Tehilliem: Psalm 65 – een Joodse uitleg
Psalm 65 bevat ontzagwekkende en heerlijke lof voor G'd, evenals smeekbeden en gebeden over onze zonden. Het verklaart het onmogelijke om G'ds grootheid te vertellen, want wie kan Zijn machtige daden vertellen? Vandaar dat stilte Zijn lof is. Stilte komt ook in andere situaties voor. Vaak heeft het te maken met pijn en verdriet en blijkt stilte de enige juiste reactie te zijn ten overstaan van G'd. Tehilliem worden ook anno 2024 door Joodse mensen collectief en individueel gereciteerd, omdat het verlangen ontstaat om G-d te prijzen en te danken; of als alternatief, in tijden van crisis en nood, als een vorm van smeekbede, en zelfs als een plek om spijt te betuigen over zonde.
Tekst Psalm 65
Een psalm van David, een lied, voor den opperzangmeester. Stilte is lof aan U, o G'd in Zion, en aan U wordt een gelofte betaald. Gij hoort het gebed; tot U zal alle vlees komen. Woorden van ongerechtigheden hebben mij overwonnen; wat onze overtredingen betreft, U zult voor hen verzoening doen. Lofwaardig is hij die U kiest en nadert om in Uw voorhoven te wonen; laat ons verzadigd zijn met de goedheid van Uw huis, de heiligheid van Uw Tempel.
…..
…..
Gij kroont het jaar Uwer goedheid; en Uw voetstappen druipen van overvloed. Zij bedruipen de weiden der steppe; en de heuvelen zijn omhuld met graan. De velden zijn bekleed met kudden, en de dalen zijn bedekt met koren; zij juichen, ook zingen zij.
Hebreeuwse tekst van Psalm 65 - תהילים סה
א לַמְנַצֵּחַ מִזְמוֹר לְדָוִד שִׁיר. ב לְךָ דֻמִיָּה תְהִלָּה אֱלֹהִים בְּצִיּוֹן וּלְךָ יְשֻׁלַּם-נֶדֶר. ג שֹׁמֵעַ תְּפִלָּה עָדֶיךָ כָּל-בָּשָׂר יָבֹאוּ. ד דִּבְרֵי עֲוֹנֹת גָּבְרוּ מֶנִּי פְּשָׁעֵינוּ אַתָּה תְכַפְּרֵם. ה אַשְׁרֵי תִּבְחַר וּתְקָרֵב יִשְׁכֹּן חֲצֵרֶיךָנִשְׂבְּעָה בְּטוּב בֵּיתֶךָ קְדֹשׁ הֵיכָלֶךָ. ו נוֹרָאוֹת בְּצֶדֶק תַּעֲנֵנוּ אֱלֹהֵי יִשְׁעֵנוּמִבְטָח כָּל-קַצְוֵי-אֶרֶץ וְיָם רְחֹקִים. ז מֵכִין הָרִים בְּכֹחוֹ נֶאְזָר בִּגְבוּרָה. ח מַשְׁבִּיחַ שְׁאוֹן יַמִּים שְׁאוֹן גַּלֵּיהֶם וַהֲמוֹן לְאֻמִּים. ט וַיִּירְאוּ יֹשְׁבֵי קְצָוֹת מֵאוֹתֹתֶיךָ מוֹצָאֵי בֹקֶר וָעֶרֶב תַּרְנִין. י פָּקַדְתָּ הָאָרֶץ וַתְּשֹׁקְקֶהָ רַבַּת תַּעְשְׁרֶנָּה פֶּלֶג אֱלֹהִים מָלֵא מָיִםתָּכִין דְּגָנָם כִּי-כֵן תְּכִינֶהָ. יא תְּלָמֶיהָ רַוֵּה נַחֵת גְּדוּדֶהָ בִּרְבִיבִים תְּמֹגְגֶנָּה צִמְחָהּ תְּבָרֵךְ. יב עִטַּרְתָּ שְׁנַת טוֹבָתֶךָ וּמַעְגָּלֶיךָ יִרְעֲפוּן דָּשֶׁן. יג יִרְעֲפוּ נְאוֹת מִדְבָּר וְגִיל גְּבָעוֹת תַּחְגֹּרְנָה. יד לָבְשׁוּ כָרִים הַצֹּאן וַעֲמָקִים יַעַטְפוּ-בָריִתְרוֹעֲעוּ אַף-יָשִׁירוּ.
Luister naar Psalm 65
Luister naar Psalm 65 in het
Hebreeuws.
Toelichting op Psalm 65 van Rabbi Yitzchok Rubin
Grote rampen
Rabbijn Rubin verklaart dat Psalm 65 geschreven is in een tijd dat Israël getroffen werd door grote rampen: verwoestende droogte en invasie van een buitenlands leger. Koning David probeert met deze psalm de harten van de mensen te focussen op waar het goede vandaan komt en wat het doel in het leven is.
Stil gebed
In tijden van crisis is het stil gebed het beste gebed omdat woorden niet goed kunnen vertellen wat we eigenlijk willen uitdrukken. Door stil te zijn kunnen we onze gevoelens beter uiten. HaShem weet wat we niet kunnen verwoorden. Zonder de wil van HaShem verdwijnt de materiële dwaasheid. HaShem is de Waarheid. David zegt dat de gelukkige de weg van HaShem volgt.
De duisternis is een lege façade
Rabbijn Rubin bespreekt vaak wereldse zaken met jongeren die vanuit de seculiere wereld de Tora wereld binnenkomen. Ze zijn wanhopig vanwege de pure holheid van een materialistische levensstijl. Dat belemmert hen in de wil te groeien en inspiratie te vinden. De duisternis is een lege façade. Door Kidoesja HaShem te creëren verdwijnt de duisternis. G'd geeft ons de antwoorden op al onze vragen.
De Schepping is in G'ds handen
Van de brullende zeeën tot de regen op de bergen, het is allemaal van HaShem. We moeten zijn grootheid erkennen en verheerlijken. Zo ontstaat verlossing en zal de Mashiach komen.
Per vers het commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Psalmen weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
Vers 2
Stilte is lof aan U, o G'd in Zion, en aan U wordt een gelofte betaald.
Stilte is lof aan U: Stilte is lof voor U; want er is geen einde aan Uw lof, hoe meer iemand lof zegt, hoe meer afbreuk doet.
O G'd in Sion: G'd, Die in Sion woont. Ik vond het volgende:
glorieuze Zijn lof: geen effusie, maar stilte is lof. Het lijkt erop dat דמיה betekent "prijs G'd met ontzag," met de uitdrukking "lof Ya-h." De naam bestaande uit twee letters wordt vertaald (Exodus 15:2) als, de vrees voor G'd, voor "Mijn kracht en mijn lof is G'd (י-ה). "Ook (Exodus 17:16): "Een hand is op de troon van G'd (י-ה)." En de uitdrukking (boven 2:11): "en verheugt u met beven" lijkt hierop. Shem Ephraim merkt op: Het lijkt mij dat Rashi als volgt zou moeten lezen:
Maak glorieus, enz .: Maar stilte voor G'd is lof, en de interpretatie ervan is: loof Hem met ontzag, etc. "Het is de bedoeling dat het woord דמיה in twee woorden is verdeeld. Want het was moeilijk voor hem om te begrijpen waarom het zou moeten schijnen dat men elke lof van de Heilige, gezegend zij hij, opzegt. Daarom zegt hij: "Maak Zijn lof," maar niet overdreven, want dat staat gelijk aan afleiden. Daarom zegt hij: "To You is silence (דום)," wat betekent dat stilte passend is, maar י-ה is lof, d.w.z. met de naam die uit twee letters bestaat. Zijn verklaring dat de uitdrukking "verheugt met beven" op deze lijkt, zou moeten luiden: "Aanbid de Heer met ontzag en verheug je met beven." Zijn bedoeling is dat beide verzen betekenen dat men de Heer met ontzag mag aanbidden; dat wil zeggen, men kan de Heilige aanbidden, gezegend zij hij, met de naam י-ה. Anders is aanbidding met liefde superieur. Het is ook mogelijk dat er staat, "en het lijkt erop dat, enz." een fout van een kopiist is. In plaats daarvan zou het moeten luiden: "Maar zwijg en prijs Hem met de naam י-ה, in de uitdrukking Halleluja. Maar dit heeft studie nodig. Later vond ik (onder 68: 5) dat Rashi iets soortgelijks schrijft. Dat de uitdrukking "en zich verheugt met beven" lijkt op dit en meer geschikt is, omdat daar het zegt: "en verheug u voor Hem." Daarom lijkt het mij dat deze hele uitspraak hier ten onrechte is gekopieerd.) De glans hoort onder 66:2. Nog een verklaring:
Voor U is stilte lof, o G'd, in Sion: Dat U zwijgt en nog steeds over de daden van Uw vijanden in Zion spreekt, is U lof, want U bent in staat om wraak te nemen, toch bent U traag in woede.
Vers 4
Woorden van ongerechtigheden hebben mij overwonnen; wat onze overtredingen betreft, U zult voor hen verzoening doen.
Woorden van ongerechtigheden hebben me overwonnen: en we kunnen het niet allemaal voor je regelen, omdat ze veel zijn. We bieden echter een algemeen gebed voor U dat U verzoening brengt voor onze overtredingen.
Vers 5
Lofwaardig is hij die U kiest en nadert om in Uw voorhoven te wonen; laat ons verzadigd zijn met de goedheid van Uw huis, de heiligheid van Uw Tempel.
Lofwaardig is: hij die U kiest en nadert, die in Uw voorhoven zal wonen.
laat ons verzadigd zijn met de goedheid: dat is in Uw huis en van de heiligheid van Uw Tempel, waarin Uw Shechina woont.
Vers 6
Met geweldige daden, door [uw] liefdadigheid zult u ons antwoorden, G'd van onze redding, het vertrouwen van alle verre uiteinden van de aarde en de zee.
Met geweldige daden, door [uw] liefdadigheid zult u ons antwoorden: door uw liefdadigheid, zult U ons antwoorden door geweldige daden op de heidenen te verrichten.
het vertrouwen: U bent [het vertrouwen] en de toevlucht van alle bewoners van de uiteinden der aarde, van het ene uiteinde van de aarde tot het andere.
ver weg ... en de zee: zelfs voor de verre mensen in de zee bent u het vertrouwen, want uw heerschappij is overal.
Vers 7
Die bergen met zijn sterkte vastzet, Die met macht is omgord.
Die bergen met Zijn kracht vastzet: met zijn kracht maakt Hij de berg die de baas is, en Hij bereidt voedsel door hen voor en bereidt regen voor, zoals staat geschreven (onder 147:8): "die regen voorbereidt op de aarde, die maakt dat de bergen gras laten groeien."
Wie is met macht omgord: omdat hij de machtige daden van de regens wil noemen, zegt hij: "Wie is met macht omgord."
Vers 8
Die het gebrul van de zeeën vernedert, het gebrul van hun golven, en de veelheid van koninkrijken.
Wie vernedert: Hebreeuws משביח, hij vernedert. Evenzo (Spreuken 29:11): "maar daarna zal een wijs man het kalmeren (ישבחנה); (onder 89:10), "Wanneer het zijn golven opheft, verlaagt U hen (תשבחם)."
Vers 9
En de inwoners van de uiteinden zijn bang voor Uw tekenen; met de opkomst van de ochtend en de avond, laat U hen lof zingen.
met de opkomst van de ochtend en de avond, laat U [hen] lof zingen: [U veroorzaakt] de wezens die bij de uiteinden wonen om lof te zingen. 'S Morgens zeggen ze: "Gezegend Hij die de sterren heeft gevormd", en' s avonds "Gezegend Hij die de avond tot stand brengt".
Vers 10
U zorgt voor het land en bevloeit het; U verrijkt het enorm met de stroom van God die vol water is; U bewerkt het land voor het koren, zo bewerkt U het.
U zorgt voor het land: wanneer U het goede wilt doen, zorgt U voor het land en bevloeit het.
Je verrijkt het enorm: U verrijkt het enorm van Uw stroom, die vol water is, en U bewerkt daarmee het koren van de bewoners van 'de einden', en bewerkt het daarmee.
Vers 11
U doordrenkt de voren en effent de kluiten; doorweekt ze met regen en zegent het jonge groen.
zijn voren: Hebreeuws תלמיה. Het zijn de rijen van de ploegschaar.
Om te doordrenken: Hebreeuws רוה, zoals לרוה.
en effent de kluiten: Hebreeuws נחתגדודה, zoals לְנַחֵתגְדוּדֶהָ, om haar kluiten rust te geven. Om plezier aan zijn schepselen te bieden, lost U het op met regenbuien.
U lost het op: Hebreeuws תמגגנה, een uitdrukking van smelten.
Vers 12
U kroont het jaar met Uw goedheid en Uw paden druppelen van overvloed.
U kroont het jaar met Uw goedheid. Door de regens kroont U met totale goedheid het jaar dat U wenst te profiteren.
en Uw paden: zij zijn de hemelen, die het stof van Uw voeten zijn.
Vers 13
Ze druipen op de velden van de steppe en heuvels omgorden zich met vreugde.
Ze druipen: de hemel [druipt] op de velden van de steppe.
Vers 14
Weiden zijn bekleed met kuddes en valleien zijn omhuld met graan; ze schreeuwen van vreugde, ja, ze zingen.
Weiden zijn bekleed met kuddes: de Sharon en de Araba zijn bekleed met de kudden die komen grazen op het gras dat de regen veroorzaakt om te groeien.
en valleien zijn omhuld met graan: door de regen zullen de valleien worden omhuld door graan. Dan zullen de wezens schreeuwen van vreugde en zingen vanwege de overvloedige zegening.
Psalm 1 tot en met 92
Wilt u meer Psalmen lezen met een Joodse uitleg? Ga naar:
Psalmen 1 tot en met 92.