Werkt een brainstorm wel?
Brainstormen: een van de meest gebruikte manieren om kennis te vergaren en ideeën op te doen. Iedereen gaat bij elkaar zitten en iedereen kan zijn zegje doen. Meer mensen weten meer, toch? Toch werkt dit vaak niet zo goed als men graag zo denken, zo wijst onderzoek uit. Hoe kan dat? En wat werkt dan wel bij brainstormen?
Wat gebeurt er bij brainstormen?
De meest gebruikte vorm van brainstormen is het bij elkaar komen en iemand schrijft alle ideeën op een bord. Zo kunnen er veel creatieve ideeën of oplossingen ontstaan. Immers is het zo dat ieder individu zijn eigen verzameling van kennis, vaardigheden en meningen heeft. Daaruit zou je kunnen concluderen dat hoe meer mensen meedoen met de brainstorm, hoe meer ideeën er gegenereerd worden. Helaas is het tegenovergestelde waar.
Wat gaat er mis bij het creëren van ideeën?
Ondanks dat iedereen zijn eigen verzameling van kennis, vaardigheden en meningen heeft, zijn er (vaak) ook een hoop overeenkomsten tussen de groep. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het bedrijf waar ze werken (bedrijfsetiquette, sector, beroep) of aan de onderlinge vriendschappen tussen collega’s (en die mensen lijken meer op elkaar; bewezen is dat ‘soort zoekt soort’). Ook wat betreft denkwijzen denkt men dus meer hetzelfde dan men beseft. Er wordt dan ook vaak
convergent gedacht: alle ideeën gaan steeds meer één kant op. Dit komt omdat iedereen op zijn beurt moeten wachten en daardoor beïnvloedt wordt door anderen.
Ten tweede worden ideeën uit meer toegankelijke categorieën makkelijker naar voren gehaald dan ideeën/kennis van
minder toegankelijke categorieën. Hierdoor wordt dus meer gepraat over dingen die men al weet en minder over nieuwe informatie.
Ten derde treedt er makkelijk
interferentie op: je gedachtestroom wordt geïnterfereerd door andermans ideeën. Hierdoor stopt het eigen creatieve proces, waardoor die bedacht oplossingen je ‘ontglippen’ en er, voordat je het weet, alleen nog gepraat wordt over het eerste idee dat geopperd werd. Tot slot worden ideeën in de brainstorm vaak al ‘afgeschoten’; er wordt
veel kritiek geuit. Veel gehoord is “nee, dat kan niet, want …”. Dit “nee, maar” (maar ook “ja, maar”) is een dooddoener voor het creatieve proces. Bovendien gaat het in de brainstormsessie niet om de praktische aspecten of om de kwaliteit van ideeën, maar om het aantal ideeën.
Wat gaat er mis in het groepsproces?
Er zijn drie dingen die mis kunnen gaan in het groepsproces tijdens brainstormen. Ten eerste kunnen mensen in grote groepen makkelijk ‘
meeliften’ op de rest. Zij verliezen hun motivatie om mee te doen, omdat ze ‘toch niet gehoord worden’. Dit wordt
social loafing genoemd. Overigens kunnen mensen ook bang zijn beoordeeld te worden (angst voor afwijzing), waardoor ze niets zeggen. Ten tweede kan er
groepspolarisatie ontstaan. Dit betekent dat de groep neigt naar het standpunt van de meeste groepsleden. Echter, daarbij wordt meer of juist minder risico genomen dan mensen individueel zouden doen; dit hangt af van de norm in de groep. Is de norm in de groep dat er risico genomen moet worden, dan gaat de groepsdiscussie ook die kant op. Deze polarisatie houdt ook stand nadat de groepsdiscussie is afgerond op individueel niveau (
risky shift). Ten derde kan er
groupthink (of
groepsdenken) ontstaan. Het doel is dan niet meer zozeer het bereiken van de beste oplossingen (of de meeste/creatiefste oplossing), maar om het bereiken van consensus of overeenstemming. Mochten er nog mensen in de groep zijn die een andere mening zijn toegedaan, dan worden die vaak niet meer gehoord en/of onder druk gezet om te conformeren aan de groepsnorm. Aangezien mensen graag bij de groep willen blijven horen (uitsluiting doet letterlijk pijn), is het moeilijk deze sociale druk te weerstaan. Er zijn een aantal factoren die groupthink in de hand werken, namelijk:
- Een grote groepscohesie: als een groep hecht verbonden is, dan treedt groupthink eerder op. Echter, deze factor werkt alleen als er sprake is van externe dreiging.
- Een geïsoleerde groep: als de groepsleden weinig contact hebben met anderen, dan komt er ook weinig externe informatie binnen, maar belangrijker nog: er komen ook geen afwijkende meningen binnen.
- Hoge stress: veel stress kan zorgen dat er weinig of onvoldoende aandacht is voor afwijkende informatie of meningen, omdat men snel de oplossingen wil vinden. Er is ‘geen tijd’ om nieuwe informatie te beoordelen.
- Directief leiderschap/autoriteit: een leider kan mensen sturen in hun mening. Hierdoor houden mensen met een afwijkende mening sneller hun mond.
- Tekortschietende beslisprocedures: procedures stellen regels aan beslissingen. Bij geen of slechte procedures krijgt groupthink de vrije hand.
Hoe kun je brainstormen wel effectief maken?
Is brainstormen dan helemaal niet handig en inefficiënt? Absoluut niet, als het maar op de juiste manier gebruikt wordt!
Bewustwording van de valkuilen van brainstormen, zoals hiervoor besproken, helpt al om het brainstormen effectiever te maken. Hieronder nog een aantal tips bij het brainstormen.
Divergent denken door langere discussies
Haal ideeën niet uit één categorie en niet alleen uit toegankelijke categorieën. Boor meerdere categorieën aan. Ontoegankelijk categorieën liggen buiten onze belevingswereld, terwijl toegankelijke categorieën uit onze ervaringen komen. Verschillende invalshoeken/beroepen van mensen kan deze ontoegankelijke informatie aanboren. Dit kan gedaan worden door langere discussies te houden, waardoor er vaker ongedeelde en unieke informatie op tafel komt.
Interferentie voorkomen
Interferentie kan voorkomen worden door iedereen eerst een aantal minuten te geven zelf wat ideeën te bedenken en ze op te schrijven. Hierdoor gaan deze ideeën niet verloren. Om te zorgen dat iemand ze niet meer durft te uiten, kunnen de briefjes verzameld worden en de ideeën voorgelezen. De gehele groep kan dan een tijdseenheid dit idee bespreken.
Ideeën genereren
Zoals genoemd worden ideeën vaak al afgeschoten in de brainsstormsessie. Ook daarom kan het
opschrijven van ideeën al belangrijk zijn. Tevens kunnen er vooraf afspraken gemaakt worden, bijvoorbeeld ‘het woord “maar” en “nee” zijn verboden te gebruiken gedurende de brainstorm”. Bovendien is
kritiek uit den boze. Daarnaast is het belangrijk dat mensen door mogen
associëren op andermans ideeën. Daarvoor is aandacht nodig voor dat wat anderen zeggen. Aangezien interferentie voorkomen moet worden, is kladpapier waar ideeën snel genoteerd kunnen worden, weer een goed idee. Tevens kan het handig zijn mensen naar aanleiding van een verhaal weer even alleen te laten brainstormen om zo associaties de vrije loop te laten. Op basis hiervan kunnen andere groepsleden misschien weer met andere ideeën komen, enzovoort.
De groep: klein en gemixt
Een grote groep zorgt, zoals blijkt, voor verminderde motivatie. Een
kleine groep zorgt ervoor dat mensen individueel aanspreekbaar zijn en ‘gedwongen’ zijn mee te denken. Een kleine groep maakt dat mensen zich niet kunnen ‘ verschuilen’ achter anderen. Bovendien kunnen verschillende mensen (of expertises)
ontoegankelijke categorieën bereikbaar maken. Daarbij is het handig dat vooraf bekend is wie waar iets vanaf weet.
Groepspolarisatie en groupthink
Het polariseren naar één standpunt of het doel om consensus te bereiken kan voorkomen worden door
bewustwording. Vooral bij groupthink, is het bewustwording van de valkuilen belangrijk. Op die manier kan er bijvoorbeeld bewust gezocht worden naar afwijkende informatie of kan er een “
advocaat van de duivel” ingesteld worden, die afwijkende ideeën genereert of mee helpt verdedigen.
Een leider
Een leider heeft de taak te zorgen dat alle informatie goed besproken wordt. Hij functioneert als soort
informatiemanager. Waar een directief leider (of andere belangrijke autoriteit!) de groep dus één kant op kan op kan sturen, is de informatiemanager een gespreksleider die zorgt dat alle informatie voldoende besproken wordt en dat iedereen een bijdrage levert aan de brainstormsessie. Daarnaast zorgt hij ook dat dominante groepsleden getemperd worden, zodat ze de brainstormsessie niet domineren.
Het bepalen van de probleem/vraagstelling
Vooraf is het heel belangrijk te bepalen waarover gebrainstormd wordt. Daarbij is een
goed afgebakende vraagstelling belangrijk. Daarop moeten de groepsleden zich concentreren. Dit zorgt ervoor dat afdwalingen gecorrigeerd kunnen worden.
Een ontspannen en coöperatieve sfeer
Een coöperatieve sfeer zorgt voor samenwerking; er is geen competitie (nodig) tussen verschillende groepsleden. Dit kan bijvoorbeeld door coöperatief gedrag te belonen met complimentjes. Coöperatief gedrag kan ook vergroot worden door de sociale identiteit te vergroten en dit is alleen mogelijk bij een niet al te grote groep. Bovendien zorgt een kleinere groep ook voor meer verantwoordelijkheidsgevoel: we gaan voor een algemeen belang.
Lees verder