Opvoeding: Socialisatie en gehoorzaamheid
Socialisatie is het aanpassen van het kind aan het geldende normen- en waardensysteem. De ouders streven ernaar dat de kinderen deze normen en waarden in zich zullen opnemen als een soort geweten, dat in de gedaante van de stem van de ouders toeziet op het gedrag van het kind, als de vader of de moeder niet zelf aanwezig zijn.
Gehoorzamen
Het kind leert te gehoorzamen, eerst aan de ouders, maar later in zijn leven ook aan leraren, autoriteiten en anderen die een hogere machtspositie innemen. Velen van degenen die de socialisatie buiten het ouderlijk huis gestalte geven, steunen de gehoorzaamheidsopvoeding. De religie bijv. Abraham die op bevel van God bereid was zijn eigen zoon te doden, als ideaal.
Proeven
Ook binnen het leger is de gehoorzaamheidsplicht nogal ver doorgevoerd. Een proevenreeks toont aan welke gevolgen een voor onze kultuur karakteristieke gehoorzaamheidsopvoeding kan hebben. De proef houdt het volgende in: twee vrijwillige meewerkende proefpersonen komen aan in het laboratorium. De proefleider vertelt ze dat het de bedoeling is te onderzoeken hoe straf invloed heeft op het leerproces. Hij kiest de ene persoon uit als leerling en de andere als leraar. De leerling wordt in een aangrenzend vertrek geleid en op een soort elektrische stoel gezet. Hij moet nu een serie woorden uit het hoofd leren. De proefpersoon die tot leraar is gekozen, krijgt tot taak om op het leren toe te zien en de leerling te overhoren. Hij heeft een apparaat tot zijn beschikking waarmee hij de leerling elektrische schokken kan geven als deze verkeerd antwoordt. Dit apparaat is zo gemaakt, dat als men op de eerste knop drukt, de leerling een schok krijgt van 15 volt. De volgende knop geeft een schok van 30 volt, de derde van 45 volt enz. en zo stijgt de stroom- sterkte regelmatig tot de laatste knop die een schok van 450 volt geeft. Het voltage is duidelijk aangegeven bij iedere knop. Bovendien is de sterkte per vier knoppen aangegeven met woorden als ,,zwakke schok”, ,,middelsterke schok” of ,,gevaarlijk, zeer krachtige schok.”
De proefleider instrueert de leraar om de leerling bij het eerste foute antwoord een schok van 15 volt te geven, bij de tweede fout een 15 volt sterkere schok enz. Aangezien de geheugenopgave moeilijk is, antwoordt de leerling vaak fout en moet de leraar hem een steeds strengere straf geven. Bij 75 volt begint de leerling te klagen en bij 150 volt vraagt hij of de proef afgebroken kan worden. De proefleider dringt er bij de proefpersoonleraar op aan voort te gaan. . Bij 180 volt schreeuwt de leerling dat hij de pijn niet langer uit kan houden. Als de leraar aarzelt, spoort de proefleider hem aan door te gaan en hij geeft niet eens toestemming om de proef af te breken, zelfs niet als het slachtoffer na een schok van 300 volt te hebben gekregen desperaat eist te worden vrijgelaten.
De feitelijke bedoeling met de proef was te onderzoeken tot hoever de proefpersoon-leraar het bevel van de proefleider zou opvolgen. De proefpersoon die de leraarsrol kreeg, wist niet dat degene die als leerling fungeerde, in werkelijkheid een hulp van de proefleider was en evenmin dat deze in werkelijkheid helemaal geen elektrische schokken kreeg. De geluiden en het geschreeuw waren op de band gezet.
Een groep psychiaters schatten van te voren dat de proefpersonen wel zouden ophouden als ze de 150 volt bereikten, waar het slachtoffer voor het eerst om hulp vraagt. De proefresultaten werden echter verrassend anders. In feite ging meer dan 80% verder tot boven de 150 volt en nog eens 62% ging zover dat ze hun offer de met ,,gevaarlijk” aangegeven schok van 450 volt gaven. De meeste proefpersonen waren blijkbaar gesocialiseerd om te gehoorzamen in een dergelijke mate, dat het bevel van de proefleider een sterkere indruk op ze maakte dan het klagen en om hulp schreeuwen van het slachtoffer.
Maar gemakkelijk viel het de proefpersonen niet om te gehoorzamen. Velen raakten in twijfel, steunden en transpireerden en vroegen de proefleider om te mogen ophouden, maar ze gingen door als deze ze daar om vroeg. Milgram heeft hiermee een belangrijke waarneming gedaan als hij zegt dat onze kultuur blijkbaar geen uitweg biedt aan het individu om te weigeren een bevel op te volgen dat als verkeerd wordt ervaren.
Ongehoorzaamheid was gemakkelijker hoe verder weg de proefleider zich bevond. Als hij zijn orders over de telefoon gaf vanuit een aangrenzende ruimte, zeiden veel proefpersonen dat ze de instructies opvolgden, maar in werkelijkheid gaven ze zwakkere schokken dan de opdracht was. Aan de andere kant gehoorzaamden de proefpersonen makkelijker hoe verder weg het slachtoffer zich bevond. Slechts 30% ging zo ver de handen van het slachtoffer met geweld op een plaat te drukken die naar zeggen elektrische schokken gaf. Maar als het offer zich in een andere kamer bevond en alleen maar met zijn handen op de muur bonkte uit protest, lag het gehoorzaamheidspercentage boven de 60.
Deze proef heeft ethische protesten opgeroepen en men heeft vraagtekens gezet bij de mogelijkheid om de resultaten te generaliseren. Het is toch nauwelijks overdreven als men zegt dat deze proevenreeks aantoont dat de socialisatieprocessen van onze maatschappij iedere willekeurige persoon tot een nieuwe Adolf Eichmann kunnen maken die mensen de dood in stuurt vanuit het ene motief, dat hij een order uitvoert. De schrijver toont een heel aantal verbanden aan van deze soort. Hij zegt dat als miljoenen onschuldige mensen werden gedood in de jaren 1933—’45 in de gaskamers en de concentratiekampen, dan was deze massaproductie van lijken alleen maar mogelijk omdat zoveel mensen orders uitvoerden.
Een ander voorbeeld: bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd de aartshertog van Oostenrijk vermoord in Serajevo. Enige dagen later marcheerden de soldaten van Europa op elkaar af, niet omdat zij zich het lot van de aartshertog op de een of andere manier hadden aangetrokken, maar omdat ze geleerd hadden aan een bevel te gehoorzamen.
Conlusies
In onze cultuur leert de mens vanaf zijn vroegste jeugd dat j een ander geen kwaad mag doen. Maar vanaf je vroegste jeugd leer je ook te gehoorzamen. Het laatstgenoemde leerproces lijkt voor de meesten het meest effectieve te zijn geweest. In het algemeen is die opvoeder, die de verantwoordelijkheid heeft voor het socialisatieproces het meest bezorgd geweest over de factor gehoorzaamheid. Toch is het redelijk te vragen of het tijdens de socialisatie niet net zo belangrijk is ervoor te zorgen dat het individu ongehoorzaamheid leert, dus dat hij leert in bepaalde gevallen te weigeren een opdracht uit te voeren, die hem door een autoriteit wordt gegeven.
© 2008 - 2024 Sophocles, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Taken van de pedagoogDe pedagogiek houdt zich bezig met de opvoeding. Een andere naam voor pedagogiek is opvoedingsleer, opvoedkunde of opvoe…
Het belang van socialisatieSocialisatie is belangrijk, daar zal iedereen het waarschijnlijk wel over eens zijn. Maar wat is socialisatie nou eigenl…
Gedrag en socialisatieGedurende je hele leven wordt je beinvloed door mensen. Mensen nemen over en weer opvattingen en regels van anderen over…