Kleuter en opvoeding, van 4 tot 7 jaar

Een kleuter is, als het goed is, een vrolijk wezentje. Hij is zich heel goed bewust van alles wat er in zijn omgeving gebeurt maar hij heeft nog geen last van wereldproblematiek, werkdruk of andere “volwassen” problemen. Als het goed is, dan is hij redelijk ongeschonden in deze fase terecht gekomen en gaat hij met plezier een spannende tijd tegemoet. Hij gaat naar school, vriendjes maken en zonder jouw aanwezigheid buitenspelen. Kortom, hij gaat zijn horizon verbreden.
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op eigen ervaringen, na het krijgen van 3 dochters in 4 jaar zijn dat er aardig wat. Niet alleen lijken de meiden uiterlijk niet zo heel veel op elkaar, innerlijk zijn ze ook enorm verschillend. We hebben ze alle 3 op een andere manier moeten benaderen maar het resultaat was bij alle 3 hetzelfde: vrolijke, energieke kleuters die zonder problemen de schoolkindfase in gingen.
Kleuters
Ontwikkeling
Sociaal
Je kleuter gaat naar school en leert in één klap heel veel anderen kennen. Voor sommigen een groot feest, anderen zijn hier meer behouden in of zelfs afstandelijk. Maar allemaal zijn ze nieuwsgierig naar en geïnteresseerd in die andere kleuters. Zolang ze thuis maar uit een warme, liefdevolle omgeving komen waarin ze toch al de nodige manieren bijgebracht hebben gekregen, gaan ze vanzelf contacten leggen. Maak je niet druk wanneer dat niet meteen gebeurt, ze krijgen zoveel nieuwe indrukken te verwerken dat ze misschien de eerste maanden helemaal geen behoefte aan een vriendje hebben.Onze jongste, een gesloten schorpioentje, leek sociaal onderontwikkeld. Ze was zo erg dat sommigen buitenstaanders die ons gezin niet kenden, zich afvroegen of ze misschien autistisch was. Nu ontwikkelde ze zich binnen het gezin normaal (anders had ik haar inderdaad laten testen) en gaf ze van te voren vaak al aan dat ze niet van plan was zich in het gezelschap te mengen (“Ik ga toch niet praten.” En dat deed ze dan ook niet, geen woord). Ze dook niet verlegen weg wanneer ze aangesproken werd maar keek de spreker vrijmoedig en doordringend aan, met een blik die zelfs volwassen mannen rode vlekken in hun nek kon bezorgen. We hebben ons geen moment zorgen gemaakt, we hebben er zelfs erg veel lol om gehad. Ze kwam niet met enorme groepen vriendinnen thuis (zoals haar oudste zus) maar de vriendin waar ze uiteindelijk mee thuis kwam, komt nu nog over de vloer, al is het een vriendschap van vallen en opstaan want als ze boos op je is, heeft ze geen mededogen. Ze kiest haar vrienden zelf uit en als haar eerste indruk niet goed is, dan maak je weinig kans. Haar eerste juf dacht dat ze verlegen was, niets is minder waar, ze is een sterke persoonlijkheid die eerst de kat uit de boom kijkt en haar omgeving grondig bekijkt. Het “verlegen” “autischische” kindje van weleer is nu 12 jaar en een zangeres in de dop. Ze treedt op voor volle zalen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is en pas een kwartier voor haar optreden begint ze zich een beetje zenuwachtig te voelen.
Pesten
Op deze leeftijd ontstaat vaak het fenomeen pesten. Het is een veelvoorkomend probleem dat soms, ten onrechte, volledig in de schoenen van de leerkrachten wordt geschoven. Natuurlijk is het de taak van de leerkracht om te signaleren en te begeleiden maar ook de ouders moeten hun verantwoordelijkheden nemen. Het is helaas een zeer menselijke eigenschap die vaak voorkomt vanuit onzekerheid. Hoe vaak gebeurt het niet dat ook volwassen mensen zichzelf beter en sterker voelen door een ander te kleineren of, erger, in de grond te boren. Of op een andere manier. Er zijn mensen die nooit iets zeggen wanneer je er leuk uitziet of net naar de kapper bent geweest maar wanneer je föhn ontploft is of je hebt een oude, lelijke broek aan, opeens zeggen: “Wat zit je haar leuk” of “Wat een leuke broek”. Of een foto van je prijzen waarvan een blinde nog kan zien dat deze vanuit je meest ongunstigste hoek is genomen. Het is bij kleintjes niet anders, alleen vanuit een ander perspectief, op een ander niveau.Pesters zijn vaak kinderen die weinig terechtgewezen zijn. Kinderen die, soms ook onterecht, de hemel in geprezen worden en waarvan de ouders totaal niet meer objectief kunnen zijn (“zoiets doet mijn kind niet”). Kinderen zijn puur en instinctief, ze moeten omgangsnormen nog leren. Wanneer een kind thuis met alles weg kan komen, zal hij het verschil tussen goed en kwaad niet leren. Doordat het kind geen richtlijnen, grenzen en regels meekrijgt, zal hij eerder onzeker worden omdat hij geen idee heeft tot hoe ver hij kan gaan. Het kan nog erger; sommigen weten wel heel goed waar ze mee bezig zijn maar hebben gemerkt dat ze met leugens en bedrog datgene bereiken wat ze willen. Het is echt een kwestie van opvoeding. Wanneer je merkt dat je kind een pester is, mag je best heel streng optreden. Ook wanneer je het niet zeker weet, laat hem goed weten dat dit gedrag meer dan minderwaardig is en dat je hem, wanneer je hem betrapt, heel zwaar zal straffen.
De slachtoffers zijn vaak kinderen die iets afwijkends van het gemiddelde hebben. Dit kan uiterlijk maar ook innerlijk zijn. De mens is een kuddedier en een ieder die met zijn kop boven het maaiveld uitsteekt, loopt risico neergehaald te worden. Wat vreemd, anders, beter of slechter is, wordt vaak niet geaccepteerd of valt in ieder geval op. Kinderen zijn hierin nog primitiever; herkenning is veiligheid, een afwijking is bedreigend. Wanneer je merkt dat je kind anders is (bv. hoogbegaafd of extreem onzeker), leer hem dan voor zichzelf op te komen. Sommige kinderen worden gepest omdat ze er vies en shabby bijlopen. Natuurlijk hoeft je kind er niet volgens de laatste mode bij te lopen, ook dure merkkleding is niet nodig. Maar sommige kinderen komen elke dag in een oude joggingbroek en een shirt vol vlekken naar school, dat is natuurlijk niet nodig, je hebt genoeg goedkope ketens waar je voor een paar euro je kind in het nieuw kunt steken.