Taalontwikkeling bij kinderen: het eerste begin
Taalontwikkeling bij kinderen begint al vanaf de baby-tijd. Wanneer de baby aanvankelijk onwillekeurige geluidjes produceert, helpen de ouders het kind bij de taalontwikkeling door positief te reageren op de geluidjes. De aanvankelijk onwillekeurige geluidjes worden willekeurig: de eerste spraakgeluidjes die het kind maakt ontstaan ten gevolge van willekeurige tong- en lipbewegingen.
Taalontwikkeling en luisterontwikkeling werken samen
De
taalontwikkeling en
luisterontwikkeling hangen uiteraard samen. De luisterontwikkeling wordt weerspiegeld in
klanken die het kind zelf produceert. Als het luisteren zich meer ontwikkelt, dan gaan kinderen hun
eigen klankproductie meer en meer afstemmen op klanken die ze horen en gaan ze deze klanken ook oefenen. De klankproductie wordt dan
taalspecifiek. Vanaf 3 maanden zijn ze in staat om
klinkerachtige geluidjes te maken zoals een langgerekte aa of oo. Dit heet
universeel brabbelen. Aan het einde van het eerste levensjaar is de uitspraak van de klank en zijn de klankpatronen als gedifferentieerd naar het taalsysteem waarbinnen het kind opgroeit.Voor de
ontwikkeling van het luisteren en de klankproduktie is het
taalaanbod van groot belang. Het kind moet oefenmateriaal krijgen om eigen klankproductie te ontwikkelen. Voor taalontwikkeling is luisteren de basis, maar ook voor muzikale ontwikkeling.
Samenhang motorische activiteiten en klankvorming
Kinderen produceren klanken door
motorische activiteiten: onwillekeurige bewegingen van tong en lippen. Ze krijgen de intentie om de aandacht van degenen die naar ze kijkt vast te houden. Zo ontstaan er als vanzelf geluidjes.
Feedback geven op de geluidjes stimuleert het kind om de klanken verder te ontwikkelen. In de eerste fase van de
spraakontwikkeling, ontwikkelen kinderen klanken zo dat ze lijken op klanken uit de omgeving. Dit leidt tot
functiespel met klanken. Ze luisteren naar eigen klanken en herhalen ook met variatie in geluidssterkte en intonatie.
Taalontwikkeling: de fase van aandacht trekken
Rond de acht maanden gaan ze
aandacht trekken door middel van luide, korte, klinkerachtige geluiden en hebben ze veel pret hierin. Ze maken klanken als èèè, hùùù of lipklanken: mk, w, b, p. Er is geen vaste volgorde en kinderen hebben hun specifieke voorkeuren. Kiekeboespelletjes zijn nu een hot item. Erg bevorderlijk voor de
senso-motorische ontwikkeling.
Voor taalontwikkeling is het belangrijk:
- Om feedback te geven: het kind stimuleren bij het brabbelen door zelf ook klanken te maken.
- Om korte zinnetjes te spreken tegen het kind als je met het kind bezig bent.
- Eenvoudige liedjes te zingen, versjes te zeggen. Het liefste gepaard met bewegingen, zoals bij het liedje 'klap eens in je handen.'
- Om te benoemen waar het kind naar kijkt.
- Om voor te lezen, waarbij het kind kan voelen, kijken, luisteren, bewegen.
- Om het kind regelmatig zelf te laten spelen.