WMO: de gemeente als hulpverlener
Gemeenten mogen vanaf 2015 zelf bepalen hoe zij invulling geven aan hun WMO-taken. Volgens de beleidsmakers in Den Haag kunnen ze het beste beoordelen wat hun inwoners aan zorg nodig hebben. Gemeenten kunnen elk voor zich andere prioriteiten stellen. Er zullen dus ongetwijfeld verschillen in de uitvoering bestaan.
Krijgen burgers dan wel de juiste zorg?
Men kan zich afvragen of gemeenteambtenaren wel voldoende kunnen inschatten welke zorg of ondersteuning mensen nodig hebben. Een belangrijke taak is in dat verband weggelegd voor de gemeenteraad. Die moet controleren of de zorgtaken wel naar behoren worden uitgevoerd. En ook de WMO-raden hebben daarin een belangrijke adviserende stem. Patiënten zelf beseften destijds nog nauwelijks wat er allemaal veranderen zou. En al helemaal niet hoe dat voor hen persoonlijk zou uitvallen. Het is goed om te weten dat ook patiëntenorganisaties altijd een vinger aan de pols houden. Ze zetten zich ervoor in dat hun leden niet verstoken blijven van noodzakelijke zorg.
Ook voor ziekenvervoer aankloppen bij gemeenten?
Een voorbeeld uit de praktijk toont aan dat ook uit volstrekt andere hoek een nieuwe zorgvraag voor gemeenten kon ontstaan. In mei 2014 raakte bekend dat men de vergoeding van ziekenvervoer voor mensen met een rolstoel of slechtzienden wellicht uit de
zorgverzekering wilde geschrapt. Patiëntenverenigingen vreesden dat men hun leden daardoor mogelijk met hoge vervoerskosten zou confronteren. Wellicht zouden ze noodzakelijke zorg mijden. Niet denkbeeldig is dat men in dat geval een beroep moet doen op de WMO. Ze zullen dus bij de gemeente aankloppen als ze vervoer naar het ziekenhuis of een behandelcentrum nodig hebben.
Welke zorgtaken gaan gemeenten nog meer uitvoeren?
Gemeenten zijn met ingang van 2015 niet alleen belast met de uitvoering van de nieuwe WMO. Men droeg ook nog andere zorgtaken aan hen over, zoals:
Eerder was het nog zo dat meerdere hulpinstanties bij probleemsituaties betrokken waren. Vaak werkte men dan langs elkaar heen. Beleidsmakers in Den Haag gingen ervan uit dat gemeenten een aantal van die nieuwe werkzaamheden op elkaar konden afstemmen en beter konden combineren. Daarmee zou men efficiëncy- en kostenvoordelen kunnen behalen.
Meer budget voor jeugdzorg en jeugdhulp
De algemene regel is dat er door gemeenten meer moet worden gedaan met minder geld. Jeugdzorg en jeugdhulp zijn daarop een uitzondering. De plannenmakers in Den Haag stelden in mei 2014 meer budget daarvoor beschikbaar. Taken die zoals hierboven aangegeven, sinds 1 januari 2015 ook voor rekening van de gemeenten komen.
Is een gemeente wel berekend op al die extra taken?
De decentralisatie van al die zorgtaken was een gigantische operatie. Achteraf bezien misschien wel de grootste naoorlogse uitdaging in het binnenlands bestuur. Het zal ongetwijfeld jaren in beslag nemen voordat gemeenten die nieuwe taken volledig beheersen. Ook is het gevaar niet denkbeeldig dat gemeenten de hand op de knip houden en te weinig professionele zorg inkopen. Thuishulp is dan nog slechts voorbehouden aan enkelingen die het financieel echt niet meer kunnen bolwerken. Een belangrijk nieuw element in dat verband is overigens het “keukentafelgesprek”.
De betekenis van een keukentafelgesprek in de WMO
Na invoering van de nieuwe WMO in 2015 zijn steeds meer burgers ermee geconfronteerd: het keukentafelgesprek. Voor een eventuele hulpvraag zijn burgers vanaf dat moment niet uitsluitend aangewezen op het gemeenteloket. Om goed te kunnen inschatten wat die zorgvraag van de betrokken inwoner is, komt een gemeenteambtenaar bij de aanvrager langs voor een persoonlijk gesprek. Daarbij fixeert men zich niet alleen op het al dan niet toekennen van bijvoorbeeld een traplift. Er is ook aandacht voor de eigen inzet van de patiënt en zijn directe omgeving. Denkbaar is bijvoorbeeld dat de hulp van een familielid of buurvrouw uitkomst kan bieden. Die benadering vergt een grote cultuuromslag.
Nep-WMO-consulenten
Met de komst van de nieuwe WMO deed ook een nieuw fenomeen zijn intrede: nep-WMO-consulenten. Daarmee zijn
oplichters bedoeld die ouderen met een smoes om de tuin leiden en hen bestelen. Ze bellen bij ouderen en hulpbehoevenden aan en komen zogenaamd namens de gemeente checken of er aanpassingen in huis nodig zijn. Eenmaal binnen verdwijnt er ongemerkt geld en sieraden in hun zakken. Maar medewerkers van gemeenten komen nooit onaangekondigd op bezoek. Als een WMO-consulent op bezoek komt, hebben de burgers daar vrijwel altijd zelf om gevraagd. Bovendien moeten de medewerkers van de gemeente zich altijd als zodanig kunnen legitimeren.
Lees verder