Tehilliem: Psalm 54 – een Joodse uitleg
Psalm 54 is een gebed tot G'd waarin gevraagd wordt allen te redden die hopen op Zijn goedertierenheid. Wie deze psalm leest ontdekt een ontzagwekkend en wonderbaarlijk gebed dat op de juiste tijd door allen gezegd moet worden. De historische achtergrond bij dit gebed is David die op vlucht is voor Koning Saul. Hij wordt verraden door de inwoners van Zief, zijn eigen familieleden, die zo hopen op een beloning van Saul. In wanhoop schreeuwt David G'd om hulp. Volgens David kan alleen bij Hashem de waarheid worden gevonden. De rechtvaardiging die ons hart roept kan alleen door onze Schepper gegeven worden. Diens liefde gaat ver boven de menselijke zwakheden. David benadert Hashem op twee manieren. Eerst vraagt hij G'd om hulp bij de articulatie van onuitgesproken gedachten, kwelling en vragen. Daarna spreek hij de gebeden uit. Joodse tsaddikiem (rechtvaardigen) spreken over de kracht van de stille schreeuw van een Jood. Deze gebeden zijn puur en echt.
Tekst Psalm 54
Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een kunstig lied van David, toen de inwoners van Zief aan Saul waren gaan zeggen: “Weet u niet dat David zich bij ons schuilhoudt?” God, bevrijd mij door Uw naam, verschaf mij recht door Uw macht. G'd, luister naar mijn gebed, hoor de woorden van mijn mond. Vreemden vallen mij aan, zij staan met geweld naar het leven, zij houden G'd niet voor ogen, sela. Zie, G'd is mijn helper, de Heer is het die mijn leven draagt. Laat het kwaad zich keren tegen mijn belagers, toon Uw trouw en breng hen tot zwijgen. Van harte zal ik U offers brengen en Uw naam loven, Eeuwige, want Hij is goed: Hij heeft mij uit de nood gered, onbevreesd zie ik mijn vijanden aan.
Hebreeuwse tekst van Psalm 54 - תהילים נד
א לַמְנַצֵּחַ בִּנְגִינֹת מַשְׂכִּיל לְדָוִד. ב בְּבֹא הַזִּיפִים וַיֹּאמְרוּ לְשָׁאוּל הֲלֹא דָוִד מִסְתַּתֵּר עִמָּנוּ. ג אֱלֹהִים בְּשִׁמְךָ הוֹשִׁיעֵנִי וּבִגְבוּרָתְךָ תְדִינֵנִי. ד אֱלֹהִים שְׁמַע תְּפִלָּתִי הַאֲזִינָה לְאִמְרֵי-פִי. ה כִּי זָרִים קָמוּ עָלַי וְעָרִיצִים בִּקְשׁוּ נַפְשִׁילֹא שָׂמוּ אֱלֹהִים לְנֶגְדָּם סֶלָה. ו הִנֵּה אֱלֹהִים עֹזֵר לִי אֲדֹנָי בְּסֹמְכֵי נַפְשִׁי. ז ישוב (יָשִׁיב) הָרַע לְשֹׁרְרָי בַּאֲמִתְּךָ הַצְמִיתֵם. ח בִּנְדָבָה אֶזְבְּחָה-לָּךְ אוֹדֶה שִּׁמְךָ יְהוָה כִּי-טוֹב. ט כִּי מִכָּל-צָרָה הִצִּילָנִי וּבְאֹיְבַי רָאֲתָה עֵינִי.
Luister naar Psalm 54
Luister naar Psalm 54 in het
Hebreeuws.
Toelichting op Psalm 54 van Rabbi Yitzchok Rubin
Vreemden
Zelfs de naasten van David zijn vreemden voor hem. Reacties zijn, volgens Rabbijn Yitzchok Rubin, onvoorspelbaar in bepaalde situaties omdat het leven zo ingewikkeld is en mensen om die reden verschillende dingen doen. Sommige benepen mensen hebben de behoeften iemand anders de vernieling in te jagen om zo meer aanzien te krijgen. Daarmee vernietigen ze echter hun eigen ziel. G'd heeft geen relatie met mensen die anderen pijn doen. Zelfs wanneer men een andere persoon moet straffen voor zijn wandaden dan moet dit met begrip gebeuren, zo legt de rabbijn uit.
G'd is met hen die je steunen
Ook al word je door iemand verraden die je eerst vertrouwde, blijf op G'd vertrouwen. Hashem is zelfs bij je in je moeilijkste momenten. Rabbijn Yitzchok Rubin adviseert vriendschap te zoeken bij degenen die van de Tora houden. G'd is met hen en geeft hen inzicht. Zij zijn de ware steun en toeverlaat van onze zielen.
Help degenen die het moeilijk hebben
Het is niet goed om mensen die het moeilijk hebben aan hun lot over te laten. Help hen en geef hen hoop. Dit moeten alle Tora-Joden doen. Er is geen andere optie. G'ds waarheid tolereert geen leugen of bedrog.
Dankbaarheid
De Sfas Emes (Rabbi Yehuda Aryeh Leib Alter) zegt dat het woord Jehoediem (Joden) komt van hoda'ah, dankbaarheid. Joden danken G'd voor elk geschenk of gunst die ze ontvangen. Daarom kijken Joden altijd naar het goede, naar het licht in de duisternis. Zelfs tijdens de grootste moeilijkheden vergeten ze G'd niet. Hij is immers de Bron van alles. Daarom moeten we de Psalmen lezen en herinneren wie we werkelijk zijn.
Per vers het commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Psalmen weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
Vers 3
Oh G'd, met Uw naam redt mij, en met Uw macht wreek mij.
en met Uw macht wreek mij: Hebreeuws תדינני, Wreek mij, als (Deuteronomium 32:36): "Wanneer de Heer Zijn volk zal wreken (ידין)."
Vers 7
Hij zal het kwaad teruggeven aan hen die op me wachten; snijd ze af met Uw waarheid.
aan hen die op me wachten: Hebreeuws לשררי, zij die naar mij kijken, een uitdrukking van (Numeri 24:17): "Ik zie hem (אשורנו), maar niet dichtbij."
met Uw waarheid: Omdat U waarheidsgetrouw bent, en U zei dat U wraak zou nemen op verklikkers en degenen die proberen te doden, snijd ze daarom af.
Psalm 1 tot en met 92
Wilt u meer Psalmen lezen met een Joodse uitleg? Ga naar:
Psalmen 1 tot en met 92.