Tehilliem: Psalm 3 - een Joodse uitleg
Psalm 3 is het lied van Koning David die echte berouw toont aan HaShem (G'd) en daarmee een depressie voorkomt. Het voorkomen van een depressie is belangrijk omdat een depressie tot zonden kan leiden. Koning David realiseert zich dat hij zonden heeft begaan. Door berouw te tonen keert hij de zonden om in deugden en groeit hij geestelijk. Deze Psalm leert ons dat we altijd naar HaShem kunnen terugkeren en dat HaShem dit ook wil. Door de steun van HaShem overleven we. Tehilliem worden ook anno 2024 door Joodse mensen collectief en individueel gereciteerd, omdat het verlangen ontstaat om G-d te prijzen en te danken; of als alternatief, in tijden van crisis en nood, als een vorm van smeekbede, en zelfs als een plek om spijt te betuigen over zonde.
Tekst Psalm 3
Een lied van David, toen hij vluchtte voor Absalom, zijn zoon. Eeuwige hoeveel zijn mijn verdrukkers. Velen staan tegen mij op. Velen zeggen van mij: Er is geen hulp voor hem bij G'd. Sela.Maar U bent een beschermer voor mij, U houdt mij in ere en heft mijn hoofd op. Roep ik luid tot de Eeuwige dan antwoordt Hij mijn van Zijn heilige berg, Sela. Ik ben gaan liggen, ik sliep in, ik ontwaakte, want de Eeuwige geeft mij steun. Ik ben niet bang, niet voor een volksmassa van tienduizenden die zich tegen mij hebben ingezet, rondom. Op dan, Eeuwige, help mij, G'd, want U geeft al mijn vijanden, de kaakslag, breekt de tanden van die kwaad doen. Bij de Eeuwige is hulp. Moge Uw zegen op Uw volk rusten, altijd.
Hebreeuwse tekst van Psalm 3 - תהילים ג
א מִזְמוֹר לְדָוִד בְּבָרְחוֹ מִפְּנֵי אַבְשָׁלוֹם בְּנוֹ. ב יְהוָה מָה-רַבּוּ צָרָי רַבִּים קָמִים עָלָי. ג רַבִּים אֹמְרִים לְנַפְשִׁי אֵין יְשׁוּעָתָה לּוֹ בֵאלֹהִים סֶלָה. ד וְאַתָּה יְהוָה מָגֵן בַּעֲדִי כְּבוֹדִי וּמֵרִים רֹאשִׁי. ה קוֹלִי אֶל-יְהוָה אֶקְרָא וַיַּעֲנֵנִי מֵהַר קָדְשׁוֹ סֶלָה. ו אֲנִי שָׁכַבְתִּי וָאִישָׁנָה הֱקִיצוֹתִי כִּי יְהוָה יִסְמְכֵנִי. ז לֹא-אִירָא מֵרִבְבוֹת עָם אֲשֶׁר סָבִיב שָׁתוּ עָלָי. ח קוּמָה יְהוָה הוֹשִׁיעֵנִי אֱלֹהַי כִּי-הִכִּיתָ אֶת-כָּל-אֹיְבַי לֶחִישִׁנֵּי רְשָׁעִים שִׁבַּרְתָּ. ט לַיהוָה הַיְשׁוּעָה עַל-עַמְּךָ בִרְכָתֶךָ סֶּלָה.
Luister naar Psalm 3
Luister naar Psalm 3 in het
Hebreeuws.
Toelichting op Psalm 3 van Rabbi Yitzchok Rubin
depressie
Depressie is geen zonde, maar de zonde van de depressie brengt grotere schade dan de zonde zelf. Wanneer iemand door een depressie wordt getroffen is alle groei in gevaar.
depressie voorkomen: lees de Psalmen!
Wat kan gedaan worden om depressie te voorkomen? Er is geen algemene voorschrift voor iedereen. Iedere persoon moet op individuele wijze worden benaderd. Toch is er een grote bron van troost en begrip dat iedereen inzicht kan geven, dat zijn de Psalmen. We kunnen van Koning David leren hoe hij tesjoeva (berouw) toont. In Psalm 3 lezen we dat Koning David door zijn eigen zoon achtervolgd wordt die hem van de troon wil stoten. En de situatie wordt nog slechter omdat de meerderheid van de bevolking de coup steunt. Het meest depressieve van de situatie is dat alles te wijten aan Davids eigen fouten. Toch maakt David een lied dat vreugde uitdrukt. Zo leren we dat we in een depressieve situatie kunnen groeien.
Koning David realiseert zich dat hij door eigen zonden in de problemen is gekomen
Rabbijn Alshich vraagt zich af waarom David dankbaarheid toont aan HaShem (G'd) voor de angst. Maar David hoopt dat zijn angst door HaShem wordt geaccepteerd als betaling voor zijn zonde. Niemand leeft zonder fouten. Wanneer problemen beginnen moet men eerst in zijn eigen hart kijken. David realiseert zich dat hij in de problemen is gekomen door zijn eigen zonde. Deze realisering leidt ertoe dat hij niet in een depressie komt. Davids handelingen zijn positief en hij handelt met een gevoel van hoop.
Wees niet sterk, maar wees groots
Rabbijn Shlomo Freifeld was een expert in het bemoedigen van wanhopige mensen. Hij gaf het advies om je ziel te onderzoeken en te leren van de tegenspoed. Zo kan je grootsheid bereiken. Zo handelt Koning David ook. Zijn geloof in HaShem geeft hem de moed om tegenspoed om te zetten in een leer ervaring. Hij realiseert zijn eigen zonde, maar hij accepteert het al zingend om zo de steun van HaShem te ontvangen. Zo voorkomt hij een depressie.
Adam na de zonde
Nadat HaShem de mens gestraft heeft met sterfelijkheid na de zonde, steekt Adam desondanks een licht op voor de Sjabbat. Hij toont ermee aan dat er na de duisternis licht komt. Het licht overwint de duisternis. In de Gemara staat: "Op de plek waar de mensen die berouw hebben staan, kunnen zelfs de geheel rechtvaardige mensen niet staan." Dit betekent dat wanneer een persoon zijn zonden berouwt, deze zonden verlossende deugden worden.
HaShem helpt Koning David na diens berouw
Omdat Koning David echt berouw toont en op HaShem vertrouwt helpt HaShem David spiritueel wakker te houden. David kan weer veilig slapen. Want het is de wil van HaShem dat we naar Hem terugkeren en het is door Zijn steun dat we overleven. Wanhoop dus niet, maar toon berouw en keer op het juiste pad terug. Ons succes is te danken aan de zegen van HaShem. Hij brengt de verlossing.
Per vers het commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Psalmen weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
Vers 1
Een lied van David, toen hij vluchtte voor Absalom, zijn zoon.
Een lied van David, toen hij vluchtte: de Aggadisten legden veel homilieën over deze kwestie uit. Onze wijzen zeiden (Beretta 7a): Toen de profeet tegen hem zei (in II Samuël 12:11): "Zie, ik zal tegen u opstaan, het kwade uit uw eigen huis etc.", zijn hart trilde, misschien een slaaf of een mamzer [een kind van een ongeoorloofde verbintenis] zal opstaan tegen mij, die geen genade voor mij zal hebben. Zodra hij erachter kwam dat het zijn zoon was, was hij gelukkig. De Midrash Aggadah (Midrash Psalmen 3:3) [verklaart]: Omdat hij zijn orde intact zag, want zijn dienaren, en de Kerethite en Pelethite, die het Sanhedrin waren, bevestigden zijn heerschappij over zichzelf. Toen hij tot hen zei (ibid 15:14): "Sta op en laat ons enz. Vluchten voor Absalom", wat staat daar opgeschreven? (vers 15) "Wat mijn heer de koning ook zal uitkiezen, zie, uw dienaren [zijn gereed om te doen]." En toen hij naar Mahanaim kwam (ibid 17:27), "Shobi, enz. en Machir de zoon van Amiel, enz. en Barzilai de Gileadiet "kwam hem tegemoet en ondersteunde hem daar.
Vers 2
O Heer, hoeveel zijn mijn tegenstanders geworden! Grote mannen staan tegen mij op.
Grote mannen staan tegen mij op: mannen groot in Tora, groot in wijsheid, groot in rijkdom, lang van gestalte, zoals Saul; de kinderen van Rapa; Doeg en Achitofel.
Vers 3
Grote mannen zeggen over mijn ziel: "Hij heeft geen redding in G'd tot in de eeuwigheid."
zeg over mijn ziel: Hebreeuws לנפשי, betreffende mijn ziel.
"Hij heeft geen redding in G'd tot in de eeuwigheid": Omdat hij intiem was met een getrouwde vrouw.
Vers 6
Ik ging liggen en sliep; Ik werd wakker, want de Heer zal mij steunen.
Ik ging liggen en sliep: mijn hart was verstopt van zorgen en angst.
Ik werd wakker: van mijn zorgen, omdat ik vertrouwde dat de Heer me zou steunen.
Vers 7
Ik zal niet tienduizenden mensen vrezen, die zich overal tegen mij hebben gekeerd.
hebben zichzelf gekeerd: Hebreeuws שתו, een uitdrukking van verlatenheid, gatiront in het oud Frans, te vernietigen. Anderen zeggen dat שתו is zoals שמו, ze plaatsten, zoals (Exodus 10:1): "zodat ik mijn tekens opricht (שתי)."
Vers 8
Sta op, o Heer, red mij, mijn G'd, want U hebt al mijn vijanden op de wang geslagen; U hebt de tanden van de goddelozen gebroken.
want U hebt al mijn vijanden op de wang geslagen: dit is een schandelijke slag, zoals u zegt (Lam 3:30): "Laat hem zijn wang aanbieden aan de smeerlap"; (Micha 4:14), "met een roede slaan ze ... op de wang." Volgens de Midrash Aggadah (Mid-Ps. 3:7), is dit een mondzwakte, [verstikking, kroep] zoals je zegt (II Sam 17:23): "En hij [Achitofel] gaf de leiding aan zijn huishouden en hij wurgde zichzelf.
de tanden van de goddelozen: hun macht.
Vers 9
Het is de taak van de Heer om te redden, en het is Uw volk om U voor altijd te zegenen.
Het is de taak van de Heer om te redden, enz .: Het is de plicht van Hem om Zijn dienaren en Zijn volk te redden, en het is de taak van Zijn volk om Hem te zegenen en Hem voor altijd te bedanken.
Psalm 1 tot en met 92
Wilt u meer Psalmen lezen met een Joodse uitleg? Ga naar:
Psalmen 1 tot en met 92.