Tehilliem: Psalm 51 - een Joodse uitleg
Psalm 51 is geschreven door Koning David. De profeet Nathan ging naar het paleis van David en berispte hem voor zijn zonde met Bathseba. David zonderde zichzelf af en vroeg G'd vervolgens om vergiffenis. Psalm 51 moet door iedereen gereciteerd worden die zonden heeft begaan. Het is goed de woorden van deze Psalm goed tot u door te laten dringen en zodoende echt berouw te tonen. Tehilliem worden ook anno 2024 door Joodse mensen collectief en individueel gereciteerd, omdat het verlangen ontstaat om G-d te prijzen en te danken; of als alternatief, in tijden van crisis en nood, als een vorm van smeekbede, en zelfs als een plek om spijt te betuigen over zonde.
Tekst Psalm 51
Een psalm van David, toen de profeet Nathan hem had bezocht, nadat hij met Bathsheba had geslapen. Wees mij genadig G'd, in uw trouw, U bent vol erbarmen, doe mijn daden teniet, was mij schoon van alle schuld, reinig mij van mijn zonden. Ik ken mijn wandaden, ik ben steeds van mijn zonden bewust, tegen U, tegen U alleen heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat slecht is in Uw ogen.
…..
…..
Wees Tsion welgezind en schenk het voorspoed, bouw de muren van Jeruzalem weer op. Dan zult u de juiste offers aanvaarden, offers in hun geheel verbrand, dan legt men stieren op Uw altaar.
Hebreeuwse tekst Psalm 51 - תהילים נא
א לַמְנַצֵּחַ מִזְמוֹר לְדָוִד. ב בְּבוֹא-אֵלָיו נָתָן הַנָּבִיא כַּאֲשֶׁר-בָּא אֶל-בַּת-שָׁבַע. ג חָנֵּנִי אֱלֹהִים כְּחַסְדֶּךָ כְּרֹב רַחֲמֶיךָ מְחֵה פְשָׁעָי. ד הרבה (הֶרֶב) כַּבְּסֵנִי מֵעֲוֹנִי וּמֵחַטָּאתִי טַהֲרֵנִי. ה כִּי-פְשָׁעַי אֲנִי אֵדָע וְחַטָּאתִי נֶגְדִּי תָמִיד. ו לְךָ לְבַדְּךָ חָטָאתִי וְהָרַע בְּעֵינֶיךָ עָשִׂיתִילְמַעַן תִּצְדַּק בְּדָבְרֶךָ תִּזְכֶּה בְשָׁפְטֶךָ. ז הֵן-בְּעָווֹן חוֹלָלְתִּי וּבְחֵטְא יֶחֱמַתְנִי אִמִּי. ח הֵן-אֱמֶת חָפַצְתָּ בַטֻּחוֹת וּבְסָתֻם חָכְמָה תוֹדִיעֵנִי. ט תְּחַטְּאֵנִי בְאֵזוֹב וְאֶטְהָר תְּכַבְּסֵנִי וּמִשֶּׁלֶג אַלְבִּין. י תַּשְׁמִיעֵנִי שָׂשׂוֹן וְשִׂמְחָה תָּגֵלְנָה עֲצָמוֹת דִּכִּיתָ. יא הַסְתֵּר פָּנֶיךָ מֵחֲטָאָי וְכָל-עֲוֹנֹתַי מְחֵה. יב לֵב טָהוֹר בְּרָא-לִי אֱלֹהִים וְרוּחַ נָכוֹן חַדֵּשׁ בְּקִרְבִּי. יג אַל-תַּשְׁלִיכֵנִי מִלְּפָנֶיךָ וְרוּחַ קָדְשְׁךָ אַל-תִּקַּח מִמֶּנִּי. יד הָשִׁיבָה לִּי שְׂשׂוֹן יִשְׁעֶךָ וְרוּחַ נְדִיבָה תִסְמְכֵנִי. טו אֲלַמְּדָה פֹשְׁעִים דְּרָכֶיךָ וְחַטָּאִים אֵלֶיךָ יָשׁוּבוּ. טז הַצִּילֵנִי מִדָּמִים אֱלֹהִים אֱלֹהֵי תְּשׁוּעָתִיתְּרַנֵּן לְשׁוֹנִי צִדְקָתֶךָ. יז אֲדֹנָי שְׂפָתַי תִּפְתָּח וּפִי יַגִּיד תְּהִלָּתֶךָ. יח כִּי לֹא-תַחְפֹּץ זֶבַח וְאֶתֵּנָה עוֹלָה לֹא תִרְצֶה. יט זִבְחֵי אֱלֹהִים רוּחַ נִשְׁבָּרָהלֵב-נִשְׁבָּר וְנִדְכֶּה אֱלֹהִים לֹא תִבְזֶה. כ הֵיטִיבָה בִרְצוֹנְךָ אֶת-צִיּוֹן תִּבְנֶה חוֹמוֹת יְרוּשָׁלִָם. כא אָז תַּחְפֹּץ זִבְחֵי-צֶדֶק עוֹלָה וְכָלִילאָז יַעֲלוּ עַל-מִזְבַּחֲךָ פָרִים.
Luister naar Psalm 51
Luister naar Psalm 51 in het
Hebreeuws.
Toelichting op Psalm 51 van Rabbi Yitzchok Rubin
In deze Psalm begint David te zeggen dat G'd trouw is. Dankzij deze trouw is vergeving van zonden mogelijk. Ondanks dat we tegen G'ds wil ingaan, zoekt G'd onze terugkeer met liefde en geeft hij ons het vermogen berouw te tonen. Vervolgens vraagt David aan G'd hem schoon te wassen van alle schuld om vervolgens nog dieper te gaan door hem te reinigen van zijn zonden.
De moeilijkste stap in het tonen van berouw is te erkennen dat men gezondigd heeft. Iedereen probeert excuses te vinden om de zonden goed te praten. Echter alleen door niet te liegen kan berouw worden getoond. Niet alleen moet men erkennen dat men gezondigd heeft maar ook moet men aan deze erkenning altijd blijven denken. Hoe diep we ook gezondigd hebben er is altijd een weg terug naar G'd.
David geeft aan dat zonde is als melaatsheid die een persoon verteert. Hij smeekt G'd hem te reinigen zoals een persoon die lijdt aan melaatsheid gereinigd wordt. Zonde is een teken van arrogantie van onze kant. We vergeten op dat moment dat we kinderen van G'd zijn.
David vraagt aan G'd witter dan sneeuw te worden. Sneeuw is een teken van reinheid. Het komt voort uit G'ds glorieuze troon en toont een toestand van heelheid. David wil ook gelukkig zijn. Dat kan alleen als hij voelt dat zijn ziel met G'd verbonden is. Hij wil een zuiver hart hebben zodat hij kan herstellen van de zonden uit het verleden.
Wanneer we zondigen creëren we een afstand tot G'd. Daardoor zien we niet meer wat goed of fout is. David wil daarom de band met G'd herstellen. Hij wil G'ds leidende hand voelen in elk aspect van zijn leven.
Per vers het commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Psalmen weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
Vers 5
Want ik ken mijn overtredingen en mijn zonde ligt altijd voor mij.
en mijn zonde ligt altijd voor mij: Omdat ik spijt heb van [mijn zonde] en me er zorgen over maak, is het alsof het constant voor me is, altijd.
Vers 6
Tegen U alleen heb ik gezondigd, en ik heb gedaan wat kwaad is in Uw ogen, zodat U gerechtvaardigd wordt in Uw gedrag en recht in Uw oordeel.
Tegen U alleen heb ik gezondigd: Daarom is het in Uw macht om [mij] te vergeven. Zelfs in mijn zonde tegen Uria heb ik gezondigd tegen U, want U waarschuwde voor de zaak.
zodat U gerechtvaardigd wordt in Uw gedrag: zoals במנהגך, in Uw gedrag. Ik had de kracht om mijn kwade neiging te overweldigen, maar om niet te zeggen: "De dienaar heeft zijn meester overweldigd", want ik zei tegen U (Psalm 26:2): "Test mij, Heer, en beproef mij , 'En U testte mij en ik werd niet perfect bevonden, zodat U gerechtvaardigd zou moeten zijn en niet ik (Sanh. 107a). Nog een verklaring:
zodat U gerechtvaardigd wordt in Uw gedrag: Als U mij vergeeft, zult U gerechtvaardigd worden in Uw oordeel tegen alle goddelozen die zich niet bekeren, zodat zij niet zullen kunnen zeggen: "Als wij ons hadden bekeerd, zou het ons niet hebben gebaat."
Vers 7
Zie, met ongerechtigheid werd ik gevormd, en met zonde verwekte mijn moeder mij.
Zie, met ongerechtigheid werd ik gevormd: Hoe kon ik niet zondigen toen het grootste deel van mijn schepping door coïtus ging, de bron van vele ongerechtigheden? Een andere verklaring: het grootste deel van mijn creatie is van een man en een vrouw, beide vol ongerechtigheid. Er zijn veel midrashim in dit vers, maar ze passen niet in de context van de psalm.
verwekte mij: Hebreeuws יחמתני, een uitdrukking van warmte, zoals (Genesis 30:38): "En zij kwamen in hitte (ויחמנה) toen zij kwamen drinken."
Vers 8
Zie, U verlangde dat de waarheid op de verborgen plaatsen zou zijn en in het verborgen deel leert U mij wijsheid.
Zie, U verlangde dat de waarheid op de verborgen plaatsen: en zie, ik beken de waarheid dat ik gezondigd heb.
op de verborgen plaatsen: Hebreeuws בטחות. Dit zijn de teugels, die soepel zijn. Menachem (p. 97) associeerde het echter met (Genesis 21:16): "als het ware een strik (כמטחוי קשת)"; en zo (Job 38:36): "Die wijsheid in de innerlijke delen plaatste (בטחות)." En hun interpretatie is een uitdrukking van tekenen, want net zoals een boog wordt getrokken, zo is hun verlangen naar kennis.
en in het verborgen deel leert U mij wijsheid: En in het hart, dat verborgen is, heeft U me wijsheid geleerd om te biechten.
Vers 9
Zuiver mij met een hysop en ik zal zuiver worden; was mij, en ik zal witter worden dan sneeuw.
Zuiver mij met een hysop: Terwijl U de "mezora" zuivert en degene die onrein werd door contact met een lijk.
Vers 10
Laat me vreugde en blijdschap horen; laat de botten die U verpletterde jubelen.
Laat me vreugde en blijdschap horen: De vergeving van de zonde.
de botten die U verpletterde: toen U boos op me was.
Vers 12
Creëer voor mij een zuiver hart, o G'd, en vernieuw een standvastige geest in mij.
Creëer voor mij een zuiver hart, o G'd: zodat ik niet meer struikel.
Vers 13
Werp mij niet van U weg en neem Uw heilige geest niet van mij weg.
en neem Uw heilige geest niet van mij weg: dat de heilige geest niet van mij moet worden teruggetrokken.
Vers 14
Herstel mij de vreugde van Uw redding en laat een nobele geest mij steunen.
Herstel mij de vreugde van Uw redding: De heilige geest, die mij verlaten heeft.
nobele: Hebreeuws נדיבה, een uitdrukking van adel en leiderschap.
Vers 15
Ik zal overtreders Uw wegen leren, en zondaars zullen naar U terugkeren.
Ik zal overtreders Uw wegen leren: en zij zullen van mij leren. Ze zullen zich bekeren als ze zien dat U mij vergeeft.
Vers 16
Red mij van bloed, o G'd, de G'd van mijn redding; laat mijn tong lof zingen over Uw naastenliefde.
Red mij van bloed: dat ik niet door het zwaard zou sterven als straf voor Uria, die ik doodde.
Vers 17
O Heer, U zult mijn lippen openen en mijn mond zal Uw lof reciteren.
O Heer, U zult mijn lippen openen: Vergeef me zodat ik mijn lippen kan openen om Uw lof te reciteren.
Vers 18
Want U wenst geen offer, of ik zou het moeten geven; U verlangt niet naar een brandoffer.
Want U wenst geen offer: Omdat een offer van een zondoffer niet wordt gebracht voor een opzettelijke overtreding.
of ik zou het moeten geven: Want als U het wenste, zou ik het U geven.
Vers 20
Doe met Uw wil goed voor Zion; bouw de muren van Jeruzalem.
Doe goed: om Uw tempel in zijn midden te bouwen in de dagen van mijn zoon, Salomo.
Psalm 1 tot en met 92
Wilt u meer Psalmen lezen met een Joodse uitleg? Ga naar:
Psalmen 1 tot en met 92.