Ontwikkelingsfasen: morele ontwikkeling van kinderen
Wanneer je kinderen begeleid, voor je SPW stage of als leidster op het kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of peuterspeelzaal, krijg je te maken met de morele ontwikkeling van kinderen. Het is handig inzicht in deze ontwikkelingsfasen te hebben, zodat je adequaat kan reageren op het gedrag van kinderen. Zijn ze gewoon stout, of gedragen ze zich conform de ontwikkelingsfase waarin ze zitten? Ook als ouder, is het leuk om hierover meer te weten.
Gewetensontwikkeling
De ontwikkeling van het geweten van het kind is een interessant gegeven. Heel belangrijk om hier inzicht in te hebben wanneer je met kinderen werkt, bijvoorbeeld als
SPW' er. Ieder kind doorloopt op zijn eigen manier de ontwikkelingsfasen. Toch kun je de ontwikkelingsfasen in globale lijnen weergeven.
Egocentrisch
Van 0 tot 4 jaar staat het
ego, eigen ik, van het kind centraal. De kinderen denken in deze ontwikkelingsfase vanuit hun eigen referentiekader, dit het het egocentrisme. Ze kunnen zich er nog niet van bewust zijn dat anderen een situatie op een hele andere manier bekijken en dat anderen het anders ervaren. Omdat ze denken vanuit zichzelf hebben ze eigenlijk maar één doel voor ogen en dat is krijgen wat ze willen. Ze kunnen dus behoorlijk hun zin doordrijven. Wanneer ze iets niet krijgen, kunnen ze dat heel onrechtvaardig vinden. Het kind is niet vervelend, maar is ervan overtuigd dat het niet eerlijk is dat hij niet in zijn behoeften wordt voorzien. Het geweten van het kind is nog afhankelijk van zijn ouders/verzorgers/leidsters, een eigen geweten kan een kind in deze leeftijdsfase onmogelijk vormen. Morele beslissingen kunnen ze niet nemen. Wanneer de ouder/verzorger/leidster in de buurt is zal het kind niet doen wat het niet mag. Maar wanneer de ouder/verzorger/leidster even weg is, zal een kind wél doen wat hem verboden was. Het morele besef heeft de dreumes/peuter zelf nog niet, het wordt hem opgelegd, en daarom zal het bij het kind 'leven' alleen zolang er een volwassene in de buurt is. Peuters weten wel wanneer ze iets fout hebben gedaan, maar kunnen de schuld op een ander schuiven. Het zal niet echt tot de peuter doordringen dat het echt fout was wat hij deed. Peuters kunnen begrijpen dat het niet goed is dat ze jokken of dat ze anderen de schuld geven, maar hier moet je niet te streng op zijn. Het is belangrijk om de kinderen grenzen te leren én respect te hebben voor de exploratiedrang van het kind.
Kleuters kunnen best luisteren
Een kind van 4-6 jaar begrijpt de eisen al beter, en weet zich beter aan te passen. Niet omdat de gewetensontwikkeling op gang is gekomen in deze ontwikkelingsfase, maar omdat ze op de hoogte zijn van de consequenties wanneer ze niet luisteren. Kinderen van deze leeftijd hebben veel duidelijkheid en een consequente aanpak nodig om de nieuw geleerde dingen en de ontdekking van de wereld te kunnen overzien. Kleuters vinden het normaal dat de ouders de baas zijn, en dit begrijpen ze heel goed. Een duidelijke aanpak die ook consequent wordt gehanteerd vinden ze heel prettig: het biedt ze veiligheid.
Schoolgaande kinderen
Wanneer kinderen in de leeftijdscategorie van 7-10 jaar zitten kunnen ze het als zeer onprettig ervaren dat ouders/verzorgers de baas zijn. In deze ontwikkelingsfase kun je als ouder daarentegen je kinderen niet zomaar meer wat opleggen, want dat wordt niet meer gepikt. Deze kinderen onderhandelen en gaan uit van het principe: als ik dat voor jou doe, dan doe jij dit voor mij. De
gewetensontwikkeling begint op gang te komen. Ze worden meer zelfstandig. Zelfstandigheid moet ook gestimuleerd worden, hun zelfvertrouwen groeit daardoor met sprongen. Het is mogelijk om schoolgaande kinderen aan te spreken op hun handelingen, ze kunnen nog niet verschillende afwegingen maken en argumenteren.
Vanaf 10 jaar
De groep wordt steeds belangrijker. Ze beseffen dat anderen verwachtingen van ze hebben. En ze willen hieraan voldoen omdat ze het belangrijk vinden dat er goed over hen gedacht wordt. Mensen en kinderen willen graag geliefd zijn in de groep en erbij horen. Dus doen kinderen hun best om de dingen goed te doen. Waar het eerst de ouders/verzorgers waren die belangrijk waren voor het vormen van een goed zelfbeeld en zelfvertrouwen bij hun kinderen, zijn het nu de leeftijdsgenoten die belangrijk zijn wat betreft deze twee punten. Rond deze leeftijd begint het verantwoordelijkheidsgevoel voor anderen te groeien.
Meer over ontwikkelingsfasen:
Ontwikkelingsfasen jonge kinderen