Mensen beoordelen: hoe en waarom?
De manier waarop we als mens andere mensen zullen beoordelen is vaak onderzocht in de sociale psychologie. Hierbij kwamen 3 belangrijke opvattingen naar boven die algemeen gangbaar zijn in de praktijk en zeer vaak de basis vormen voor vele andere sociaal-psychologische theorieën. Namelijk dat we vooral afgaan op onze eerste indruk, we hoe iemand overkomt eerder toeschrijven aan zijn karakter dan aan de situatie en dat we eerder stereotypen en vooroordelen over iemand zullen bevestigen dan tegenspreken. We doen dit omdat we doorheen de jaren automatische denkschema's hebben opgebouwd. Gecontroleerd nadenken kost ons namelijk meer energie.
Eerste indruk is voor ons belangrijk
Wanneer we iemand voor het eerst ontmoeten baseren we ons meteen op de eerste indruk die deze persoon op ons nalaat. Dit is heel logisch, maar
zeer vaak is deze eerste indruk niet volledig juist, toch zullen we steevast in onze eigen overtuiging en indruk blijven geloven. Om een eerste indruk te vormen van een bepaald persoon zijn de uiterlijke kenmerken cruciaal. Bovendien is deze eerste indruk vaak op zeer oppervlakkige kenmerken gebaseerd. Dit is ook logisch aangezien we deze persoon nog maar net kennen. De manier hoe iemand gekleed is, hoe hij/zij spreekt, zijn/haar lichaamsverzorging...
Sollicitatie
Vandaar ook het belang dat men goed overkomt bij bv. een sollicitatie. Deze eerste indruk zal in zeer grote mate bepalen hoe we ons zullen gedragen t.o.v. iemand (toenadering zoeken of juist niet) en dus een verdere poging zullen doen om deze persoon beter te leren kennen.
Fundamentele attributiefout
Wanneer een persoon voor ons bv. wat 'afwijkend' overkomt in een ontmoeting zullen we ervan overtuigd zijn dat dit in zijn persoonlijke aard ligt, zonder echt rekening te houden met situationele invloeden. Stel dat een persoon nogal afwezig overkomt op een afspraak. Meteen zullen we de karaktertrekken: verstrooid, afwezig, aan hem/haar toekennen, maar misschien heeft deze persoon zojuist slecht nieuws gekregen en is hij/zij daarom afwezig. Kortom: om een bepaald gedrag dat een persoon stelt te kunnen plaatsen, zeggen we dat dit vooral in zijn persoonlijkheid ligt, met daarbij minder rekening te houden met situationele invloeden. Zelf zijn we eerder geneigd om mislukkingen van ons toe te schrijven aan situationele omstandigheden en successen aan onze persoonlijkheid, dit om onze
zelfwaardering te beschermen. De mate waarin we gedragingen vooral toeschrijven aan de persoonlijkheid van iemand en situationele factoren onderschatten wordt in de sociale psychologie de "fundamentele attributiefout' (*) genoemd.
Stereotypen en vooroordelen worden vooral bevestigd, ondanks bewijzen van het tegendeel
Mensen zijn in vele gevallen ergens voor of tegen. Dit is ook zo in vergelijking met andere bevolkingsgroepen. Bepaalde stereotypen (gangbare opvattingen over een groep mensen) blijken toch vaak zeer krachtig te zijn, waardoor we eerder geneigd zijn om ons bij deze overtuiging neer te leggen, dan deze te weerleggen. Wanneer een Nederlander tegen migranten is omdat de gangbare opvatting bv. is dat er vele profiteurs zijn, zal hij/zij moeilijk kunnen aannemen dat bv. een migrant ook een goed leven probeert te leiden en het goed meent met de medemens. Men is zich wel bewust van het besef dat 'niet alle migranten hetzelfde zijn', maar toch heeft men de neiging om deze stereotypen eerder te bevestigen dan te ontkrachten.
Waarom beoordelen we mensen op deze manier?
Heel veel heeft te maken met het feit dat we onze leefwereld voor onszelf praktisch en overzichtelijk willen organiseren. Dit moet in hoofdzaak zeer snel en eenvoudig gebeuren, want anders zouden we bij elk klein detail veel te lang stilstaan en onszelf mentaal constant uitputten. Op de duur zouden we veel te veel aan het nadenken zijn. Dit 'automatisch denken' vloeit voort uit de denkschema's die we door levenservaring hebben opgebouwd. Via ervaringen en denkbeelden die sociaal en cultureel actief zijn in de maatschappij leggen we als mens een soort van raster op de realiteit dat we gebruiken om op een snelle manier een oordeel te kunnen vellen over iemand en om een nieuwe ervaring snel te kunnen plaatsen in onze gedachten. Indien we dus de tijd zouden nemen om langer stil te staan bij de beoordeling van iemand, zouden we juistere conclusies kunnen trekken. Maar zoals gezegd zorgt de maatschappelijke complexiteit er vooral voor dat we terugvallen op automatische denkschema's. Deze denkschema's kunnen er dus wel voor zorgen dat we iets te snel foute conclusies maken over iemand. De tegenhanger van het automatisch denken is dus het gecontroleerd nadenken over iets.