Slechte gewoontes veranderen in drie fasen
Het grootste deel van ons leven bestaat uit gewoontes. Neem nu die kop koffie die je dagelijks drinkt op hetzelfde tijdstip of die sigaret die net iets beter smaakt na de maaltijd. Wetenschappers schatten dat ons brein slechts 40 van de 11.000 signalen die het ontvangt van de zintuigen bewust verwerkt. Deze gewoontes, goed of slecht, maken wie we zijn en dus is het belangrijk dat we de controle hierover behouden. Wanneer we beseffen hoe we onze slechte gewoontes kunnen veranderen naar een goede gewoonte kan slechts een kleine inspanning grote levensveranderingen tot gevolg hebben.
Bewustzijn
Het probleem met slechte gewoontes is dat meestal andere mensen dit ondervinden terwijl jezelf niet doorhebt of toegeeft dat je deze slechte gewoonte bezit. Waarschijnlijk zal je pas tot het besef komen na conversatie met anderen dat je echt wel een slechte gewoonte of ongewenst gedrag vertoont want in gedachten heb je dit reeds gerechtvaardigd. Als je het niet eens bent met de mening van anderen en deze gewoonte zelf niet als slecht beschouwd is de kans heel klein dat je via zelfspraak je gedrag zal kunnen veranderen.
Dit is de reden waarom de fase waarin je effectief bewust wordt van het probleem essentieel is en je dus het effectieve probleem zelf moet zien zoals anderen dit doen en beseffen dat verandering noodzakelijk is. Dit is ook de fase waarin je moet stoppen met jezelf voor te liegen dat je niets kan veranderen aan deze gewoonte. Als een gedraging slecht is zijn daar ook bepaalde redenen voor. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijke gevolgen op financieel, psychisch, fysich en sociaal vlak. Wanneer deze mogelijk negatief kunnen zijn mag je er zeker van zijn dat het een slechte gewoonte is en dat er iets moet veranderen.
Verlangen
Na de fase waarin bewustzijn optreedt is ook verlangen van cruciaal belang. Dit is de fase waarin je een innerlijke dialoog gebruikt en je jezelf afvraagt naar het verlangen en de motivatie om een bepaalde gedraging of gewoonte te veranderen. De techniek van innerlijke dialoog is in deze fase het meest geschikt aangezien niemand je beter zal kunnen motiveren dan jezelf. Andere mensen kunnen je wel inspireren of enkele motiverende argumenten geven maar het effectieve verlangen om verandering te bewerkstelligen zal je enkel bij jezelf terug vinden.
In deze fase heb je reeds de slechte gewoontes en zijn negatieve consequenties aanvaard en ben je er sterk van bewust dat verandering noodzakelijk is. Je zal dus in jezelf moeten graven, op zoek naar die drijfveer die nodig is om effectief iets te veranderen. Je hebt immers toegestaan dat een bepaalde gedraging een gewoonte werd omdat je hierdoor een bepaald voordeel hebt ervaren. Als dit voordeel er niet was zou je die gedraging nooit zo lang volgehouden hebben dat het zelfs een gewoonte werd. Daarom zal de motivatie om deze gewoontes te veranderen ook gebaseerd zijn op een voordeel dat je op het einde zult halen wanneer je de verandering hebt doorgevoerd bijvoorbeeld:
- Misschien zul je bepaalde dingen die je echt graag zou doen niet kunnen doen wanneer je bepaalde gewoontes niet afleert.
- Misschien zul je ernstige schade berokkenen aan je eigen gezondheid of die van anderen wanneer je bepaalde gedragingen niet verandert.
Veel rokers zijn bijvoorbeeld tot het besef gekomen dat binnenshuis roken in de aanwezigheid van kinderen, andere familieleden en zelfs huisdieren schadelijke gevolgen kan hebben voor diens gezondheid. Het idee dat geliefden zullen lijden door toedoen van het roken kan een heel grote motivatie zijn om hiermee te stoppen.
Toewijding
Zodra je de juist motivatie hebt gevonden is het belangrijk dat je je volledig toelegt op de verandering. Dit is de fase waarin je aan jezelf belooft dat je het kunt waarmaken en dat je je volledig zult inzetten om die veranderingen door te trekken in je levensstijl om zo ongewenst gedrag te verbannen.
Bij de toewijding is het belangrijk dat je gedachten zoals “ik kan er niet mee stoppen” en “waarom zou ik ermee stoppen?” volledig uit je brein wist en vervangt door een positieve attitude: “Ik kan stoppen” en “wat onderneem ik om ermee te kunnen stoppen?”.
Deze fase omvat ook de moment waarop je jezelf er continu aan dient te herinneren dat de persoon die je vandaag bent niet gebaseerd is op diegene die je gisteren was. Het is niet omdat je gisteren er niet in geslaagd bent om je gewoontes te veranderen dat het vandaag niet zou lukken. Je kan via interne dialoog vertellen welke positieve invloed deze verandering zal hebben op je verdere leven. Je bent niet meer die persoon die drinkt en rookt maar sinds vandaag ben je iemand die ooit heeft gerookt of gedronken. Het is een handig hulpmiddel waardoor je jezelf anders zal bekijken en het verleden achter je zal laten.
Lees verder