Straffen op school en thuis
Straffen of school en thuis. Er wordt weinig over gesproken, omdat straffen 'uit de mode' lijkt te zijn. Toch wordt er wel degelijk gebruik van gemaakt door leerkrachten en ouders. Dit artikel richt zich voornamelijk op straffen die op school gegeven worden. De informatie kan echter ook handig zijn voor ouders en andere mensen die met opvoeden te maken hebben. Wat wordt er verstaan onder straf en welke vormen van straf bestaan er?
Het woordenboek Van Dalen geeft de volgende definitie van straf: maatregel tegen iemand als vergelding voor een onrechtmatige daad, een verzuim of overtreding. Die maatregelen kunnen per onrechtmatige daad, per persoon en per situatie verschillen. In het geval van een schoolsituatie zal het meestal gaan om de leerkracht die de leerling straft. Die straf heeft als doel gedrag te veranderen. Er zijn echter ook leerkrachten die straffen uit wraak, om van de leerling af te zijn of om hun macht te tonen. Het is hierbij de vraag of het gedrag van de leerling ten goede zal veranderen. Een straf moet aan een aantal
voorwaarden voldoen.
Definitie van straffen
In dit artikel zal ik de uitleg van straf aanhouden die Driesen (2007) ook hanteert en die gebaseerd is op de gedragstheorie: Gedrag dat gevolgd wordt door onaangename maatregelen, heeft kans in de toekomst minder voor te komen. Die onaangename maatregelen noemen we straf. Het wegvallen van iets aangenaams is ook onaangenaam en kan dus ook een straf zijn.
Positieve en negatieve straffen
Er zijn veel verschillende manieren om te straffen. Deze straffen zijn globaal in te delen in positieve en negatieve straffen. In het eerste geval wordt iets vervelends toegediend en in het tweede geval wordt iets leuks weggehaald. Een kind in de pauze binnen laten blijven of een (pas verdiende) sticker wegnemen zijn daar voorbeelden van. Het is wel belangrijk in de gaten te houden dat de straf het gewenste effect heeft. Als een kind het helemaal niet leuk vindt om in de pauze naar buiten te gaan, heeft het weinig zin om een kind voor straf binnen te houden. Wat als straf bedoeld is blijkt dan eigenlijk een beloning te zijn!
Hieronder volgt een indeling van verschillende categorieën straffen die op school gebruikt (kunnen) worden. Voor sommige straffen is zowel een positieve als negatieve straf te bedenken.
Indeling van straffen
Materiële straf
Bij het geven van een materiële straf pakt de leerkracht iets van materiële waarde van het kind af. Als een kind bijvoorbeeld steeds met een kneedgum speelt, kan de leerkracht dat afpakken. Ook een eerder verkregen beloning, zoals een sticker, kan worden ingenomen als straf.
Sommige leerkrachten maken gebruik van ruilmiddelen. Als een kind iets goed doet, kan het bijvoorbeeld een paraafje verdienen. Vijf paraafjes kunnen dan worden ingeruild voor een sticker. In zulke gevallen valt het weghalen van een paraaf ook onder de materiële straffen.
Alle straffen in deze categorie vallen onder de negatieve vormen van straf. Er wordt immers iets leuks weggehaald en niet iets vervelends toegediend.
Sociale straf
Mopperen, boos kijken, een standje geven, met stemverheffing praten. Deze straffen vallen allemaal in de categorie sociale straffen. Het gaat hierbij dus niet alleen om verbale straffen, ook non-verbale straffen zoals boos kijken, vallen onder deze vorm van straf. Ook de toon waarop iets gezegd wordt, kan als straf worden ervaren. Een leerkracht die op een cynische toon zegt: ‘Ik zie dat je weer heel goed zit op te letten, Tim’ geeft, gelet op de inhoud, geen standje maar door het stemgebruik kan het wel zo ervaren worden.
Deze voorbeelden vallen onder de positieve vorm van straf: er wordt iets vervelends toegediend. In sommige gevallen kan het niet geven van een compliment ook een sociale straf zijn. Dit is dan een negatieve straf: iets leuks wordt onthouden.
Activiteitenstraf
Onder de activiteitenstraf vallen het uitvoeren van vervelende activiteiten zoals opruimen, schoonmaken en strafwerk maken. Dit valt onder de positieve straffen. Er bestaan ook negatieve strafvormen zoals het binnenblijven in de pauze of niet mee mogen doen met de gymles of knutselles. Het is hierbij erg belangrijk in de gaten te houden welke activiteiten aangenaam zijn en elke niet. Dit kan namelijk erg per leerling verschillen.
Het geven van een zogenaamde time-out waarbij de leerling buiten de klas wordt geplaatst, valt ook in de categorie activiteitenstraffen. Deze vorm kan zowel een positieve als negatieve straf zijn. Als een kind buiten de klas geplaatst wordt tijdens een leuke les, is het een negatieve straf (er wordt iets leuks weggehaald). Als de plek waar het kind naartoe gestuurd wordt erg saai is, valt het onder de positieve straffen (er wordt iets onaangenaams toegediend). Het is ook mogelijk dat de time-out beide vormen van straf combineert: een leuke les missen in een vervelende omgeving.
Een leerling laten nablijven kan ook zowel een positieve als negatieve straf zijn. Door het nablijven kan de leerling leuke vrij tijd missen en wordt dus iets aangenaams weggehaald (negatieve straf). Het nablijven op zich kan ook vervelend zijn en in dat geval wordt er dus iets onaangenaams toegediend (positieve straf).
Fysieke straf
Onder deze vorm van straffen valt slaan, knijpen, langdurig knielen of stilstaan en andere vormen die fysiek pijnlijk en/of schadelijk zijn. Vroeger kregen vervelende leerlingen weleens een klap met de liniaal van de onderwijzer. Deze vorm van straffen wordt in het huidige Nederlandse onderwijs echter niet meer toegepast. Fysiek straffen is hier verboden.
Overige straffen
Er is nog een aantal overige straffen die niet in bovenstaande categorieën te plaatsen valt. Zo is er de
correctie methode waarbij het kind de door zijn/haar ongewenste gedrag veroorzaakte schade zelf moet herstellen (bv. de kapotte ruit betalen). Als dat niet mogelijk is, kan het kind ook alleen geconfronteerd worden met de aangerichte schade.
Een andere vorm is dat het kind het gedrag nogmaals, maar dan correct uitvoert (bv. na de deur dichtgesmeten te hebben, vijf keer de deur zachtjes dichtdoen). En dan is er nog de
overcorrectie methode waarbij de leerling de schade herstelt en de toestand beter maakt dan het ervoor was (bv. na rommel gemaakt te hebben onder de eigen tafel de hele klas laten opruimen).
Tot slot zijn er nog de
verzadigingsstraffen waarbij de leerling het ongewenst gedrag meerdere keren achter elkaar moeten herhalen (bv. het scheldwoord tien keer zeggen).
Hieronder volgt een tabel waar de indeling nog eens overzichtelijk weergegeven wordt. |
Materiële straf | Er wordt iets van materiële waarde van de leerling afgepakt. Het kan hierbij ook gaan om symbolen die ingeruild kunnen worden voor iets van materiële waarde (bv. bij vijf parafen krijgt het kind een sticker, het weghalen van een paraaf is dan een materiële straf) |
Sociale straf | De leerkracht moppert en/of kijkt boos naar de leerling. Een standje geven kan gepaard gaan met stemverheffing. Alleen een boze blik werpen op het kind valt ook onder de sociale (non-verbale) straf. |
Activiteitenstraf | De leerling moet een leuke activiteit missen (pauze, gym, muziekles, knutselen). Soms gaat dit gepaard met het wegsturen van het kind (time-out). |
Fysieke straf | Een tik, klap of erg lange tijd in de hoek moeten staan of knielen zijn voorbeelden van fysiek straffen. Dit soort straffen is tegenwoordig verboden in Nederland. |
Overige straf | Als het kind de aangerichte schade moet herstellen wordt gesproken van een correctiestraf. In sommige gevallen moet het kind de situatie zelfs beter maken dan het was vóór het ongewenste gedrag. Hierbij kan gedacht worden aan de hele klas opruimen als een kind rommel heeft gemaakt onder zijn eigen tafeltje. Dit valt onder de overcorrectiestraffen. |