Tehilliem: Psalm 11 - een Joodse uitleg
Psalm 11 beschrijft hoe Koning David een schuilplaats vindt bij HaShem (G'd). De goddelozen zullen altijd proberen te schieten op het hart van mijn geloof. Maar zij schieten op de rechtvaardige als het donker is. Ze kunnen dus niet nauwkeurig schieten. Als mijn hart waar is kunnen de pijlen van de goddelozen hun plek niet vinden. Ze kunnen me soms verwonden maar ze raken mijn ziel niet als ik bewust blijf van de constante liefde van HaShem. Tehilliem worden ook anno 2024 door Joodse mensen collectief en individueel gereciteerd, omdat het verlangen ontstaat om G-d te prijzen en te danken; of als alternatief, in tijden van crisis en nood, als een vorm van smeekbede, en zelfs als een plek om spijt te betuigen over zonde.
Tekst Psalm 11
Voor den koorleider. Van David. Bij de Eeuwige schuil ik. Hoe durft gij dan tot mij zeggen: Vliedt naar uw gebergte als vogels? Want zie, de goddelozen spannen den boog, zij leggen hun pijl op de pees, om oprechten van hart in het duister te treffen. Wanneer de grondslagen zijn vernield, wat kan dan de rechtvaardige doen? De Eeuwige woont in zijn heilige paleis, de Eeuwige heeft in den hemel zijn troon; zijn ogen slaan gade, zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen. De Eeuwige toetst den rechtvaardige en den goddeloze; en wie geweld bemint, dien haat Hij. Hij regent op de goddelozen vurige kolen en zwavel, schroeiende wind is het deel van hun beker. Want de Here is rechtvaardig en Hij heeft gerechtigheid lief; de oprechten zullen Zijn aangezicht aanschouwen.
De Hebreeuwse tekst van Psalm 11 - תהילים יא
א לַמְנַצֵּחַ לְדָוִדבַּיהוָה חָסִיתִי אֵיךְ תֹּאמְרוּ לְנַפְשִׁי נודו (נוּדִי) הַרְכֶם צִפּוֹר. ב כִּי הִנֵּה הָרְשָׁעִים יִדְרְכוּן קֶשֶׁת כּוֹנְנוּ חִצָּם עַל-יֶתֶר לִירוֹת בְּמוֹ-אֹפֶל לְיִשְׁרֵי-לֵב. ג כִּי הַשָּׁתוֹת יֵהָרֵסוּן צַדִּיק מַה-פָּעָל. ד יְהוָה בְּהֵיכַל קָדְשׁוֹ יְהוָה בַּשָּׁמַיִם כִּסְאוֹעֵינָיו יֶחֱזוּ עַפְעַפָּיו יִבְחֲנוּ בְּנֵי אָדָם. ה יְהוָה צַדִּיק יִבְחָן וְרָשָׁע וְאֹהֵב חָמָס שָׂנְאָה נַפְשׁוֹ. ו יַמְטֵר עַל-רְשָׁעִים פַּחִים אֵשׁ וְגָפְרִית וְרוּחַ זִלְעָפוֹת מְנָת כּוֹסָם. ז כִּי-צַדִּיק יְהוָה צְדָקוֹת אָהֵב יָשָׁר יֶחֱזוּ פָנֵימוֹ.
Luister naar Psalm 11
Luister naar Psalm 11 in het
Hebreeuws.
Toelichting op Psalm 11 van Rabbi Yitzchok Rubin
veiligheid vinden bij HaShem
Psalm 11 begint met
Bij den Here schuil ik. Hoe durft gij dan tot mij zeggen: Vliedt naar uw gebergte als vogels? Deze Psalm spreekt met de constante Goddelijke leiding waarmee HaShem de wereld leidt. Toch zijn er goddelozen die het geloof proberen te kleineren. Ze zeggen: "Jullie zijn gekke vogels die zonder leiding vliegen. Ga naar je veronderstelde berg dat is je geloof. Jullie zullen er niets vinden behalve wind en stenen waarop jullie doodvallen." Zij zagen bewijs voor hun argumenten in Davids woorden. Maar David zegt:
Bij den Here schuil ik. Ik heb veiligheid gevonden in de wetenschap dat er een Goddelijk plan voor me is als een individu en niets kan me van de waarheid bewegen.
de pijlen van de goddelozen kunnen me niet echt raken
De goddelozen zullen altijd proberen te schieten op het hart van mijn geloof. Maar zij schieten op de rechtvaardige als het donker is. Ze kunnen dus niet nauwkeurig schieten. Als mijn hart waar is kunnen de pijlen van de goddelozen hun plek niet vinden. Ze kunnen me soms verwonden maar ze raken mijn ziel niet als ik bewust blijf van de constante liefde van HaShem.
groeien en gevoeliger worden voor de aanwezigheid van HaShem
De Here toets den rechtvaardige. HaShem test me zodat ik zal groeien en gevoeliger wordt voor Zijn aanwezigheid.
Den goddeloze; en wie geweld bemint, dien haat Hij. HaShem heeft er geen belang bij de goddeloze te testen omdat zij getoond hebben niet de hand van HaShem te zien in hun dagelijkse leven
God ziet alles en verdwijnt nooit
Omdat we een beperkt verstand hebben denken we soms dat HaSHem Zijn aangezicht voor ons verbergt, maar David vertelt ons dat HaShem van de rechtvaardigen houdt en de oprechten zullen Zijn aangezicht aanschouwen. Alles is in Zijn liefhebbende handen. Het is onze uitdaging deze waarheid te begrijpen op elk niveau en ten alle tijden. David probeerde God overal te vinden ook als hij misstappen had begaan. HaShem verdwijnt nooit. HaShem is bij ons bij elke stap in ons leven.
Per vers het commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Psalmen weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
Vers 1
Aan de dirigent van David; Ik zocht mijn toevlucht tot de Heer. Hoe zeg je tegen mijn ziel: "Wandel van je berg, [jij] vogel"?
Hoe zeg je tegen mijn ziel: "Wandel van je berg”, etc.: Dit is op bevel van (I Sam. 26:19): "want zij hebben mij vandaag verdreven van vasthouden aan het erfgoed van de Heer," want zij hebben hem uit het [Heilige] Land verdreven naar buiten het [Heilige] Land, en hier zegt hij: 'Ik zocht mijn toevlucht bij de Heer [in de hoop] dat Hij me zou herstellen om me aan zijn erfgoed te hechten. Hoe zegt U, die mijn ziel verdrijft, tegen mij, ...
Wandel van je berg: Ga over je berg, jij zwervende vogel. Want elke dwalende persoon wordt vergeleken met een vogel die uit zijn nest dwaalt, zoals geschreven staat (in Spreuken 27:8): "Zoals een vogel die uit zijn nest dwaalt, zo is een man die uit zijn plaats dwaalt." Voor uw nest is afgedwaald, omdat we je als een dolende vogel van de hele berg hebben verdreven. De masoretische spelling is נודו [meervoud] omdat het ook wordt uitgelegd in verwijzing naar Israël, dat de naties dat tegen hen zeggen.
Vers 2
Want zie, de goddelozen treden op de boog, zij zetten hun pijl op de boog om in het donker naar de oprechte van hart te schieten.
Want zie, de goddelozen: Doeg en de informanten van de generatie die haat veroorzaken tussen mij en Saul.
treden: De uitdrukking van het treden is geschikt voor de boog, omdat als deze stevig is, hij zijn voet erop moet plaatsen wanneer hij deze wil buigen.
de boog: Ze hebben hun tong verraderlijk [als] hun bogen gericht (Jeremia 9:2).
zij zetten hun pijl op de boog: letterlijk, het koord [het koord], van de boog, corde d’arche in het Frans, een boogpees.
in het donker: in het geheim.
de oprechte van hart: David en de priesters van Nob.
te schieten: ajeter in het Frans.
Vers 3
Want de fundamenten waren vernietigd; wat heeft de rechtvaardige gedaan?
Want de fundamenten waren vernietigd: Door u zijn de rechtvaardige priesters van de Heer, die het fundament van de wereld zijn, gedood.
wat heeft de rechtvaardige gedaan: David, die niet zondigde, wat deed hij in deze hele zaak? [Hij zei tegen Doeg:] U zult de ongerechtigheid dragen, niet ik.
Vers 4
De Heer is in zijn Heilige Tempel. De Heer - Zijn troon is in de hemel; Zijn ogen zien, Zijn leerlingen proberen de mensenzonen.
De Heer is in zijn Heilige Tempel: Die hun daden ziet en test, en hoewel Zijn troon in de hemel is en verheven is, zien Zijn ogen u op de aarde.
Vers 5
De Heer beproeft de rechtvaardigen, maar Zijn ziel haat de goddelozen en degene die van geweld houdt.
De Heer beproeft de rechtvaardigen: En als, omdat ik lijd en door u wordt achtervolgd, u opschept en zegt (onder 71:11): "G'd heeft hem verlaten", is het niet zo, maar zo is de gewoonte van de Heilige, gezegend zij Hij, om kastijd en om de rechtvaardigen te beproeven, maar niet de goddelozen. Deze vlasarbeider, zolang hij weet dat zijn vlas van hoge kwaliteit is, verslaat hij het, maar wanneer het niet van hoge kwaliteit is, verplettert hij het slechts een beetje omdat het breekt.
Zijn ziel haat: Hij legt de beloning weg voor zijn ongerechtigheden voor de 'lange wereld', en vervolgens stort hij [straf] op hen [sic] in Gehinnom.
Vers 6
Hij zal op de goddeloze houtskool, vuur en zwavel regenen, en een brandende wind is het deel van hun beker.
houtskool: Hebreeuws פחים, een uitdrukking van houtskool (פחם).
brandende: Hebreeuws זלעפות, een uitdrukking van branden. Menachem (p. 79) interpreteert het als een uitdrukking van (Jesaja 28:2) 'een storm van vernietiging (שער קטב)'. Evenzo (in Klaagliederen 5:10) 'vanwege de hitte van (זלעפות) honger”; (onder 119:53), "brandde (זלעפה) greep mij." Dat wil zeggen, (zoals in Ezechiël 27: 35), "werd zeer gealarmeerd (שערו שער)." (Het citaat uit Menachem verschijnt slechts in verschillende vroege gedrukte edities, en niet in enig manuscript.)
Vers 7
Want de Heer is rechtvaardig; Hij houdt van [werkers van] gerechtigheid, wiens gezichten de rechte [weg] goedkeuren.
Want de Heer is rechtvaardig; Hij houdt van [werkers van] gerechtigheid: en ontfermt zich over de rechtvaardigen en heeft degenen lief wiens gezichten de rechte [weg] zien, in wiens ogen de rechte weg juist is.
wiens gezichten de rechte [weg] goedkeuren: Dit verwijst naar 'De Heer is rechtvaardig; Hij houdt van [werkers van] gerechtigheid en van degenen wier gezichten de rechte [weg] goedkeuren. 'Onze wijzen [Mid. Ps. 11:2, Sanh. 26a, Lev. Rabbah 5:5] interpreteerden 'de goddelozen betreden de boog' als verwijzend naar Shebna en zijn gezelschap, en zij interpreteerden 'de oprechte van hart' als verwijzend naar Hizkia en zijn gezelschap.
Want de fundamenten zijn vernietigd: Als de fundamenten door hen zijn vernietigd, wat heeft de Rechtvaardige van de wereld dan bereikt? De volgorde van de verzen komt echter niet overeen met de Midrasj.
Psalm 1 tot en met 92
Wilt u meer Psalmen lezen met een Joodse uitleg? Ga naar:
Psalmen 1 tot en met 92.