Religie in het publiek domein: bindmiddel of splijtzwam?
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft een voorgenomen advies over de rol van religie in het publieke domein van de agenda geschrapt. (Nederlands Dagblad, 17 mei 2010) Is religie dan niet meer ´hot´ genoeg voor onze Nederlandse samenleving? De WRR heeft hierdoor een besluit genomen die geen recht doet aan het maatschappelijk debat over religie. Later bleek dat het besluit van slechts een persoon afhankelijk was. Op enkele studenten en wetenschappers aan een universiteit na zijn er nog weinig Nederlanders die zich bekommeren over de betekenis en de functie van religie in de Nederlandse samenleving.
Individualisme en geloof in publiek domein
De beslissing van de WRR om ‘religie’ van de agenda te schrappen is opmerkelijk te noemen. Volgens de informatie op de website van de WRR (www.wrr.nl) heeft men juist als doelstelling: ‘het adviseren van de regering over toekomstige ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving die van groot maatschappelijk belang zijn’. De regering kan de adviezen van de WRR vervolgens gebruiken om bijvoorbeeld bestaande beleidsplannen onder de loep te nemen. De raad is volgens de informatie op de website van de WRR wel bewust van de invloed van de ontwikkelingen in het buitenland met een veelal religieuze achtergrond. Religie moet weer op de agenda van de WRR geplaatst worden omdat het een belangrijk maatschappelijk vraagstuk is.
Onbegrip
Het project ‘Religie en publiek domein’ stond onder leiding van Wim van de Donk. Hij is inmiddels oud-voorzitter van de WRR. Na het vertrek van Van de Donk bleek niemand van de andere leden van de raad bereid het thema over te nemen. Leden van de raad gaven aan dat het enerzijds kwam door tijdgebrek. Anderzijds liet men doorschemeren dat het thema in onze samenleving ook wel heel erg gevoelig ligt. Volgens Peter de Goede ligt de raad niet op een lijn als het gaat om de vraag of religie wel op de goede plek is op de agenda van de WRR. Religie lijkt dus een heet hangijzer te worden in onze samenleving. Nog de WRR nog de politiek wil haar vingers aan het thema branden. Dat is misschien ook wel te begrijpen nadat de ‘hostierel’ die ontstaan is nadat de pastoor van Reusel de plaatselijke prins carnaval de communie weigerde vanwege zijn homoseksuele geaardheid. Vervolgens kwam Ayaan Hirschi Ali, met een spraakmakende ‘openbaring’ over de Islam. Om nog maar te zwijgen over de impact van Fitna, de film van Geert Wilders over de duistere kanten van de Islam. Religie lijkt een ‘onveilige’ kant te hebben die menig Nederlands burger voorheen nooit gekend heeft. Reden genoeg om ´religie´ op de agenda te zetten.
Scheiding van kerk en staat
Een aantal jaren geleden publiceerde de WRR de spraakmakende 'verkenning' Geloven in het publieke domein. In die verkenning werd beweerd dat religie enigszins andere vormen heeft aangenomen, maar daarmee nog niet verdwenen is uit het publieke domein. Er is juist sprake van een opvallende 'terugkeer' van religie, schrijven ook Ruard Ganzevoort en Dick Pels in hun essay, ‘Het tandenknarsen van de democratie’. Religie is meer een zaak van het individu geworden. Door de individualisering lijken ook de religieuze interesses divers geworden. Iedereen lijkt zijn eigen religie te hebben gecreëerd. De WRR wierp de vraag op of het uitgangspunt van scheiding van kerk en staat nog wel voldeed in de omgang met dit vraagstuk. Volgens Ganzevoort en Pels is er voor de overheid een taak weggelegd om de toenemende religieuze pluraliteit in goede banen te leiden. Het gaat er echter wel om dat kerk en staat niet over elkaar gaan heersen. Ganzevoort en Pels vinden dat de staat kaders aan moet geven waarbinnen religieuze vrijheden moeten zijn gewaarborgd.
Missie
Normaal gesproken volgt op een verkenning van de WRR een advies aan de regering, waarin de raad een standpunt inneemt. De intentie was om de verkenning over religie en publiek domein ook zo'n vervolg te geven. Dit vervolg kon of durfde de WRR niet aan te gaan. De Goede geeft aan dat het vertrek van Van de Donk de reden is dat religie van de agenda is geschrapt. Volgens De Goede was men al aardig op weg met het project, maar nog net niet ver genoeg dat er geen ‘turning back’ meer mogelijk was. De leden van de WRR geven aan dat het een ingewikkelde klus geweest zou zijn om tot een eenduidig advies te komen over dit thema. Volgens De Goede had het een steen in de hofvijver kunnen worden. In een interview op de website van de WRR zegt Wim van de Donk zijn werk bij de WRR te zien als een missie. De vraag blijft open waarom hij de missie omtrent ‘religie in het publieke domein’ niet heeft afgemaakt.
Politiek klimaat en wetenschappelijk advies
De Universiteit van Tilburg heeft het thema ‘religie’ inmiddels wel op de agenda staan. Daar is men momenteel bezig met een onderzoek naar de rol van religie in het maatschappelijke leven in Nederland en de consequenties daarvan voor bestuur en politiek. Het onderzoek staat onder leiding van hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde Gabriël van den Brink. Doet de WRR het niet dan doen wij het wel is van de Brink van mening. Hij denkt dat het huidige politieke klimaat de oorzaak is van het schrappen van het WRR-advies. Volgens van den Brink wil de overheid haar vingers niet branden aan het thema religie. In het interview met Van de Donk op de website van de WRR zegt hij dat een Universiteit niet zomaar het werk kan overnemen van de WRR. De meerwaarde van een onderzoek door de WRR ligt in het multidisciplinaire karakter van de raad.
Constructief
Volgens WRR lid Pieter Winsemius is het vertrek van Van de Donk de enige reden van het schrappen van religie op de agenda. Er was niemand meer om het project ‘body’ te geven. Dit zou niet mogen in een adviescollege als die van de WRR. Het gaat hier om een thema wat van groot maatschappelijk belang is. Van de Donk zou goed in staat moeten zijn om opvolgers voor zo’n belangrijk project warm te maken. De WRR moet als adviesorgaan zichzelf toch op een goede constructieve wijze kunnen adviseren?
Religie als sociaal kapitaal voor de samenleving
In 2006 is er onder leiding van Rob Furbey van de Sheffield Hallam University, een rapport van een onderzoek uitgebracht. Het rapport onder de naam ‘Faith as social capital’ heeft zes kernpunten die zeker de moeite waard zijn om hier te noemen:
- Geloof kan een substantiële bijdrage leveren aan gemeenschappen door als een brug te fungeren.
- Religieuze gemeenschappen hebben lokale, regionale, nationale en internationale kaders, die religies en seculiere organisaties met elkaar verbinden. Echter, deze kaders worden niet altijd herkend.
- Religieuze gebouwen kunnen van belang zijn voor de ontwikkeling van sociaal kapitaal, zoals plaatsen waar mensen anderen kunnen ontmoeten, activiteiten delen en het bouwen aan vertrouwen. Door het gebruik van het religieuze gebouwen in de bredere gemeenschappelijke context kunnen bronnen van conflicten worden beperkt
- Religieuze gemeenschappen kunnen het bouwen van bruggen en het maken van koppelingen met anderen vergemakkelijken. Ze kunnen nieuwe vormen van vereniging doen ontstaan, wekken vertrouwen in gedeelde communautaire initiatieven, en motiveren met name aanpak van vraagstukken van sociale rechtvaardigheid en behoefte. Maar de macht van ongelijkheid binnen religieuze gemeenschappen kan ook de ontwikkeling van het sociaal kapitaal remmen, met name door de ondergeschiktheid van vrouwen en jongeren.
- Religieuze gemeenschappen dragen substantieel bij aan sociaal kapitaal via participatie in formele overheidsinstanties, hoewel bij individuele organisaties capaciteit en inzet variëren. Religieuze groepen onderscheiden prioriteiten, tijdschema's, werkstijlen en hebben uitdagende agenda’s, geïnformeerd en gemotiveerd door hun geloof en toewijding aan bepaalde buurten.
- Religieuze gemeenschappen dragen bij aan sociaal kapitaal door deel te nemen in de bredere publieke domein. Geloof en eredienst binnen religieuze organisaties kunnen menselijke kwaliteiten bevorderen die van essentieel belang zijn voor maatschappelijk engagement.
Bindmiddel of spijtzwam
Het ontstaan en de ontwikkeling van de grote wereldreligies, het Jodendom, het christendom en de Islam laten zien dat religie enerzijds voor het eigen volk, de eigen gelovige een bindmiddel is. Religie biedt waarden en zingeving met als gevolg dat je je in een samenleving veilig gaat voelen. Als religie geen waarden en normen kan bieden dan wordt het een samenleving zonder verhaal, zonder toekomst en zonder hoop. Een samenleving zonder religie heeft dus weinig of geen overlevingskans.