Co-ouderschap regelen
Co-ouderschap is een keuze die gemaakt kan worden wanneer ouders uit elkaar gaan. Het is een wettelijk recht, geen plicht. Zonder co-ouderschap is er sprake van een verzorgende en een niet-verzorgende ouder en een omgangsregeling. Er wordt vaak gedacht dat er bij co-ouderschap geen alimentatie komt kijken, maar dit is niet altijd het geval. Ook de kinderbijslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag zijn zaken die bij co-ouderschap geregeld moeten worden.
Verschil tussen co-ouderschap en omgangsregeling
Wanneer een stel uit elkaar gaat en er is sprake van kinderen, is het belangrijk om zaken omtrent de kinderen te regelen. Vroeger was het heel normaal dat de kinderen bij de moeder bleven en er een omgangsregeling met de vader getroffen werd. In uitzonderlijke gevallen verbleven de kinderen bij vader en kreeg de moeder een omgangsregeling. Tegenwoordig is het niet vreemd meer wanneer de kinderen voornamelijk bij vader wonen. Mannen nemen steeds meer de verzorgende taken over de kinderen op zich. Bij de traditionele scheiding is er sprake van een verzorgende en een niet-verzorgende ouder. De verzorgende ouder krijgt de kinderen en ontvangt meestal kinderalimentatie. De niet-verzorgende ouder krijgt een omgangsregeling met de kinderen en betaalt in de meeste gevallen kinderalimentatie.
Voor co-ouderschap kiest in 2013 ruim een kwart van de gescheiden stellen. Bij co-ouderschap nemen beiden ouders de verzorgende taken op zich. Het kind verblijft even vaak bij moeder als bij vader. De financiële lasten worden gelijkmatig verdeeld. Soms wordt er toch kinderalimentatie betaald door één van beiden ouders wanneer blijkt dat de andere ouder onvoldoende kan meedragen in de kosten voor onderhoud. Co-ouderschap is een keuze en een wettelijk recht. Het kan niet afgedwongen worden. Beiden ouders moeten daarom overeenstemmen met co-ouderschap.
Co-ouderschap en alimentatie
Vaak wordt er gedacht dat er met co-ouderschap geen sprake is van een alimentatieplicht. De zorg voor de kinderen wordt immers gelijkmatig verdeeld. Wanneer beiden ouders voldoende draagkracht hebben, is er inderdaad soms geen sprake van een alimentatieplicht. Het komt ook vaak voor dat één van de ouders een stuk minder inkomsten heeft dan de ander of zelfs helemaal geen inkomsten. De ene ouder zal dan kinderalimentatie gaan betalen aan de andere ouder. Op deze manier hebben beiden ouders weer een evenredige draagkracht om beiden voor de kinderen te zorgen.
De hoogte van de kinderalimentatie kan middels een rekenprogramma bepaald worden. Een advocaat heeft hier de juiste middelen voor en zal voor beiden of voor één van de partijen kunnen berekenen hoe hoog de kinderalimentatie zal worden. Kinderalimentatie is voor de betalende ouder meestal aftrekbaar van de belasting, voor de ontvangende ouder geldt geen belastingplicht. Kinderalimentatie moet niet verward worden met partneralimentatie: dit staat los van een eventueel co-ouderschap.
Kosten voor opvoeding en verzorging delen
Bij co-ouderschap worden de kosten voor opvoeding en verzorging van de kinderen evenredig verdeeld tussen beiden ouders. In de praktijk komt het erop neer dat de ouders afspraken maken over wie de kleding koopt, de school en vereniging betaalt en wie de medische kosten op zich neemt. Dit is anders dan bij het klassieke geval van (echt)scheiding: hier betaalt de verzorgende ouder alles en draagt de andere ouder een financieel steentje bij. Kosten voor vakantie en andere vrijetijdsbestedingen behoren niet bij de normale kosten. Ook is het onnodig dat de ene ouder mee moet betalen omdat de andere ouder liever voor dure merkkleding kiest. Het is dan handiger om af te spreken zelf de kleding te kopen indien dit een dure smaak betreft terwijl de ander dit niet kan bekostigen. Ook de aanschaf van een extra fiets of speelgoed is voor eigen rekening.
De kosten kunnen door de helft verdeeld worden. Dit is eerlijk wanneer de minst verdiende ouder ook kinderalimentatie ontvangt. Ook is het mogelijk om de verdeling op basis van het aantal verblijfdagen van het kind te berekenen, of naar draagkracht. Maak onderling goede afspraken. Vaak worden deze afspraken in een ouderschapsplan opgesteld.
Bij wie verblijft het kind?
Bij co-ouderschap verblijft het kind in de meeste gevallen de ene week bij de vader en de andere week bij de moeder. Toch kan het kind maar op één woonadres worden ingeschreven. Bij meerdere kinderen wordt dit vaak eerlijk verdeeld: het ene kind bij de vader en het andere kind bij de moeder in laten schrijven. Dit wordt vaak gedaan om het recht op kinderbijslag en kindgebonden budget eerlijk te verdelen. Ook het recht op zorgverlof wordt zo eerlijk verdeeld. Maar ook hier moeten weer duidelijke afspraken over gemaakt worden. Niet altijd is het mogelijk om het kind de ene week bij de ene en de andere week bij de andere ouder te laten verblijven, bijvoorbeeld door verplichtingen met betrekking tot werk. Dan is het ook mogelijk om een bezoekregeling te treffen. Vaak wordt er vol goede moed aan co-ouderschap begonnen maar blijkt dit op een later tijdstip lastig of zelfs onmogelijk te worden.
Het is belangrijk om afspraken over het verblijf van het kind vast te laten leggen. Niet alleen om later een woordenwisseling te voorkomen, maar ook om duidelijkheid voor het kind te verschaffen. Kinderen willen graag weten waar ze aan toe zijn. Ook afspraken over vakantieperiodes, feestdagen en verjaardagen kunnen echter vooraf vastgelegd worden. Deze afspraken hoeven net altijd letterlijk nagekomen te worden: wanneer dit onderling aangepast wordt is dit prima. Maar een papieren versie van de afspraken geeft altijd een basis om op terug te vallen, mocht het onderling niet meer goed werken wat betreft het maken van afspraken of regelingen. Een regeling dient door beiden partijen ondertekent te worden en wordt bij voorkeur vastgelegd door de rechter.
Kinderbijslag en kindgebonden budget
Slechts één ouder heeft recht op de kinderbijslag. De Sociale Verzekeringsbank zal daarom vragen aan wie dit uitbetaald moet worden. Dit zal meestal de ouder zijn bij we het kind staat ingeschreven. Onderling moet het geld van de kinderbijslag verdeeld worden. De SVB bemoeit zich hier niet mee. Om die reden worden twee of meer kinderen vaak elk bij een andere ouder ingeschreven. Het kindgebonden budget wordt door de belastingdienst uitgekeerd en kan verdeeld worden over beiden ouders wanneer deze twee (of meer) kinderen hebben. Bij één kind wordt het bedrag aan één ouder uitbetaald en zal dit net als bij de kinderbijslag verdeeld moeten worden. Het kindgebonden budget is inkomensafhankelijk: het kan dus zijn dat de ene ouder op meer recht heeft dan de andere ouder.