Sint Sturmius; het heilige leven vastgelegd in Vita Sturmi
Hoewel zijn naam wellicht anders doet vermoeden stond Sint Sturmius oftewel Sturmi te boek als een rustige vredige man die geduldig 9 lange jaren op zoek ging in de Duitse rimboe naar een geschikte plek om een klooster te stichten voor zijn leermeester Bonifatius. Hij vond uiteindelijk een plek bij de rivier Fulda, waar hij abt werd van het klooster dat hij daar stichtte. Hoewel hij na de strijd om de botten van Bonifatius met zijn aartsrivaal Sint Lullus, tijdelijk door de Frankische heerser verbannen werd, werd hij op latere leeftijd toch een belangrijke geestelijke strijder van Karel de Grote. Zijn neefje Egil schreef een hagiografie over hem Vita Sturmi geheten.
Sturmi
Omhakken heilige eik /
Bron: Bernhard Rode, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Hij werd geboren in wat we nu kennen als Oostenrijk in het plaatsje Lorch ongeveer in 705 na Christus. Zijn officiële naam is Sint Sturmius maar hij wordt in vele geschriften Sturmi of Storm genoemd.
Sturmi ontmoet Bonifatius
Een belangrijk figuur in zijn leven was Bonifatius. Hij is Bonifatius tegen gekomen toen deze druk was met de reorganisatie van de Oostenrijkse en Beierse kerk. Sturmi sloot zich bij hem aan en kreeg zijn opleiding in het klooster van Fritzlar. Dat was het klooster dat is gesticht door Bonifatius op de plek waar hij een, voor de heidenen, heilige eik gekapt had.
De naam Fritzlaar vindt zijn oorsprong in vredeslaar. Een laar is een plek in het bos en vrede slaat waarschijnlijk op Bonifatius zijn eigen oorspronkelijke naam die vredige vriend betekent.
Vita Sturmi een heilig leven
Eigil, een familielid van Sturmi heeft een heiligenleven, Vita Sturmi, over hem geschreven. Hoewel dit een vertelling is die natuurlijk ingegeven is door heilige motieven en het geloof en het Sturmi zeer romantisch weergeeft, kan het ons wel iets vertellen over het leven van Sturmi. Niet alleen verteld het iets over het leven van Sturmi maar ook over Bonifatius en Sint Lullis. Het is wel belangrijk om in gedachten te houden dat het in dit heiligenleven belangrijk is dat Sturmi als persoon heilig en onfeilbaar overkomt. Zijn aartsrivaal Lullus wordt als kwaadaardig neergezet.
Enclave te Hersfeld
Zo beschrijft Eigil zeer uitgebreid hoe Sturmi op zoek is gegaan naar de meest geschikte plek om een klooster te stichten. Zo weet Eigil te vertellen dat Sturmi na drie jaren werkzaam te zijn geweest als priester, hij door god geïnspireerd was om als kluizenaar te gaan leven. Op een dag vertelde hij zijn wens aan Bonifatius en deze stuurde Sturmi op pad met twee metgezellen om te kijken waar geschikte plaatsen waren om huizen Gods te stichten. Ze gingen op pad en kwamen terecht op een plek die tegenwoordig Hersfeld heet. Ze maakten daar een aantal hutten waar ze hun intrek namen. De aartsrivaal van Sturmi, Lullus geheten zou daar na zijn dood begraven worden. In Hersfeld wordt nog elk jaar het Lullusfeest, ter ere van Sint Lullus gevierd.
Zoektocht plek klooster
Sturmi ging na een tijdje daar gewoond te hebben naar Bonifatius om hem in te lichten over de plek die hij gevonden had. Na een zorgvuldige evaluatie gaf Bonifatius Sturmi de opdracht om toch elders een plek te zoeken omdat hij zich zorgen maakte over de veiligheid van Sturmi en zijn metgezellen. Bij die plek woonden er Saksen in de buurt.
Rivier Fulda
De drie mannen gingen daarop met frisse moed op zoek naar een nieuwe plek, dit deden ze al varend over de rivier Fulda. Na vele omzwervingen en veel bidden keerde Sturmi terug naar Bonifatius. Ze waren het erover eens dat God de juiste plek nog niet had geopenbaard, maar Bonifatius was ervan overtuigd dat de plek geopenbaard zou worden en zo ging Sturmi weer op pad. Hij ging terug naar Hersfeld om zijn makkers te informeren over zijn gesprek met Bonifatius. Hij liet hen achter om voortaan alleen verder op zoek te gaan.
Sturmi vindt de ideale plek
Biddend en psalmen zingend stopte hij enkel op plekken als hij moest overnachten omdat de duisternis inviel. Overal waar hij de nacht doorbracht kapte hij wat bomen om een soort bescherming voor zijn ezel te bouwen. Zelf maakte hij een kruis op zijn voorhoofd en viel hij vol vertrouwen en zonder angst in slaap. Uiteindelijk kwam hij bij een plek waarvan hij dacht dat het de geschikte plek zou zijn en meldde dit aan Bonifatius.
Bonifatius gaat naar het hof van de Frankische koning
Bonifatius, overtuigd dat de plek door god geopenbaard was, trok naar het hof van de Frankische koning. Hij vroeg hem om hem de rechten op het land te schenken. De plaats Eiloh geheten werd aan God geschonken met al het land dat ten Noorden, Zuiden, Oosten en Westen lag binnen een omtrek van 4 mijlen.
Dood van Bonifatius
Nadat Bonifatius in 754 de dood had gevonden in Friesland haastte Sturmi zich naar Mainz om te zorgen dat de stoffelijke resten van zijn leermeester in Fulda terecht zouden komen. Lullus de bisschop van Mainz, één van de naaste medewerkers van Bonifatius geloofde niet in het verhaal van Sturmi dat Bonifatius in Fulda begraven wilde worden. Fulda lag nog midden in de wildernis en bestond pas 10 jaren. Uiteindelijk trok Lullus aan het kortste eind en moest hij de botten laten gaan. Hij zorgde er wel voor dat Sturmi door koning Pepijn verbannen werd.
Verzoening met koning Pepijn
De verbanning duurde slechts 2 jaren, daarna streek koning Pepijn over zijn hart en liet Sturmi terug keren als abt van Fulda. Na de dood van Pepijn had Sturmi ook een goede band met zijn opvolger Karel de Grote. Hij maakte gebruik van Sturmi als een bemiddelaar en spirituele strijder.
Dood Sint Sturmius te Fulda
Karel de Grote wilde de diensten van Sturmi nog meer gebruiken maar Sturmi was oud en ziek. De koning stuurde de koninklijke dokter op hem af die hem medicijn gaf om hem beter te laten voelen. Het hielp allemaal niet meer en de patiënt overleed op 17 december 779. Voordat hij zijn laatste adem uitblies vroeg hij om vergiffenis en vergaf hij iedereen die hem iets had aangedaan, inclusief Lullus.