Gebrekkige gewetensontwikkkeling en criminaliteit
Er is al veel onderzoek gedaan naar de beweegreden voor crimineel gedrag. Is criminaliteit wel aan de hand van één enkele theorie te verklaren? Juist om die reden hebben vele onderzoekers, geleerden en deskundigen er hun hoofd over gebogen. Allerlei facetten spelen hierin een rol en één van die facetten is gewetensontwikkeling. Of beter gezegd: het ontbreken hiervan.
Gebrekkige gewetensontwikkeling
Een kenmerk van dit verklaringsmodel is dat het aangeeft dat er sprake is van een gebrekkige gewetensontwikkeling als er weinig tot geen gevoelens van schuld of schaamte zijn en er weinig tot geen medelijden getoond wordt met het slachtoffer. Dit kan enerzijds te maken hebben met een gebrek aan inlevingsvermogen in morele regels of het welzijn van de ander. Ook kan het betrekking hebben op het ontbreken van betrokkenheid bij die regels of de ander.
Hoe werkt dit eigenlijk in de praktijk? Om dit wat duidelijker te maken volgt hieronder een casus.
Een casus
“Ismaïl is een jongen van 15 jaar. Hij woont samen met zijn moeder in een flat in Amsterdam. Ismaïl heeft geen broers of zussen en zijn ouders zijn 10 jaar geleden gescheiden. Ismaïl heeft geen contact meer met zijn vader. Ismaïl wordt verdacht van het beroven van bejaarden. Hij is één keer opgepakt door de politie en hij heeft een nacht doorgebracht in een politiecel. Echter door gebrek aan bewijs is hij vrijgelaten. Ismaïl is vaker opgepakt voor andere misdrijven zoals mishandeling, vernielingen op straat en hij heeft één keer iemand geprobeerd neer te steken. Wanneer hij over zijn delicten spreekt, maakt hij niet de indruk betrokken te zijn bij de slachtoffers. Zonder gevoelens van schaamte of schuld kijkt hij op zijn gedrag terug; Ismaïl zegt vaak dat ze er zelf om vroegen.”
Gebrekkige gewetensontwikkeling en de casus
Zoals al eerder genoemd is, is een kenmerk van dit verklaringsmodel dat het aangeeft dat er sprake is van een gebrekkige gewetensontwikkeling als er weinig tot geen gevoelens van schuld of schaamte zijn en er weinig tot geen medelijden getoond wordt met het slachtoffer. Dit komt heel duidelijk naar voren in de casus van Ismaïl; als hij over zijn delicten spreekt, maakt hij niet de indruk betrokken te zijn bij de slachtoffers. Hij vertoont geen schuld of schaamte en toont geen medelijden. Ismaïl heeft volgens dit verklaringsmodel een tekort op affectief gebied; hij is niet in staat tot het vertonen van gepaste emoties. De theorie verklaart dat gevoelens van schuld en schaamte of de angst voor schuld en schaamte sociaal ongepast gedrag remt en wanneer dit niet aanwezig is, dit dus niet gebeurt. Dit is duidelijk van toepassing op Ismaïl.
Conclusie
Wanneer iemand een verklaring heeft voor gedrag die buiten zichzelf ligt – dus een externe locus - daarmee wordt gedoeld op de uitspraak “hij vroeg er zelf om” – en geen schuld of schaamte ervaart, is de kans aanzienlijk dat er sprake is van een gebrekkige gewetensontwikkeling. Aangenomen kan worden dat dit een goed verklaringsmodel is voor crimineel gedrag al blijft het fenomeen crimineel gedrag toch lastig blijft om te toetsen. Mensen met een gebrekkige gewetensontwikkeling zullen over het algemeen de samenleving anders interpreteren en ook de intenties van anderen op een andere manier ervaren. Dit is op zichzelf al een belangrijk punt, aangezien mensen niet reageren op de objectieve werkelijkheid maar op de subjectieve interpretatie daarvan. Iemand kan een heel vertekend beeld hebben van een situatie waarin een persoon tegen diegene kan zeggen dat hij of zij iets niet wil terwijl de ander denkt dat hij of zij het wel wil want “hij vroeg erom”.
Het verklaringsmodel van de gebrekkige gewetensontwikkeling kan prima gebruikt worden als verklaringsmodel bij crimineel gedrag. Enkel zal dit model op zichzelf niet volstaan en het advies zal dan ook luiden om meerdere theorieën te gebruiken in het vinden van een verklaring.