nieuws uitgelichtLeenstelsel studenten, wat betekent dit voor jou?
Jet Bussemaker (Minister van Onderwijs) heeft 28 mei 2014, samen met VVD, PvdA, en oppositiepartijen D66 en GroenLinks een akkoord bereikt over de invoering van een leenstelsel voor studenten. Maar wat houdt dit in en wat verandert er voor jou als student?
Leenstelsel voor studenten
Vanaf 1 september 2015 zal de basisbeurs voor studenten verdwijnen en daarvoor in de plaats komt een leenstelsel. Dit betekend dat er geld geleend moet worden om je studiekosten te betalen. Ook zul je geen studiefinanciering meer ontvangen. Dit leenstelsel moet 1 miljard euro gaan opleveren. Er zou op deze manier geïnvesteerd worden in onderwijs.
Toch is er minder geld beschikbaar voor de kwaliteit van onderwijs. Er is een politieke overeenkomst met oppositiepartijen (partijen die geen deel uitmaken van de coalitie) gesloten. Dat was nodig voor een meerderheid in de Eerste Kamer. D66 en GroenLinks wilden dat geld beschikbaar werd gesteld voor ouders met een lager inkomen. De aanvullende beurs voor ouders met lage inkomens wordt verhoogd en de beurs voor studenten met weigerachtige of onvindbare ouders wordt behouden.
Studiefinanciering
Mensen jonger dan 30 jaar, die een beroepsopleidende leerweg (bol) opleiding aan mbo volgt, of een opleiding aan een erkende hogeschool /universiteit volgt, krijgt op dit moment nog studiefinanciering. De studiefinanciering bestaat uit:
- een basisbeurs (onderdeel van prestatiebeurs)
- een prestatiebeurs (dit is een lening. Als je binnen 10 jaar je diploma haalt, wordt deze lening een cadeautje voor de student)
- een aanvullende beurs (hangt af van inkomen van je ouders)
- een studenten reisproduct (studenten ov-chipkaart)
De hoogte van je studiefinanciering hangt er van af of je thuis woont of op jezelf, maar ook de opleiding die je volgt heeft invloed op het bedrag.
Hoe werkt het leenstelsel?
Studenten kunnen vanaf 2015 kiezen hoeveel geld ze willen lenen voor onder andere hun levensonderhoud en studiekosten. Dit kan wel tot 986 euro per maand zijn. Maar niet denken dat je studerend rijk wordt, want je moet elke cent terug betalen. Dit is wel over een periode van 35 jaar. Dit terugbetalen hoeft pas als je meer verdient dan het minimumloon. Elke maand dien je 4% van je maandinkomen in te leveren.
Let op: ga je trouwen in gemeenschap van goederen, dan zijn jij en je partner allebei verantwoordelijk voor de studieschuld.
Wat verandert er voor de student?
- Er is geen basisbeurs meer. De basisbeurs wordt vervangen door een studievoorschot.Als je ouders minder dan 46.000 euro per jaar verdienen, krijg je nog wel een aanvullende beurs, verdienen je ouders meer dan 46.000 euro per jaar, dan heb je geen recht op een aanvullende beurs.
- Het veranderden van het maandelijkse bedrag in een gift na afstuderen is ook niet meer. Het geld wordt nu geleend.
- Bij studenten met een handicap of chronische ziekte wordt, na het behalen van je diploma, 1.200 euro van de studieschuld afgehaald.
- Minderjarige mbo-studenten hebben vanaf 1 september 2017 recht op een ov-studentenkaart. Hiermee kunnen ze gratis van het openbaar vervoer gebruik maken.
- Je betaalt pas af als je meer verdient dan het minimum inkomen (Boven 23 jaar is dat 1.485 euro per maand). De maximale afbetalingstermijn wordt 35 jaar.
- Er komt een zogenoemd instemmingsrecht voor studenten en docenten. Hiermee hebben zij inspraak op de uitgaven van de school of universiteit.
- Het systeem heet nu: het studievoorschot