Executive coaching en de fundamentele attributiefout
Executive coaching draait om het coachen van hoog geplaatste leidinggevenden. Deze manier van coachen heeft veelal een andere functie dan overige vormen van coaching, aangezien executive coaching vaak draait om het verbeteren van zowel de leidinggevende (in prestaties en welzijn) en het verbeteren van de prestaties van de organisatie waarin deze leidinggevende functioneert. In veel gevallen zijn het niet slecht presterende executives die een coach in de arm nemen, maar juist de ambitieuze leidinggevenden die hun prestaties sneller naar een hoger niveau willen tillen.
De verschillen tussen executive coaching en therapie
Of
coaching nu gezien moet worden als een onderdeel van "therapie" is een onderwerp van discussie. Sommige auteurs menen dat coaching gezien kan worden als een vorm van therapie, aangezien het in grote lijnen dezelfde doelen volgt; het gaat immers om het verbeteren/verhelpen van een probleem van een persoon om het functioneren/welzijn van deze persoon te verbeteren. Anderen stellen echter dat therapie en coaching niet te vergelijken zijn. Twee essentiële punten van verschil zijn hierbij:
- Coaching focust op het verbeteren van gezonde personen, terwijl therapie met name focust op het verbeteren van mentaal minder gezonde personen
- De technieken en methodes die gebruikt worden bij coaching verschillen van therapie, net als de rol van de coach/therapeut. Een coach zal veel minder de rol van expert aannemen, terwijl een therapeut dit wel doet.
Juist de methode en technieken die de coach gebruikt kunnen leiden tot andere uitkomsten dan een therapeut kan bereiken. De theorie en de technieken die gebruikt worden in
executive coaching zijn van groter belang dan bij therapie. De omgeving bij executive coaching is namelijk veel belangrijker dan bij therapie, om twee redenen:
- Een groot verschil is dat bij executive coaching meer stakeholders betrokken zijn (die als omgeving geclassificeerd kunnen worden)
- Het doel van executive coaching is niet alleen om de prestaties en het welzijn van de persoon zelf te verbeteren, maar ook de effectiviteit van de organisatie waarvan de executive deel uitmaakt.
Deze verschillen zorgen ervoor dat coaches ook minder aan de fundamentele attributiefout lijden dan therapeuten, wat de effectiviteit van het coachen vergroot.
De fundamentele attributiefout
De fundamentele attributiefout is het gegeven dat buitenstaanders het gedrag van een persoon vaak toewijzen aan de persoon zelf (en de gedachten van de persoon zelf), terwijl deze persoon zelf het gedrag vaak toewijzen aan andere factoren uit de omgeving. Uit onderzoek is gebleken dat professionele therapeuten, vanuit hun opleiding en professie, vaker geneigd zijn tot deze fundamentele attributiefout dan anderen. Dit gegeven is van groot belang; aangezien de fundamentele attributiefout het bereiken van een hogere prestatie en een hoger welzijn kan belemmeren. Ook coaches zouden hier, theoretisch gezien, even sterk aan moeten lijden.
De verschillende soorten coachen bereiken hun resultaat op verschillende manieren; sommige coaches focussen op de innerlijke persoon zelf, terwijl andere coaches meer focussen op het veranderen van de omgeving. Coaches met een psychoanalytisch en cognitief perspectief zijn bijvoorbeeld meer geneigd om naar veranderingen te zoeken in de persoon zelf, terwijl coaches met een systeem- of gedragsgericht perspectief meer gericht zijn op veranderingen in de omgeving van de coachee.
Hoewel coaching vaak wordt gezien als een vorm van therapie, zijn er ook auteurs die stellen dat dit niet het geval is. Dit wordt gestaafd door een aantal verschillen tussen therapie en coaching, die het vermoeden dat coaches evenveel aan de
fundamentele attributiefout lijden als therapeuten kunnen ondermijnen:
- Coaches zijn beter toegerust om, naast de persoon, ook de omgeving te betrekken in de analyses en de mogelijke veranderingen. Zij leiden namelijk minder onder de fundamentele attributiefout als gevolg van een te grote focus op de persoon zelf tijdens opleiding of vanuit de focus van de eigen discipline
- De druk die op coaches ligt om de eigen causale interpretatie van gedrag aan de coachee uit te leggen zorgt ervoor dat de fundamentele attributiefout nog verder verminderd wordt.
- In een onderzoek, waarbij dezelfde cliënt een aantal keren werd beschreven met “werkzoekend” en een aantal keren niet, bleek dat juist de psychoanalytische en gedragsmatige perspectieven hun beeld daarop niet veranderden; therapeuten echter, zagen het aangegeven probleem in dat geval sneller als persoonsgerelateerd
- Uit onderzoek bleek dat in situaties waarin de professional geen voorafgaande analyse ontving van de cliënt, de kans groter was op de fundamentele attributiefout dan wanneer ze dit wel ontvingen. Executive coaching gebruikt bij het coachen vaak verschillende middelen om informatie uit de omgeving van de persoon te verkrijgen, zoals bijvoorbeeld 360 graden feedback. Door deze informatie wordt de kans op de fundamentele attributiefout kleiner
- Cliënten die overkomen als zeer betrouwbaar, met een hoog bewustzijn van de eigen situatie, bleken in onderzoek minder het onderwerp te worden van de fundamentele attributiefout. Aangezien executive coaching werkt met individuen die op een hoog niveau functioneren, is het aannemelijk dat deze personen als betrouwbaarder overkomen en hun eigen problemen beter begrijpen (en ook vaker presenteren als aanpassingsproblemen in plaats van identiteitsproblemen). Hierdoor wordt de fundamentele attributiefout weer kleiner.