Tehilliem: Psalm 53 – een Joodse uitleg
Psalm 53 handelt over keizer Titus die met zijn zwaard een gat maakt in het voorhangsel rondom het Heiligste der Heiligen en dacht dat hij “zichzelf” (een eufemisme voor G'd) had gedood. Koning David beweegt de lezer verder om te kijken naar de wereld rondom ons heen en de werkelijke, innerlijke wereld van onze ziel. De Joodse wijzen vertellen ons dat Koning David Psalm 53 schreef met een profetische blik op de vernietiging van de Tweede Tempel in Jeruzalem. Eén van de belangrijkste redenen dat het Joodse volk deze ramp overkwam was omdat de Joden zich schuldig maakten aan ongegronde haat onder elkaar. Dit werd veroorzaakt door jaloezie en liefde voor geld (een afgod).
Tekst Psalm 53
Dwazen denken bij zichzelf: Er is geen G'd. Verdorven zijn ze, en gruwelijk is hun onrecht, geen van hen deugt. G'd kijkt vanuit de hemel naar de mensen om te zien of er één verstandig is, één die G'd zoekt. Allen zijn afgegleden, allen ontaard, geen van hen deugt, niet één. Hebben ze dan geen inzicht, die kwaadstichters? Ze verslinden mijn volk of het brood is en G'd roepen ze niet aan. Nog even, en hen overvalt een hevige angst, een angst als nooit tevoren. G'd zal het gebeente van je belagers verstrooien, lach maar om hen, want G'd heeft hen verworpen. Ach, laat uit Tsion redding komen voor Jisraeel. Als G'd het lot van Zijn volk ten goede keert, zal Jakob juichen, Jisraeel zich verheugen.
Hebreeuwse tekst Psalm 53 - תהילים נג
לַמְנַצֵּחַ עַל-מָחֲלַת מַשְׂכִּיל לְדָוִד. ב אָמַר נָבָל בְּלִבּוֹ אֵין אֱלֹהִיםהִשְׁחִיתוּ וְהִתְעִיבוּ עָוֶל אֵין עֹשֵׂה-טוֹב. ג אֱלֹהִים מִשָּׁמַיִם הִשְׁקִיף עַל-בְּנֵי-אָדָםלִרְאוֹת הֲיֵשׁ מַשְׂכִּיל דֹּרֵשׁ אֶת-אֱלֹהִים. ד כֻּלּוֹ סָג יַחְדָּו נֶאֱלָחוּ אֵין עֹשֵׂה-טוֹב אֵין גַּם-אֶחָד. ה הֲלֹא יָדְעוּ פֹּעֲלֵי-אָוֶן אֹכְלֵי עַמִּי אָכְלוּ לֶחֶם אֱלֹהִים לֹא קָרָאוּ. ו שָׁם פָּחֲדוּ פַחַד לֹא-הָיָה-פָחַדכִּי-אֱלֹהִים פִּזַּר עַצְמוֹת חֹנָךְ הֱבִשֹׁתָה כִּי-אֱלֹהִים מְאָסָם. ז מִי יִתֵּן מִצִּיּוֹן יְשֻׁעוֹת יִשְׂרָאֵלבְּשׁוּב אֱלֹהִים שְׁבוּת עַמּוֹ יָגֵל יַעֲקֹב יִשְׂמַח יִשְׂרָאֵל.
Luister naar Psalm 53
Luister naar Psalm 53 in het
Hebreeuws.
Toelichting op Psalm 53 van Rabbi Yitzchok Rubin
Vreemde gedachtes over G'd bezien vanuit Joods perspectief
Rabbijn Rubin meldt in zijn boek dat ondanks wat seculiere wereldleiders zeggen, denken ze niet dat G'd bestaat. Volgens de Joodse traditie sprak Farao ook over G'd, maar zag zichzelf als god en accepteerde Hashem als een andere god. Hij zag wel in dat de G'd van Israël sterker was dan andere goden maar hij plaatste G'd toch op een lijst met andere afgoden. Dit kan in Parsha Shemot (in het Bijbelboek Exodus) gelezen worden. Deze vreemde gedachtes over G'd ('vreemd' - bezien vanuit Joods perspectief) vinden door alle eeuwen heen plaats. Rubin zegt verder dat tegenwoordig G'd in onze consumentenmaatschappij beschouwd wordt als een product dat gecontroleerd wordt door zakenlui. Het Joodse volk beschouwt G'd echter als iets heel anders. Daarom zegt David dat de andere visies over G'd van het begin tot het einde corrupt zijn.
Bevrijding Joden
G'd kijkt vanuit de hemel naar de mensen om te zien of er één verstandig is, één die G'd zoekt. G'd zoekt de Joden te midden van corruptie en somberheid. Volgens de Joodse traditie wilde G'd de Joden uit Egypte bevrijden maar wachtte Hij tot Mozes spiritueel geheel volwassen was. Wanneer Joden uit hun problemen bevrijd worden komt dat altijd door betrokkenheid van echte mensen van vlees en bloed. Dit is de manier waarop G'd werkt. David vertelt verder dat corruptie in alle lagen van de bevolking voorkomt.
Consumentenmaatschappij
Ze verslinden mijn volk of het brood is en G'd roepen ze niet aan. In onze consumentenmaatschappij worden mensen gezien als lichamen die iets kunnen toevoegen aan de economie door producten te kopen en die zich laten verleiden door reclamespotjes, zo stelt Rabbijn Rubin. We worden als waardevol beschouwd zolang we maar producten kopen. We zijn niet meer dan een stukje brood. Nog even, en ons overvalt een hevige angst, een angst als nooit tevoren. Met aanslagen en oorlogen worden de westerse consumenten in hun hart getroffen en worden angstig als nooit tevoren. We weten niet wat we moeten doen. Moeten we de grenzen sluiten voor onze medemensen die op de vlucht zijn voor oorlog? Moeten veiligheidsdiensten meer bevoegdheden krijgen om de westerse samenleving leefbaar te houden of wordt het door die bevoegdheden juist onleefbaar? Maar David zegt dat alleen Hashem redding kan brengen.
Ach, laat uit Tsion redding komen voor Jisraeel.
Schijnwereld
Wij (mensen in de consumptiemaatschappij) hoeven niet jaloers te zijn op andere mensen die meer hebben, zo stelt Rabbijn Rubin. De wereld waarin we leven is volgens de Joodse traditie een schijnwereld die de werkelijkheid van God bedekt. Als we ons dit goed realiseren dan
zal Jakob juichen, Jisraeel zich verheugen.
Per vers het
commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Psalmen weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
Vers 1
Voor de dirigent, op machalath, een maskil van David.
op machalath: De naam van een muziekinstrument. Een andere verklaring: betreffende de ziekte (מחלתן) van Israël wanneer de tempel zal worden vernietigd. Hij reciteerde al een andere psalm die op deze leek (boven 14): "De dwaas zei in zijn hart:" Er is geen G'd, enz. ", Één heeft betrekking op de vernietiging van de Eerste Tempel en deze, op de Tweede Tempel.
Vers 2
De dwaas zei in zijn hart: "Er is geen G'd"; zij hebben corrupt gehandeld; ze hebben verschrikkelijk onrecht begaan; niemand doet het goed.
De dwaas zei in zijn hart: Dit is Titus; toen hij in het gordijn sneed en zijn zwaard droop van bloed, zei hij dat hij [G'd] zelf had gedood.
Vers 4
Ze zijn allemaal afval; samen hebben ze verspild; niemand doet goed, zelfs niet één.
afval: Hebreeuws סג, een uitdrukking van סיגים, afval.
zelfs niet één: van al zijn legers zullen protesteren tegen zijn daden.
Vers 5
Wisten de werkers van ongerechtigheid het niet? Zij die Mijn volk verslonden, namen deel aan een feest; zij riepen de Heer niet aan.
wisten niet: Moeten degenen die Mijn volk verslinden als een maaltijd van brood, en die geen beroep op de Heer hebben gedaan, weten dat zij daar uiteindelijk een grote angst zullen ervaren aan het einde der dagen?
Vers 6
Daar waren ze in grote angst; er was nooit zoveel angst, want G'd verspreidde de beenderen van degenen die om je heen kamperen; U hebt ze beschaamd gemaakt, want G'd heeft ze verworpen.
er was nooit zoveel angst: Deze angst was niet zoals de eerste angst die Belsazar overkwam, want in deze verlossing, de Heilige, gezegend zij Hij, verspreidde de beenderen van וֹנָ, degenen die rondom u kamperen, Jeruzalem, zoals de zaak die wordt gesteld (Zacharias 14:12): "Zijn vlees zal wegvallen, enz." Menachem (p. 91) interpreteerde het op die manier, maar Dunash (pp. 3 s) interpreteerde het als (Spreuken 22:6): "Train (חנך) een kind volgens zijn weg”; de "kaf" van חוֹנָ is een radicaal als de "kaf" van חֲנֹ, train.
U hebt ze beschaamd gemaakt: U, o Heer, hebt al mijn vijanden beschaamd gemaakt, want U hebt ze verworpen.
Het heeft geen zin om jaloers te zijn op andere mensen of te streven naar veel geld. Dat is niet het doel van het leven. We leven in een schijnwereld c.q. leugenachtige wereld. De wereld waarin we leven bestaat niet echt. Deze wereld is een product van G'ds Geest. 'Denkt' God niet meer aan de wereld dan bestaat deze niet meer. Rebbe Schneerson¹ meldt conform de Joodse traditie dat G'd de enige werkelijkheid is die bestaat. Het probleem is echter dat we alleen onze eigen werkelijkheid waarnemen en G'd beschouwen als iets wat daar buiten staat. Maar in werkelijkheid staan wij juist aan de buitenkant en is G'd de absolute werkelijkheid. Om G'ds werkelijkheid te begrijpen moeten we toestaan dat G'd ons vindt, zo stelt Schneerson. “G'd zoekt de mens”, heet een boek van Abraham Heschel over de Joodse filosofie. G'd is constant op zoek naar de mens. Hij wil namelijk dat we één worden met Hem. Dat kan door op dezelfde manier te gaan denken als G'd. Dat houdt in dat we onze ziel (de binnenkant), die verbonden is met G'd, moeten cultiveren aan de hand van de Tora (voor Joden) en de Noachidische geboden (voor niet-Joden). Zo wordt ons lichaam (de buitenkant) naar een hoger doel gebracht. En zo wordt de lagere wereld een verblijfplaats voor G'd. De wereld waarin G'd verblijft is de echte wereld. Daar is geen plek voor jaloezie en streven naar veel geld (afgod). In de wereld van G'd is alles perfect.
Noten
¹http://mens-en-samenleving.infonu.nl/religie/7638-zinvol-leven-god-de-absolute-werkelijkheid.html
Psalm 1 tot en met 92
Wilt u meer Psalmen lezen met een Joodse uitleg? Ga naar:
Psalmen 1 tot en met 92.