Sint Lullus: de opvolger van Bonifatius als aartsbisschop
Sint Lullus, zijn officiële Latijnse naam, is ook wel bekend onder de namen Lull, Lulo en Lul. De naam klinkt voor ons vreemd in de oren maar het is waarschijnlijk afkomstig van het het woord liud dat volk betekent. Het leven van Lullus heeft menig interessante aspecten. Hij was de opvolger van Bonifatius als aartsbisschop van Mainz en heeft het werk van Bonifatius in Duitsland afgemaakt. Niet alleen was hij de opvolger van Bonifatius maar ook een goede vriend en familie van hem. Nadat hij jarenlang het klooster in Hersfeld had opgebouwd, is hij daar gestorven en begraven. Nog elk jaar wordt er rond zijn sterfdag een week lang feest gevierd in Hersfeld.
De vroege jaren van het leven van Lullus
Lullus werd ongeveer 710 na Christus geboren te Wessex in Engeland en behoorde tot een rijke adellijke familie. In die tijd was die streek in Engeland in handen van de West-Saksen. Zijn ouders stuurden hem naar het klooster te Malmesbury om te studeren en hij werd daar monnik.
Lullus ontmoet Bonifatius
Op een bedevaart naar Rome in 737 kwam hij zijn grote voorbeeld
Bonifatius tegen. Bonifatius zou een rode draad in zijn leven worden en was als een spirituele vader voor hem. Lullus ondersteunde Bonifatius bij zijn missie om de Franken te kerstenen en ging ook met hem mee op een van zijn tochten naar Friesland, waar Bonifatius en tweeënvijftig andere geestelijken op een latere missie de dood zouden vinden.
Kerstenen is het bekeren van heidenen tot het christendom.
De naam Lul, Lull, Lulo hangt samen met het woord Liud. Onze woorden 'lui' en 'lieden' in de zin van werklieden kunnen we hierin herkennen. Het lijkt er op dat de naam werd gebruikt als afkorting van een naam die met Lui- of Lu- begon. Enkele voorbeelden daarvan:
Heimwee Bonifatius
Bonifatius had heel veel last van heimwee, dat blijkt ook uit brieven die Bonifatius schreef met de kloosterzusters Lioba en moeder Eadburga in Engeland die voor hem baden en hem geschenken stuurden. Uit de brieven bleek dat hij behoefte had aan het eten van zijn eigen cultuur, een gesprek in zijn eigen taal en omgang met mensen van zijn eigen cultuur. Dit zou de reden kunnen zijn dat Bonifatius het zo goed kon vinden met Lullus die ook uit dezelfde streek kwam als hijzelf en tevens familie van hem was. Er is ook een verzameling van 150 brieven tussen Bonifatius en Lullus bewaard gebleven. Zuster Eadburga en Lioba waren overigens ook familie van Bonifatius.
De Engelse kloosterzusters
Bonifatius mistte zijn thuisland en zijn familie zo erg en hij had zoveel steun aan de zusters Eadburga en Lioba dat hij het idee vatte om een aantal van de kloosterzuster naar Duitsland te halen. De vrouwen zouden een vrouwenklooster kunnen stichten in het gebied waar hij zich bevond, die waren er namelijk nog niet. Ze zouden les kunnen geven aan de inheemse adellijke meisjes. Door hun vaardigheden, vroomheid en kwaliteit van onderwijs zouden ze goud waard zijn. Lioba en 29 andere zusters ondernamen de reis naar Duitsland om zich bij Bonifatius te voegen. Ook Kunihildis en haar dochter Bertigitte hadden zich aangemeld voor de reis. Volgens de bron waren zij verwant aan één van Bonifatius meest intieme vrienden namelijk Lullus.
Lullus als vertrouwenspersoon
Brieven getuigen dat Bonifatius zoveel vertrouwen had in Lullus dat hij hem tweemaal naar Rome stuurde om namens hem geheime onderhandelingen te voeren. Lullus zelf zou ook brieven en cadeautjes hebben uitgewisseld met Eadburga en Lioba, de favoriete kloosterzusters van Bonifatius. Het zou zelfs zo geweest zijn dat Bonifatius op een gegeven moment zo slecht kon zien dat Lullus hem de brieven die hij ontving heeft voorgelezen en dat hij de antwoorden waarschijnlijk heeft geschreven.
Aartsbisschop van Mainz
In 738 ging Lullus naar het klooster van Fritzlar dat in 732 door Bonifatius was gesticht. Fritzlar zou de plek zijn waar Bonifatius een heilige eik gekapt zou hebben. Daarna ging hij in het klooster Ohrdurf wonen, dat ook door Bonifatius was gesticht. In 747 werd hij door Bonifatius tot priester gewijd en niet lang daarna in 752 werd hij koorbisschop onder toeziend oog van Bonifatius. Doordat Bonifatius Lullus had aangesteld als koorbisschop had hij zijn handen vrij om voor een laatste keer naar Friesland te gaan, alwaar hij ongelukkig aan zijn einde kwam. Na Bonifatius zijn dood volgde Lullus hem op als aartsbisschop van Mainz.
Een koorbisschop was een bisschop die aan het hoofd stond van de kerken op het platteland en in de kleine steden.
Strijd om relikwieën van Bonifatius
Na de dood van zijn geliefde spirituele vader Bonifatius ontstond er een strijd om zijn botten tussen hem en
Sint Sturmius of Sturmi. Botten van een heilige, ook wel relikwieën genoemd, waren belangrijke handelswaar in de middeleeuwen.
Bonifatius zou volgens officiële bronnen zijn gedood bij Dokkum in de buurt, toen de stoet werd overvallen door een groep Friezen. Hij werd met stokslagen doodgeknuppeld. Hoewel andere bronnen weer vermelden dat hij een boek gebruikt zou hebben om de aanval met zwaarden af te weren. Het was geen bijbel maar een codex met traktaten tegen de Arianen, die in de ogen van Bonifatius ketters waren. Het betreffende boek met zwaardslagen wordt nog steeds in Mainz bewaard.
Verbanning Sint Sturmius
Deze strijd werd gewonnen door Sint Sturmius. Lullus liet het niet over zijn kant gaan en wist de Frankische koning Pepijn over te halen om Sturmi te laten verbannen naar Jumièges. Sturmi zou niet loyaal zou zijn aan de koning. Lullus was een geestelijke die niet voor geweld terug deinsde om zijn doel te bereiken en fungeerde ook als politiek en militair adviseur van de vader van koning Pepijn, Karel de Grote.
Heilig verklaard
Lullus werd 7 april 852 heilig verklaard. In de elfde eeuw verscheen zijn heiligenleven, de Vita Lulli. Een heiligenleven wordt ook wel
hagiografie genoemd. Op 16 oktober 786 stierf hij in Hersfeld en daar is hij ook begraven. Rond zijn graf ontstond een heus feest, het
Lullusfeest dat vandaag de dag nog wordt gevierd in de week van 16 oktober. Vanaf 769 had hij zich bezig gehouden met het ontwikkelen van de abdij van Hersfeld. Karel de Grote, waarschijnlijk op voorspraak van Lullus, maakte er in 775 zijn Rijksabdij van. Een Rijksabdij is een abdij die rechtstreeks onder voogdij van de Duitse keizer van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie viel.