Spelend leren met je baby van 4 tot 8 maanden
Baby's willen niets liever dan bij mama en papa zijn, ze zien hen dan ook als zijn favoriete speelgoed. Maak hier dan ook gebruik van door veel activiteiten te ondernemen met je baby zoals hieronder aangegeven. Zo leert je baby veel van je, maar leer je ook weer van je baby.
Baby's tussen 18 – 24 weken
Praatspelletje
Praat veel met de baby over dingen die hij ziet, hoort, proeft en voelt. Praat over dingen die hij doet, die hij meemaakt. Maak je zinnen kort en makkelijk. Benadruk de woorden waarom het gaat. Bijvoorbeeld: “voel eens, gras”, “papa komt”, “luister”.
Het neusje pakken
Je zegt: “ik ga jouw… (even wachten) neusje pakken”. Dan pak je zijn neusje en beweeg je het zachtjes op en neer. Hetzelfde kun je doen met zijn oortjes, handjes en voetjes. Kijk wat hij het leukst vindt. Als je dit spelletje vaker spelt, weet hij precies wat er gaat komen. Hij kijkt dan al vol spanning naar je handen en krait van plezier, als je zijn neusje te pakken hebt. Met dit spelletje leert hij spelend zijn lichaam en woorden kennen.
Samen plaatjes kijken
Sommige baby’s vinden het leuk om naar een fel gekleurd plaatje in een boekje te kijken. Af e n toe willen ze er wel meer bekijken. Zorg dat er bekende dingen op staan afgebeeld. Praat samen over dat plaatje en wijs het echte ding in de kamer aan.
Liedjes, rijmpjes of versjes
Voora liedjes waar bewegingen bij horen, vinden veel baby’s echt leuk, zoals “Klap eens in je handjes”, “Draai het wieltje nog eens om”, en “Schuitje varen, theetje drinken”. Maar ook bewegingen op het ritme van een versje, zoals wiegen of dansen, vinden ze fijn. De baby herkent het liedje aan de melodie, het ritme en de intonatie.
Kietelspelletje
‘Er komt een muisje aangelopen….zo in…baby’s halsje gekropen”. Terwijl je dat zegt, loop je met je vingers over zijn lijfje en kietel je hem in zijn nekje.
Kiekeboe
Leg een doekje over zijn gezicht en vraag “waar is…?”. Kijk of de baby zelf het doekje eraf trekt. Gebeurt dat niet, pak dan zijn handje vast en trek het er langzaam af. Maak het spelletje op deze leeftijd zo eenvoudig mogelijk. Anders kan de baby het nog niet snappen.
Spelletjes voor de spiegel
Kijk eens samen in een spiegel. Meestal kijkt de baby het liefst naar zichzelf en lacht vriendelijk. Dan kijkt hij naar het spiegelbeeld van zijn moeder. Dan naar zijn echte. Meestal blijft hij dan even verwonderd van de ene moeder naar de andere kijken. Als moeder dan praat is hij nog meer verwonderd. Het geluid komt immers alleen uit de echte. Dan lacht hij meestal en kruipt tegen zijn moeder aan.
Baby's tussen 25 – 35 weken
Kiekeboe en verstop-spelletjes
Op deze leeftijd zijn dit heel geliefde spelletjes. Het kan eindeloos worden gevarieerd, hieronder een aantal voorbeelden:
Kiekeboe met een zakdoek
Leg een zakdoek over je hoofd en kijk of de baby die eraf trekt. Ondertussen kun je vragen: “waar is mama dan?” Je baby weet dan dat je er nog bent, want hij kan je horen. Als hij geen poging doe tom de zakdoek weg te trekken, pak je zijn hand en trek je samen de zakdoek eraf. Zeg “kiekeboe” als je te voorschijn komt.
Kiekeboe met variatie
Bedek je gezicht met je handen en haal ze weg, of duik eens op vanachter een krant of boek dat je tussen jou en je baby houdt. Ook te voorschijn komen vanachter een plant of onder een tafel vandaan vinden baby’s leuk. Ze kunnen immers stukjes van je blijven zien.
Verstop je ook eens helemaal
Verstop jezelf op een opvallende plaats, bijvoorbeeld achter een gordijn. Hij kan dan de bewegingen van het gordijn blijven volgen. Zorg dat je baby ziet dat je verdwijnt. Kondig bijvoorbeeld aan dat jij je verstopt (voor niet-kruipers) of dat hij je moet komen zoeken (bij kruipers). Als hij niet gekeken heft of even werd afgeleid door iets anders, roep dan zijn naam. Doe het ook eens in de deuropening. Hij leert op deze manier dat “weggaan” wodt gevolgd door “terugkomen”. Beloon hem iedere keer als hij je gevonden heft. Til hem hoog op of knuffel hem, net wat hij het fijnst vindt.
Waar is de baby?
Veel baby’s ontdekken zelf dat ze zich acher of onder iets kunnen verstoppen. Meestal beginnen z met zelf een doekje of kledingstuk te pakken als ze verschoond worden. Ga daar altijd op in. Hij leert zo dat hij de actieve partij kan worden in een spelletje.
Speelgoed verstoppen
Verstop ook eens speeltjes onder een zakdoek. Je moet dan wel iets nemen dat je baby leuk vindt, of iets waar hij aan gehecht is. Laat hem zien waar en hoe je het verstopt. En maak het de eerste keer makkelijk voor hem. Zorg dat hij een klein stukje van het speeltje kan blijven zien.
Speelgoed verstoppen in bad
Gebuik badschuim in bad en laat je baby ermee spelen. Verstop dan ook eens speelgoed onder het schuim en nodig hem uit om het te zoeken. Als hij kan blazen, blaas dan eens in het schuim. Geef bijvoorbeeld een rietje en lok hem uit hetzelfde te doen.
Praten aanmoedigen
Je kunt praten aantrekkelijk maken door veel tegen hem te praten, naar hem te luisteren, samen boekjes te “lezen” en fluister-,zan- en woordspelletjes met hem te spelen.
Samen prentenboeken bekijken
Neem je baby op schoot, dat vindt hij meestal het gezelligst. Laat hem een boekje kiezen, dat je samen gaat bekijken. Benoem wat je baby ziet. Als je een dierenboekje leest, imiteer da nook de geluiden die dat dier maakt. Baby’s vinden het meestal heerlijk om moeder te horen blaffen, loeien en kwaken. Het zijn trouwens geluiden die je baby ook kan imiteren. Hij kan dan echt meedoen. Laat hem de bladzijden zelf omslaan als hij dat wil.
Fluisterspelletjes
De meeste baby’s vinden het prachtig als er klanken of woorden in hun oor worden gefluisterd. Misschien mede omdat baby’s nu zelf kunnen leren blazen en ze daardoor extra geinteresseerd zijn in kleine blaas-stootjes, die in hun oor kietelen.
Zitspelletje
Ga makkelijk zitten. Neem je baby op je knieen. Pak zijn handen en beweeg hem zachtjes naar links en naar rechts, zodat hij steeds op een bil zit. Laat hem ook eens vorozichtig voorover en achterover hellen. Baby’s vinden dat laatste het spennandst. Je kunt hem ook rond bewegen. Dus naar links, achterover, naar rechts en naar voren. Pas je aan je baby aan. Het moet net spannend genoeg zijn. Er bestaat een liedje dat je zou kunnen zingen, als je deze oefening doet. “Van voor naar achter, van links naar rechts.”
Sta-spelletje
Ga tegenover je baby op je knieen zitten. Pak zijn handen of heupen en beweeg hem zachtjes naar links en naar rechts, zodat hij steeds op 1 been staat. Doe hetzelfde ook van voor naar achter. Pas je aan je baby aan. Het moet hem net genoeg uitdagen om zelf zijn balans te zoeken.
Vliegen
Pak je baby stevig vast en laat hem door de kamer “vliegen”. Laat hem stijgen en dalen. Laat hem naar rechts en links draaien. Laat hem kleine rondjes vliegen en rechte stukken. En laat hem ook eens acheruitgaan. Varieer zo veel mogelijk en varieer ook in de snelheid. Als je baby het leuk vindt, laat hem dan ook eens voorzichtig “op de kop” landen. Natuurlijk begeleid je de hele vlucht met een gevarieerd zoem-, brom geluid.
Spelen met speelgoed
De leukste spelletjes zijn nu kasten en planken leeghalen, speeltjes weggooien en speeltjes laten vallen.
Baby’s eigen kastje
Richt een kastje in voor je baby en stop dat vol spullen, die je baby super aantrekkelijk vindt. Dat zijn meestal lege doosjes, lege eierdozen, lege w.c.-rollen, plastic borden, doorzichtige plastic flesjes. Verder dingen waar veel herrie mee gemaakt kan worden, zoals een pan, houten lepels en een oude sleutelbos.
Samen op de fiets
Je baby zit graag voor op de fiets. Zorg ervoor dat hij in een stevig zitje zit, zodat zijn rug steun heft. Vertel hem wat hij ziet en stop even, als je merkt dat hij iets beter wil bekijken. Je kunt ook een windmolentje aan het stuur binden.
Babyzwemmen
Veel baby’s vinden het heerlijk om in het water te spelen. Sommige zwembaden special verwarmde baden voor jonge kinderen. Of speciale uren waarop een groepje baby’s met hun moeders spelletjes doen in het water.
Naar de kinderboerderij
Een bezoekje aan de kinderboerderij, een hertenkamp of een eendenvijver kan heel spannend zijn voor je baby. Hij ziet de dieren uit zijn prentenboek. Hij kijkt graag naar waggelende, trippelende of springende manieren van lopen. En wat hij bijzonder graag doet, is de dieren voeren en kijken hoe ze eten.