Schoolkind en opvoeding, van 7 tot 12 jaar
Schoolkind is eigenlijk een verkeerde benaming voor deze leeftijd. Zowel voor als na deze leeftijd zijn ze leerplichtig en gaan ze naar school dus dan zijn het al en nog steeds schoolkinderen. Ze hangen eigenlijk tussen 2 fasen in, het zijn geen kleuters meer maar ook nog geen tieners. Toch is dit wel een aparte en op zichzelf staande fase in het leven van je kind.
Een schoolkind is in een rustige fase terechtgekomen. De lichamelijke ontwikkeling gaat nu in een wat rustiger tempo en zijn motoriek gaat zich verfijnen. Hij gaat steeds meer zijn eigen richting bepalen en zijn eigen keuzes maken. Het is geweldig om de ontwikkeling van deze minimensjes te volgen
Dit artikel is grotendeels gebaseerd op eigen ervaringen, na het krijgen van 3 dochters in 4 jaar zijn dat er aardig wat. Niet alleen lijken de meiden uiterlijk niet zo heel veel op elkaar, innerlijk zijn ze ook enorm verschillend. We hebben ze alle 3 op een andere manier moeten benaderen maar het resultaat was bij alle 3 hetzelfde: onafhankelijke, levenslustige schoolkids die vrij en sterk de tienerfase in gingen.
In dit artikel
Ontwikkeling
Sekse
Over het algemeen zijn meisjes in deze periode wat vlotter in hun ontwikkeling dan jongens. Ze gaan zich nu ook meer identificeren met hun seksegenoten en vaak laten ze de andere sekse links liggen, vooral meisjes zijn hier gevoelig in (“jongens zijn stom”). Jongens blijven over het algemeen nog wel geïnteresseerd in de andere sekse en halen soms de gekste capriolen uit om hun aandacht te trekken. Soms wordt dit letterlijk “meisjes plagen, zoentjes vragen” wat je niet moet verwarren met pesten, hoewel je wel in de gaten moet houden dat het plagen niet overgaat in pesten.
Vriendenkring
Inmiddels heeft je kind, als het goed is, een geheel eigen vriendenkring opgebouwd. Hij komt thuis met de vriendjes die hij heeft uitgezocht. Dit kunnen kinderen zijn die je onmiddellijk in je hart sluit maar het kunnen ook kinderen zijn waar je je vraagtekens bij plaatst. Laat je kind vrij in zijn keuzes en respecteer die ook. Dat neemt niet weg dat je het wel bespreekbaar moet maken en hem moet uitleggen wat je stoort aan zijn vriendje. Hou er wel rekening mee dat zijn vriendje ook nog maar een kind is en dat zijn gedrag vaak het resultaat is van zijn opvoeding (of het gebrek daaraan).
De meeste vriendinnen van onze dochters zijn heerlijke meiden die nu nog steeds over de vloer komen. Natuurlijk heb ik zo mijn voorkeuren en er waren ook meiden bij die ik verwend, stiekem en/of brutaal vond. Ik ben altijd heel duidelijk geweest in mijn regels, geweld en dergelijke, wordt in mijn huis niet getolereerd, als je wat wilt dan vraag je dat eerst netjes, na het spelen ruim je de boel netjes op en je eet wat de pot schaft. Op een “thuis mag ik cola bij mijn eten” kregen ze steevast “je bent nu niet thuis, mijn kinderen krijgen geen cola en ik ga jou niet anders behandelen, je kan kiezen tussen water, melk, limonade of vruchtensap en anders drink je maar niets”. In al die jaren was er maar één die hier problemen mee had maar ook dat meisje komt hier nog steeds (al blijft ze niet meer eten want ze is junkvoer gewend). Kinderen vinden duidelijke regels helemaal niet zo erg, integendeel, ze vinden het erg prettig om te weten waar ze aan toe zijn.
Het schoolkind
School
De kleutertijd is voorbij. In zijn handelingen en denkwijzen zal steeds meer samenhang komen, hij zal steeds meer inzicht gaan krijgen in oorzaak en gevolg. Je kind gaat nu echt leren schrijven, rekenen en nog veel meer. Hij moet worden klaargestoomd voor de middelbare school en hij zal opdrachten krijgen die hij op school of thuis zal moeten uitvoeren. Het is goed om hem te helpen met zijn huiswerk maar het is heel verkeerd om zijn huiswerk te gaan doen. Wanneer je constant achter hem aanrent, zal hij nooit zijn verantwoordelijkheden gaan nemen, dan krijgt hij nog een harde dobber straks op de middelbare school. Laat hem er maar eens achterkomen wat er gebeurt als hij pas een dag van te voren zijn topo gaat leren. Door die ene onvoldoende blijft hij echt niet zitten maar hij leert er wel van.
Mijn oudste dochter moest een werkstuk maken in de tijd dat internet nog via de telefoon ging en er nog niet zoveel op het wereldwijde web te vinden was. Plaatjes werden nog uitgeknipt en naderhand in het werkstuk geplakt. Natuurlijk hielp ik haar met de layout en met het zoeken van informatie enz. maar ik liet haar verder alles zelf doen. Ik heb haar wel moeten uitleggen waarom ik niet, zoals een aantal andere moeders, het hele werkstuk voor haar in elkaar zette. Ik vond het vreemd dat ik dit uit moest leggen en na mijn uitleg vond zij dat eigenlijk ook (hoewel ze het natuurlijk wel jammer vond). Ze vond het wel heel oneerlijk toen de werkstukken van haar klasgenootjes, gemaakt door de moeders, beloond werden met een “zeer goed” terwijl zij slechts een “goed” of “voldoende” kreeg. Gelukkig kon ik haar wel duidelijk maken dat die “goed” van haar veel meer waard was en dat het weliswaar wel suf van de juf was om daar niet doorheen te prikken maar het was tevens ook een levensles; “dat soort situaties zal je de rest van je leven nog wel vaker meemaken, kijk niet te veel naar een ander maar zorg gewoon dat je je eigen zaakjes op orde hebt”.
Valsspelen
Eerlijkheid staat hoog in het vaandel. Toch is er een uitzondering die de regel bevestigd. Door vals te spelen leren ze dat er meer wegen naar Rome leiden. En dat niet alleen, ze leren ook hun verantwoordelijkheden te nemen en consequenties te aanvaarden. Als je het niet slim speelt en door de mand valt, ben je af. Soms bereik je door vals spelen je doel op een snellere en betere manier. Maar als je gesnapt wordt, moet je wel zo eerlijk zijn om dat toe te geven.
Toen mijn jongste werkstukken moest maken, stonden er inmiddels complete werkstukken op internet. Klaar om gekopieerd te worden. Haar eerste poging tot deze “fraude” mislukte toen ik haar naar de bronvermelding vroeg. Op mijn “dat is geen werkstuk maken, probeer het nog eens, maar nu zelf op de manier zoals je het geleerd hebt” ging ze zuchtend weer aan de slag. Bij haar tweede poging liet ze me haar klad zien “kijk maar dat zijn mijn eigen woorden”. Op mijn vraag wat ze bedoelde met “De enorme teruggang in aantal moet worden toegeschreven aan het steeds verder oprukken van de mens.” moest ze me het antwoord schuldig blijven. Ik heb haar uitgelegd dat als je valsspeelt, je dat dan wel goed moet doen, je nog steeds moet weten waar je het over hebt en dat je nooit zomaar iets moet overnemen. Beter goed gejat, dan slecht verzonnen is prima, maar dat is vaak nog moeilijker dan wanneer je zelf je grijze cellen gebruikt.
Vereniging
Het is heel belangrijk dat je kind op deze leeftijd gaat sporten (als hij dat al niet deed). Hij wil op deze leeftijd graag ergens bijhoren en tegelijkertijd wordt hij steeds onafhankelijker van je. Door hem lid te maken van een vereniging, kom je hem daarin tegemoet. Kinderen vinden het fijn om in groepen bezig te zijn, een teamsport is in dat opzicht heel goed maar ook individuele sporten als atletiek, tennis of paardrijden wordt in groepslessen gegeven. Aan wedstrijden meedoen is heel goed voor zijn mentaliteit, ook (of misschien juist) als hij niet competitief is ingesteld.
Onze middelste was totaal niet competitief. Door haar te stimuleren om mee te doen met wedstrijden heeft ze geleerd dat als je iets wilt bereiken, je daar heel hard je best voor moet doen. Als je dan wint, al is het maar een puntje, dan is dat een fijn gevoel. Je hebt iets bereikt door te strijden. Wanneer je dit als groep bereikt, ontstaat er een soort feestgevoel. Wanneer je dit alleen bereikt dan kan je heel trots op jezelf zijn en ook dat is heel fijn. Ze heeft ook geleerd dat je niet altijd de beste kunt zijn, dat hoeft ook niet, je kunt ook trots zijn wanneer je weliswaar alles verliest maar zelf wel beter bent geworden in wat je doet. Bottom line is, om iets te bereiken, zal je daar wat voor moeten doen.
Onze oudste, heel erg competitief ingesteld, heeft leren verliezen. Gewend om altijd de beste te zijn, was het voor haar een grote dobber toen op de club een meisje iets sneller was, waardoor zij eeuwige 2e werd. Ze was een slechte verliezer en ze heeft echt moeten leren dat meisje haar overwinning te gunnen. Het duurde even voor ze de gedachte “bah, nu was ze weer sneller” kon ombuigen naar “bah, nu was ik weer niet snel genoeg”. Ze heeft geleerd haar energie te stoppen in actie ipv mokken en na hard trainen is ze nu sneller dan dat meisje.
Brutaal
Ze gaan nu ook geestelijk onafhankelijk van je worden en waarschijnlijk krijg je nu voor de eerste keer een echte grote mond. Daar bedoel ik niet de driftbuien die ze op jongere leeftijd al kunnen hebben maar de echt brutale uitingen van een kind dat geen respect voor gezag toont. Tolereer dit niet. Nooit. Geen uitzondering daargelaten. Wanneer je nu niet ingrijpt, zit je over een paar jaar met de gebakken peren en dan is het te laat. Kinderen die geen respect voor gezag tonen, aanvaarden vaak ook de rest van de opvoeding niet. Met alle gevolgen van dien. Er zit wel een “maar” aan vast; ik leer mijn kinderen ook dat je respect moet verdienen, alleen op deze leeftijd zijn ze daar nog te jong voor en als je nu al een grote mond van ze tolereert, gaat dat onherroepelijk voor problemen zorgen.
Conclusie
Schoolkinderen gaan steeds meer op een “volwassen” manier denken. Ze krijgen een normbesef, gaan een eigen mening vormen, ontwikkelen hun logica en hun inlevingsvermogen. Eigen ervaringen krijgen steeds meer een plek in hun belevingswereld en ze gaan zich steeds onafhankelijker opstellen. In deze periode zijn ze echter ook heel gevoelig voor complimentjes en bevestiging. Ze hebben nu heel veel aandacht en begeleiding nodig en het is heel belangrijk dat ze in deze fase niet aan hun lot worden overgelaten. Ofschoon ze nu heel zelfstandig moeten zijn, is de nodige back-up enorm belangrijk, ze moeten weten dat je er bent. Ze gaan nu hun eigen conclusies trekken en dat zijn niet altijd de juiste, ze kunnen hierin zo de plank misslaan dat ze heel erg onzeker worden en het is van groot belang dat je dit signaleert zodat je op het juiste moment kunt ingrijpen. Deze fase is misschien wel de meest intensieve fase die veel tijd en begeleiding van de opvoeder vergt; niet alleen moet je ze overal naartoe brengen, ze hebben ook geestelijk erg veel aandacht nodig.