worden ook anno 2024 door Joodse mensen collectief en individueel gereciteerd, omdat het verlangen ontstaat om G-d te prijzen en te danken; of als alternatief, in tijden van crisis en nood, als een vorm van smeekbede, en zelfs als een plek om spijt te betuigen over zonde.
Tekst Psalm 27
De Eeuwige is mijn licht, mijn behoud, wie zou ik vrezen? Bij de Eeuwige, is mijn leven veilig, voor wie zou ik bang zijn? Kwaadwilligen kwamen op mij af om mij levend te verslinden, mijn vijanden belaagden mij, maar zij struikelden, zij vielen. Al trok een leger tegen mij op, mijn hart zou onbevreesd zijn, al woedde er een oorlog tegen mij, nog zou ik mij veilig weten. Ik vraag aan de Eeuwige één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de Eeuwige alle dagen van mijn leven, om de liefde aan de Eeuwige te aanschouwen, Hem te ontmoeten in Zijn Tempel.
…..
…..
Wijs mij uw weg, Eeuwige, leid mij op een effenpad, bescherm mij tegen mijn vijanden, lever mij niet uit aan mijn belagers. Valse getuigen staan tegen mij op en dreigen met geweld. Mag ik niet verwachten de goedheid van de Eeuwige te zien in het land van de levenden? Wacht op de Eeuwige, wees dapper en vastberaden, ja wacht op de Eeuwige.
Tekst Psalm 27 in het Hebreeuws - תהילים כז
א לְדָוִד יְהוָה אוֹרִי וְיִשְׁעִי מִמִּי אִירָאיְהוָה מָעוֹז-חַיַּי מִמִּי אֶפְחָד. ב בִּקְרֹב עָלַי מְרֵעִים לֶאֱכֹל אֶת-בְּשָׂרִיצָרַי וְאֹיְבַי לִי הֵמָּה כָשְׁלוּ וְנָפָלוּ. ג אִם-תַּחֲנֶה עָלַי מַחֲנֶה לֹא-יִירָא לִבִּיאִם-תָּקוּם עָלַי מִלְחָמָה בְּזֹאת אֲנִי בוֹטֵחַ. ד אַחַת שָׁאַלְתִּי מֵאֵת-יְהוָה אוֹתָהּ אֲבַקֵּשׁשִׁבְתִּי בְּבֵית-יְהוָה כָּל-יְמֵי חַיַּילַחֲזוֹת בְּנֹעַם-יְהוָה וּלְבַקֵּר בְּהֵיכָלוֹ. ה כִּי יִצְפְּנֵנִי בְּסֻכֹּה בְּיוֹם רָעָהיַסְתִּרֵנִי בְּסֵתֶר אָהֳלוֹ בְּצוּר יְרוֹמְמֵנִי. ו וְעַתָּה יָרוּם רֹאשִׁי עַל אֹיְבַי סְבִיבוֹתַי וְאֶזְבְּחָה בְאָהֳלוֹ זִבְחֵי תְרוּעָהאָשִׁירָה וַאֲזַמְּרָה לַיהוָה. ז שְׁמַע-יְהוָה קוֹלִי אֶקְרָא וְחָנֵּנִי וַעֲנֵנִי. ח לְךָ אָמַר לִבִּי בַּקְּשׁוּ פָנָי אֶת-פָּנֶיךָ יְהוָה אֲבַקֵּשׁ. ט אַל-תַּסְתֵּר פָּנֶיךָ מִמֶּנִּי אַל תַּט-בְּאַף עַבְדֶּךָעֶזְרָתִי הָיִיתָ אַל-תִּטְּשֵׁנִי וְאַל-תַּעַזְבֵנִי אֱלֹהֵי יִשְׁעִי. י כִּי-אָבִי וְאִמִּי עֲזָבוּנִי וַיהוָה יַאַסְפֵנִי. יא הוֹרֵנִי יְהוָה דַּרְכֶּךָ וּנְחֵנִי בְּאֹרַח מִישׁוֹר לְמַעַן שׁוֹרְרָי. יב אַל-תִּתְּנֵנִי בְּנֶפֶשׁ צָרָי כִּי קָמוּ-בִי עֵדֵי-שֶׁקֶר וִיפֵחַ חָמָס. יג לוּלֵא הֶאֱמַנְתִּי לִרְאוֹת בְּטוּב-יְהוָה בְּאֶרֶץ חַיִּים. יד קַוֵּה אֶל-יְהוָה חֲזַק וְיַאֲמֵץ לִבֶּךָ וְקַוֵּה אֶל-יְהוָה.
Luister naar Psalm 27
Luister naar Psalm 27 in het
Hebreeuws.
Toelichting op Psalm 27 van Rabbi Yitzchok Rubin
het Ware Licht
De grote Waarheid is dat HaShem de enige bron van het Ware Licht is. Wanneer we ons dit realiseren zijn we voor altijd gered. We hoeven nergens bang voor te zijn omdat G'd het enige is wat bestaat en Hij onze redding is. Al het kwaad dat ons benadert zal haar kracht verliezen wanneer we ons op G'd richten.
materiële rijkdom is een illusie
Veel mensen zoeken hun geluk in geld, mooie, huizen, auto's, etc. Voor hen is rijkdom belangrijk. Maar feit is dat materiële rijkdom slechts een illusie is. De echte rijkdom vinden we alleen bij G'd.
het huis van de Eeuwige
We ervaren allemaal pijn, dat is de menselijke aard. Maar we kunnen schuilen bij HaShem. Niet in onze huizen maar in het huis van de Eeuwige. Deze staat zo vast als een rost. Wanneer we Zijn Tent accepteren zullen we eeuwig geluk vinden. Door de verwardheid van de materialistische wereld denken we dat HaShem zich van ons afgekeerd heeft, maar wanneer wanneer we Hem zoeken kunnen we Hem altijd vinden. We hoeven nooit bang te zijn wanneer we waarlijk zoeken naar het diepste verlangen van ons hart.
Per vers het commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Psalmen weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
Vers 3
Als een leger mij belegerde, zal mijn hart niet vrezen; als een oorlog tegen mij opkomt, vertrouw ik hierin.
vertrouw ik hierin: In wat hierboven staat: "De Heer is het bolwerk van mijn leven."
Vers 4
Eén [ding] vraag ik van de Heer, dat ik zoek - dat ik alle dagen van mijn leven in het huis van de Heer mag wonen, om de aangenaamheid van de Heer te zien en elke ochtend Zijn tempel te bezoeken.
en elke ochtend Zijn tempel te bezoeken: Om daar elke ochtend te verschijnen. Dunash (Teshuvoth Dunash, p. 53) op deze manier uitgelegd. Menachem (Machbereth Menachem, p. 47) associeerde het echter met (Leviticus 27:33): "Hij zal niet vragen (יבקר)", maar Dunash interpreteerde het als een uitdrukking van "ochtend" (בקר).
Vers 5
Dat Hij mij zal verbergen in Zijn tabernakel op de dag van rampspoed; Hij zal mij verbergen in het geheim van Zijn tent; Hij zal me op een rots tillen.
Dat Hij mij zal verbergen in Zijn tabernakel: Ik ben ervan overtuigd dat Hij me in Zijn tempel zal verbergen, en we leerden in Seder Olam (hoofdstuk 18) dat dit vers werd gezegd over Joash, de zoon van Ahazia, die verborgen was door zijn zuster Jehosheba op de zolder van de Heilige der Heiligen, zoals de kwestie wordt verklaard (in II Koningen 11:3): "En hij verborg zich zes jaar lang met haar in het huis van de Heer."
Hij zal me op een rots tillen: Hij stond met mijn voeten op een rots.
Vers 6
En nu zal mijn hoofd worden opgeheven boven mijn vijanden om mij heen, en Ik zal in zijn tentoffers offeren met vreugdevol lied; Ik zal zingen en lof zingen tot de Heer.
offeren met vreugdevol lied: Opofferingen waarover een lied wordt gereciteerd.
Vers 8
Namens U zegt mijn hart: "Zoek mijn aanwezigheid." Uw aanwezigheid, o Heer, ik zal zoeken.
Namens U zegt mijn hart: "Zoek mijn aanwezigheid.": In Uw naam, als Uw agent, zegt mijn hart tegen mij: "Jullie allemaal, Israëlieten, zoek Mijn aanwezigheid." En ik gehoorzaam het. "Uw aanwezigheid, o Heer, ik zal zoeken." [Het woord] לך is als ( Job 33:6): "Zie, ik ben als uw mond voor G'd (לא-ל)", dat wil zeggen in zijn plaats; (ibid. 13:8), "Zult u strijden voor G'd (לא-ל)?" [dat wil zeggen] in Zijn plaats. Ook hier: "In Uw naam zegt mijn hart", in Uw plaats komt mijn hart naar mij toe om dit te zeggen.
Vers 9
Verberg Uw aanwezigheid niet voor mij; wend Uw dienaar niet af met woede. U was mijn hulp; verlaat mij niet en verlaat mij niet, o G'd van mijn redding.
wend niet af: Hebreeuws תט, buig niet voorover, zoals (boven 18:10): "En Hij boog (ויט) de hemel."
Vers 10
Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten, maar de Heer verzamelt mij binnen.
Want mijn vader en mijn moeder hebben mij verlaten: Ten tijde van de coïtus wilden ze hun eigen plezier. Zodra hun plezier voorbij is, draait deze zijn gezicht deze kant op en die draait haar gezicht de andere kant op.
maar de Heer verzamelt mij binnen: De Heilige, gezegend zij Hij, bewaakt de druppel en vormt de foetus.
Vers 12
Overlever mij niet aan de verlangens van mijn tegenstanders, want valse getuigen en sprekers van het kwaad zijn tegen mij opgestaan.
aan de verlangens van mijn tegenstanders: Aan het verlangen van mijn vijanden, om hun verlangen door mij te laten vervullen.
en sprekers van het kwaad: Hebreeuws ויפח חמס, sprekers van het kwaad. Een andere verklaring: een uitdrukking van een val (פח).
Vers 13
Had ik niet geloofd het goede van de Heer te zien in het land der levenden!
Had ik niet geloofd het goede, etc.: Als ik niet in de Heilige had geloofd, gezegend zij Hij, zouden die valse getuigen al tegen mij zijn opgestaan en mij hebben vernietigd. [Het woord] לולא wordt onderbroken voor de homilie die door onze wijzen werd uitgelegd (Ber. 4a): Ik weet dat U de rechtvaardigen in de toekomende wereld beloont, maar ik weet niet of ik er deel aan heb of niet.
Vers 14
Hoop op de Heer, wees sterk en Hij zal je hart moed geven en hoop op de Heer.
Hoop op de Heer: en als je gebed niet wordt geaccepteerd, versterk je je hoop.
Psalm 1 tot en met 92
Wilt u meer Psalmen lezen met een Joodse uitleg? Ga naar:
Psalmen 1 tot en met 92.