Wel of geen kinderen?
Wanneer een man en een vrouw verliefd worden en een relatie krijgen, leidt dat er in de meeste gevallen toe dat zij op een bepaald moment samen een gezin willen stichten. Is het echter altijd verstandig om kinderen te willen? In elk geval is van belang om de eigen beeldvorming over het hebben van kinderen te onderzoeken en eventuele misverstanden uit de weg te ruimen.
Natuur
De drang om ons voort te planten ligt verankerd in ons biologische systeem. De natuur (of God) heeft er voor gezorgd dat we een seksuele drift bezitten en het daaruit voortkomende seksuele contact leidt tot bevruchting en de geboorte van nakomelingen. Een heel natuurlijke gang van zaken die het voortbestaan van de menselijke soort garandeert.
Geboortebeperking
Tot aan de komst van de voorbehoedsmiddelen had de natuur een bepalende invloed op onze keuzevrijheid om de zorg voor nakomelingen op ons te nemen. Nadat het condoom, de pil, het spiraaltje etc. ter beschikking kwamen kregen we de mogelijkheid om van seks te genieten zonder dat dit het krijgen van kinderen tot gevolg had.
Bewuste keuze
Kinderen krijgen werd geen vanzelfsprekendheid meer maar een keuze. En, gelet op de verantwoordelijkheid die het krijgen van kinderen met zich meebrengt, zou het ook een bewuste keuze moeten zijn. Het is duidelijke een keuze van een ander gewicht dan het boeken van een vakantie of de koop van een huis of een auto. Kinderen moeten kunnen opgroeien in een warm en liefdevol nest met ouders die zich tot doel hebben gesteld om zichzelf de komende twintig jaar gedeeltelijk weg te cijferen voor de zorg voor hun kroost. Het zorgen voor en het opvoeden van kinderen is één van de meest verantwoordelijke taken die een mens op zich kan nemen. De omstandigheden waaronder een kind opgroeit bepalen voor een heel belangrijk deel hoe hij/zij zich later in het leven staande kan houden en of hij/zij over het vermogen zal beschikken om een gelukkig en zinvol leven te leiden. Stellen die overwegen om kinderen te nemen zouden daarom allereerst de afweging moeten maken of zij de voorwaarden kunnen creëren waarin kinderen goed kunnen gedijen, en of zij bereid zijn om zich daarvoor bepaalde genietingen te ontzeggen en bepaalde inspanningen te plegen.
Geen vereisten
De keuze om kinderen te willen is in Nederland een vrije keuze en er zijn geen door de overheid opgelegde voorwaarden aan verbonden. Men hoeft niet vooraf een examen af te leggen waaruit zou kunnen blijken dat men over de competentie beschikt om kinderen te kunnen begeleiden en opvoeden. Evenmin hoeft er verantwoording te worden afgelegd over de motieven om kinderen te willen. Voorlichting die kan helpen bij het maken van deze, voor het verdere leven bepalende keuze, is schaars. Toch zou het goed zijn wanneer hierover meer goede voorlichting zou komen. Over het krijgen van kinderen bestaan de nodige misvattingen. Hieronder volgen enkele voorbeelden.
Misvatting 1: Van kinderen word ik gelukkiger.
Niet het geluk van de ouder zou centraal moeten staan maar dat van het toekomstige kind. Kinderen moeten geen geluksbrengers zijn maar geluksontvangers. Wat betekent dat toekomstige ouders zichzelf eerst de vraag zouden moeten stellen of zij zichzelf geschikt achten om kinderen een gelukkig bestaan te bieden dat hen een goede basis geeft voor hun toekomst. Vragen die onder meer beantwoord dienen te worden: Heb ik liefde te geven? Word ik niet te zeer in beslag genomen door mijn werk en mijn hobby’s om ook nog tijd en energie vrij te maken voor kinderen? Bezit ik voldoende geduld om rustig, consequent en volwassen met kinderen om te gaan? Kan ik het aan om mij 20 jaar lang af te stemmen op het welzijn van kinderen? Kan ik er ook mee omgaan wanneer ik kinderen krijg die bijvoorbeeld belast zijn met ADHD, PDD-NOS of andere stoornissen? Overigens blijkt ook uit onderzoek dat stellen niet gelukkiger worden van kinderen. Integendeel, bij veel stellen gaat het geluksniveau juist naar beneden zo gauw de kinderen een leeftijd hebben tussen de 6 en 17 jaar, zo bleek uit een onderzoek van de Universiteit van Leuven. En in een onderzoek van het maanblad voor ouders J/M in 2010 bleek dat 88% van de ondervraagde ouders het ouderschap als vermoeiend en uitermate stressvol ervaart. Natuurlijk zijn er ook veel ouders zijn die wel gelukkiger worden van kinderen. Er bestaan schatten van kinderen, en ouders die het ouderschap zo ongeveer als roeping hebben. Waar het om gaat is dat het uitgangspunt juist is, namelijk dat stellen voor kinderen kiezen uit het juiste motief; om zichzelf 20 jaar lang voor een deel weg te cijferen omwille van het kroost.
Misvatting 2: Kinderen zullen onze relatie verder verstevigen en intenser maken.
Kinderen behoor je niet te nemen om je relatie te redden of te verstevigen. Ook hier geldt dat de relatie een plek dient te zijn die alle voorwaarden biedt voor een kind om gelukkig en veilig op te groeien. Wanneer de relatie niet goed is, is het zaak om eerst de relatie te verbeteren alvorens kinderen te nemen. Ook is het zo dat na de geboorte van kinderen de relatie dikwijls onder druk komt te staan. De aandacht van de vrouw gaat dan meer uit naar de kinderen dan naar de partner. Dat kinderen niet het cement van een relatie zijn blijkt ook uit het feit dat het aantal alleenstaande ouders de laatste jaren sterk toeneemt. Uit een onderzoek van het CBS in 2008 bleek het aantal alleenstaande ouders 465.700 te bedragen; 78.100 mannen en 387.600 vrouwen. Aan deze situaties zijn heel dikwijls scheidingen voorafgegaan die pijnlijk waren voor de kinderen.
Misvatting 3: Bevriende stellen krijgen allemaal kinderen. Dat geeft ons het gevoel dat we er niet meer bij gaan horen. Bovendien zijn ze allemaal bijzonder opgetogen over het plezier dat ze er aan beleven.
Er niet meer bijhoren is een negatieve reden om kinderen te nemen. Kinderen worden dan een middel om een (mogelijk) negatieve ontwikkeling te voorkomen. Dit staat haaks op de gedachte dat je kiest voor kinderen omdat je een plek te bieden hebt waar kinderen in liefde en harmonie kunnen opgroeien. Vrienden die kinderen hebben zullen zich meestal opgetogen tonen. Ze kunnen niet anders want ze hebben de keuze gemaakt en staan nu voor een voldongen feit. Bovendien heeft bijna ieder mens de neiging om de werkelijkheid naar buiten toe op te poetsen. Echter is het ook zo dat wat voor uw vrienden geldt, voor u heel anders zou kunnen uitpakken.
Misvatting 4: Anderen denken dat er iets mis is met ons wanneer we geen kinderen nemen.
Gelet op het voorgaande hoeft niet toegelicht te worden dat dit een erg verkeerd motief is om kinderen te nemen. In principe zouden de enige redenen om kinderen te nemen gevormd moeten worden door een weloverwogen kinderwens van beide partners. Je neemt geen kinderen voor je vrienden, kennissen, collega’s, of opa en oma of om te bewijzen dat je een “gezond” en “normaal” stel bent. Leef je eigen leven!
Misvatting 5: Wij hebben geweldige genen, de samenleving heeft onze kinderen nodig.
Hoge verwachtingen betreffende kinderen zijn altijd een erg gevaarlijke valkuil. Goede genen geven geen garanties op superkinderen. Wie al voor de geboorte een gestroomlijnde levensloop voor de toekomstige kinderen in gedachten heeft die uitmondt in carrière die de eigen prestaties overtreffen maakt de kinderen tot een verlengstuk van zijn eigen ego. En wanneer het kind niet aan de verwachtingen voldoet kan de teleurstelling zo groot zijn dat het kind dit als miskenning voelt en beschadigd raakt (Het drama van het begaafde kind, Alice Miller,Spectrum). Kinderen hebben recht op onvoorwaardelijke liefde.
Misvatting 6: Als wij een kind opvoeden dan komt het wel goed.
Gelet op de onderstaande gegevens zijn er toch nogal wat ouders die zich daarin hebben vergist. Ruim een derde van alle jongeren tussen de 12 en 18 jaar geeft aan ooit mishandeld te zijn. Dit is een enorm aantal, en het valt niet aan te nemen dat al de ouders die dit op hun geweten hebben ooit het vermoeden hebben gehad dat hen dit zou kunnen gebeuren. Het overkwam hen in veel gevallen vermoedelijk omdat zij in de praktijk toch niet over de ouderkwaliteiten bleken te beschikken die zij zichzelf hadden toegedicht.
22% Van de jongeren tussen 13 en 17 jaar voldoet aan de criteria voor een psychiatrische stoornis. Hieronder vallen angststoornissen, stemmingsstoornissen, gedragsstoornissen, middelengebruik en overige stoornissen (zoals eetstoornissen). Dit zal natuurlijk niet allemaal te wijten zijn aan de opvoeding, maar wel voor een belangrijk deel.
Aanbevelingen voor het maken van een goede keuze
De eerste vraag zou moeten zijn of beide partners zich (samen) geschikt voelen om een warm nest te creëren waarin kinderen veilig en liefdevol kunnen opgroeien. Een vraag die daar uit voortvloeit is of de relatie hecht genoeg is en of de relatie op langere termijn stabiel kan blijven zodat kinderen kunnen opgroeien in een gezin met twee ouders. Daarbij dient niet vergeten te worden dat het hebben en het opvoeden van kinderen de relatie ook onder druk kan zetten. Meningsverschillen over de opvoeding komen veelvuldig voor en kunnen leiden tot flinke conflicten die de kinderen niet ten goede komen. Ouders dienen op één lijn te zitten en het vermogen te hebben om over de opvoeding te communiceren en een consensus te vinden. De centrale vraag dient dan te zijn: “Zouden wij samen deze klus kunnen klaren”. Bij dit alles is het ook handig om wat voorwerk te doen. Bijvoorbeeld door er veel samen over te praten, maar ook om eens bij andere ouders te informeren die ook bereid zijn om de lastige kanten van het opvoeden ter sprake te brengen. Ook het lezen van boeken kan enorm bijdragen aan inzicht betreffende de eisen van het ouderschap. Vooral boeken die niet alleen de mooie kant van het ouderschap belichten. Een voorbeeld is het boek “Monsters van kinderen, draken van ouders” van Mirjam Schöttelndreier. Een bezoek aan het forum van de website www.ouders.nl geeft ook een goed beeld van wat ouders zo met en aan hun kinderen beleven en wat het ouderschap inhoudt.
Nederlandse kinderen gelukkiger
Gelukkig groeien er in Nederland ook heel veel kinderen op in een veilig en harmonieus gezin. Zelfs is het zo dat in een onderzoek van Unicef bleek dat de Nederlandse kinderen ondanks de talrijke psychische klachten en verslavingsproblemen (gemiddeld) de gelukkigste zijn binnen de OECD landen. Dat lijkt voor een belangrijk deel te wijten te zijn aan de materiële welvaart en aan de kindgerichtheid van de Nederlandse cultuur. Nederlandse moeders werken niet of parttime of nemen een tijd vrij na de geboorte van een kind. Kinderen in Nederland groeien op in een beschermde en zorgende omgeving (1) Er bestaan echter ook grote aantallen kinderen en jongeren bij wie achteraf vastgesteld kan worden dat hun ouders bij de kinderkeuze een verkeerde inschatting hebben gemaakt, c.q. dat zij hun mogelijkheden om goede of zelfs maar toereikende ouders te zijn hebben overschat.
Herstel geluksniveau
Bij dit alles blijft staan dat een gezinsleven met kinderen veel vreugde kan brengen, en dat ook de persoonlijke groei van de ouders er door gestimuleerd kan worden. En ook al blijken stellen gemiddeld wat minder gelukkig te worden wanneer zij kinderen hebben die ouder zijn dan zes jaar, wanneer de kinderen de pubertijd eenmaal door zijn herstelt het geluksniveau van de ouders zich ook weer(1).