De gelijkenis van de verloren zoon: Lukas 15 vers 17
En toen kwam hij tot zichzelf en zeide: Hoeveel dagloners van mijn vader hebben brood in overvloed en ik kom hier om van de honger. Lucas 15: 17. Deze tekst is misschien wel de belangrijkste van de hele gelijkenis. De jongste zoon komt tot zichzelf. De benarde situatie waarin hij verkeert is de juiste didactische methode om hem iets te leren wat hij nooit meer zal vergeten. Het is een les van levensbelang. De jongste zoon komt tot zijn ware identiteit. Al die tijd hield hij zichzelf voor dat hij het bij het juiste eind had. De zorg en geestelijke lessen van zijn vader had hij veracht. Nu komt hij tot inzicht dat zijn vader hem de juiste opvoeding had gegeven.
Tot zichzelf komen
In de Bijbel zien we verschillende overeenkomsten als het gaat om tot zichzelf komen. Jezus ging de woestijn in om tot zichzelf te komen. Johannes de Doper leefde in de woestijn. Het lijkt erop dat de mens momenten nodig heeft om te ontdekken wat zijn bestemming is. In die tijd waren er ook soorten van kloostergemeenschappen, de Essenen bijvoorbeeld, die ook in de woestijn leefden. De Essenen waren mensen die hun leven in dienst stelden van God. Zij hielden zich vooral bezig met het schrijven, vertalen en bewaren van Bijbelse teksten. De bekende Dode Zee rollen die in Qumran zijn gevonden waren waarschijnlijk ook door de Essenen in bewaring gehouden.
Van binnen uit
De jongste zoon zit nog steeds tussen de varkens. Hij heeft zich lange tijd niet gewassen. De vliegen laat hij inmiddels toe op zijn huid. De ratten zijn aan hem gewent geraakt. Hij kijkt om zich heen. Hij kijkt naar zijn handen en staart apathisch voor zich uit. Dan krijgt hij plotseling een helder moment. Het komt niet van buiten naar binnen maar het komt van binnen naar buiten. Het komt uit het diepst van zijn hart. Hij leert zichzelf ontdekken.
Dagloners
Hij denkt aan de rijkdom en goedheid van zijn vader. Hij verafschuwt de dagloners die het bij zijn vader zo goed hebben. Hij benijdt hun keus dat ze blijven. Maar zij kunnen er niets aan doen dat hij nu in deze situatie zit. Het gevoel van trots en eigen eer begint het bijna weer te winnen van de verootmoediging en het schuldgevoel. Door deze tweestrijd leert hij nog meer zijn diep verborgen eigen ik kennen.
Brood
De jongste zoon komt om van de honger en de vermoeidheid. Hij ziet zijn lichaam waar hij zo roekeloos mee om is gegaan. Op dit moment leert de jongste zoon ten diepste het leven kennen waar het in de schepping om begonnen is. Een voedingsmiddel dat zo normaal is geworden in onze westerse samenleving beschrijft Jezus als het belangrijkste wat de mens nodig heeft. Brood staat namelijk symbool voor ‘leven’. Jezus zegt in het Nieuwe Testament dat Hij het Brood des Levens is. Een Bijbeltekst die hier van toepassing kan zijn is de tekst uit Mattheus 11: 27-29 ‘Komt tot Mij, allen die vermoeit en belast zijt, en Ik zal u rust geven; 29 neemt mijn juk op u en leert van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; 30 want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
Brood in het Oude Testament
In de Bijbel wordt er verschillende keren over brood gesproken waarbij het van belang was om in leven te blijven. Hieronder een paar voorbeelden uit het Oude en Nieuwe Testament.
- Genesis 21: 14 De volgende morgen vroeg nam Abraham brood en een zak water, en gaf het aan Hagar, dat leggende op haar schouder, alsook het kind, en hij zond haar weg; daarop ging zij heen en dwaalde door de woestijn van Berseba
- Genesis 41: 54 ‘…begonnen de zeven jaren van de hongersnood te komen, zoals Jozef gezegd had; in alle landen was hongersnood, maar in het gehele land Egypte was brood’
- Exodus 16: 12 ‘Ik heb het gemor der Israëlieten gehoord; zeg tot hen: in de avondschemering zult gij vlees eten en in de morgen zult gij met brood verzadigd worden; en gij zult weten, dat Ik, de HERE, uw God ben’
Brood in het Nieuwe Testament
Ook in het Nieuwe Testament, en met name in het evangelie naar de beschrijving van de apostel Johannes, is sprake van brood om te overleven maar dan wordt direct verwezen naar Jezus Christus.
- Mattheus 6: 11 ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’
- Johannes 6: 31 ‘Onze vaderen hebben het manna in de woestijn gegeten, zoals geschreven is: Brood uit de hemel gaf Hij hun te eten’
- Johannes 6: 32 ‘Jezus zeide dan tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel’
- Johannes 6: 33 ‘want dát is het brood Gods, dat uit de hemel nederdaalt en aan de wereld het leven geeft’
- Johannes 6: 34 ‘Zij zeiden dan tot Hem: Here, geef ons altijd dit brood’
- Johannes 6: 35 ‘Jezus zeide tot hen: Ik ben het brood des levens; wie tot Mij komt, zal nimmermeer hongeren en wie in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten'
Honger
In de tekst staat het in de volgorde van eerst tot zichzelf komen en dan beseffen dat brood nodig is om te blijven leven. Met de levensstijl zoals de jongste zoon is er weinig zicht op een geestelijke en lichamelijke gezonde toekomst. Hij heeft niet alleen honger om zijn buik te vullen maar de honger heeft hem juist op de afhankelijkheid van zijn vader gewezen. Hierbij is hij niet zozeer afhankelijk van de materiele verbondenheid. Het is meer de waarde die hij hecht aan de geloofsopvoeding die hij heeft meegekregen van zijn vader. Jezus wijst in dit kader op het herstel van de relatie van de zoon met de vader.