mijn kijk opOmgaan met risico's binnen de opvoeding
Elk denkbaar risico proberen we te voorkomen met allerlei maatregelen. Als ouder willen we een zo veilig mogelijke omgeving voor ons kind om op te groeien, maar is dit gezond? In dit artikel mijn visie op risico's nemen binnen de opvoeding.
Over een veilige omgeving
Kinderen hebben een veilige omgeving nodig om op te groeien tot zelfstandige volwassenen. Als er een gevoel van onveiligheid is door een (mogelijke) lichamelijke of psychische dreiging kan het kind niet gezond opgroeien. Er heerst dan een gevoel van onzekerheid. Als volwassene zal het kind dan worstelen met allerlei problemen die kunnen herleid worden tot het ondervinden van een onveiligheidsgevoel in de vroege levensjaren.
Het gevoel van veiligheid is als een vangnet waarop het kind altijd kan terugvallen. Het leven is vol met verrassingen voor een kind en elke dag zijn er weer nieuwe ontdekkingen. Om zich niet te verliezen in onzekerheid, moet het kind kunnen terugvallen op een vertrouwde en veilige omgeving. Deze omgeving is het thuis van het kind. Het is dan ook de plicht van de ouders om te zorgen voor een veilige omgeving. Naast de levensbehoeften zoals eten en drinken is het gevoel van veiligheid niet te verwaarlozen. Sommige ouders slagen erin om zelfs in een onveilige omgeving hun kind een veilig gevoel te geven. Zij geven hun kind zo een vangnet om op terug te vallen als ze zich willen onttrekken aan de onveiligheid buitenshuis. Een voorbeeld hiervan zijn kinderen die opgroeien in getto's en toch niet bij een bende horen en die kunnen opgroeien tot stabiele jongeren ondanks het onveiligheidsgevoel buitenshuis. Een ander voorbeeld vind je in de film "La vitta e bella" waarbij een vader in een concentratiekamp zijn kind een veilig gevoel geeft. Hoewel deze film fictie is, zijn er een aantal belangrijke elementen die je als ouder kan toepassen om je kind een veilig gevoel te geven.
Hoe een veilige omgeving creëeren?
De belangrijkste voorwaarde om een veilige omgeving te creëeren voor je kind is volgens mij een sterke band tussen ouder en kind (tips vind je in het artikel
(re)bonding: de band met je kind herstellen). Hierdoor vertrouwt het kind de ouders volledig en zal zich tot de ouders wenden als het zich onveilig voelt. De ouders kunnen dan zorgen voor een veilige omgeving aangepast aan de behoeften van het kind, want niet elk kind heeft dezelfde behoeften. Sommige kinderen kunnen bang zijn van denkbeeldige monsters (zie:
angst bij kinderen) terwijl anderen bang zijn van het drukke verkeer. Door te weten waar je kind bang van is en wat het gevoel van onveiligheid veroorzaakt, kan je als ouder de juiste omgeving creëeren voor je kind om veilig op te groeien.
Ik beschouw kinderen als zaadjes: als je een zaadje plant in een verkeerde omgeving, zal het niet tot volle bloei komen, maar in de juiste voedingsbodem met de juiste omstandigheden, zal het zaadje zijn potentieel bereiken. Daarom is het belangrijk om binnen de mogelijkheden voor de juiste omgeving voor elk kind te zorgen. Dit kan enkel als je je kind kent en weet wat je kind nodig heeft.
Illusie van vrijheid
Kinderen leren spelenderwijs. Het leerproces is zeer belangrijk om een juist wereld- en zelfbeeld te kunnen vormen en zo op te groeien tot een gezonde volwassene die een waardevol lid kan zijn van de samenleving. Sommige spellen lijken geen zin te hebben voor volwassenen, maar als het kind er interesse in toont, is het op dat moment essentieel voor het leerproces. Kinderen leren enkel hetgeen waar ze klaar voor zijn: dat zal hun interesse wekken en al de rest zal naar de achtergrond worden geduwd tot een later tijdstip. Daarom mogen kinderen ook niet gedwongen worden om iets aan te leren waar ze niet klaar voor zijn. Dit kan een averechts effect hebben en leiden tot leer- en concentratiestoornissen.
Het spelen gebeurt heel de dag door: ook saaie activiteiten zijn voor een kind deel van een spel. Hierbij is het belangrijk dat het kind het gevoel krijgt dat hij vrij is in zijn daden. Een beperking van de vrijheid kan ertoe leiden dat het kind ontmoedigd wordt te spelen en zo te leren. Het leerproces kan geleid worden door een volwassene, maar zonder dat het kind het gevoel krijgt dat de volwassene alles beslist. Het kind zal het beste leren als hij de illusie heeft vrij te zijn. Dit gevoel is ook een belangrijk aspect in het creëeren van een veilige omgeving: als je je niet vrij voelt, kan je je ook niet veilig voelen omdat je altijd moet voldoen aan de eisen van anderen en niet jezelf kan zijn.
Kinderen hebben een onvolledige kennis van de wereld en van zichzelf om volledig vrij te zijn. Er zijn altijd gevaren waar het kind mee moet leren omgaan. Dit kan enkel onder begeleiding van een volwassene. Ervaring is de beste leerschool, maar een negatieve ervaring kan grote gevolgen hebben voor een kind. Daarom spreek ik niet van vrijheid voor het kind, maar van een illusie van vrijheid. Het kind voelt zich vrij in een veilige omgeving waar hij de wereld kan ontdekken zonder bang te zijn voor gevaren en waar hij zichzelf kan zijn zonder aan de eisen van anderen te moeten voldoen. Dit versterkt ook het vertrouwen in de ouders en het gevoel van veiligheid dat het kind heeft bij zijn ouders.
Over traphekjes en slotjes
Er bestaan veel oplossingen om je huis kindvriendelijk te maken, zoals traphekjes en allerlei slotjes voor deuren en kasten. Hoewel deze dingen je huis veiliger maken, raad ik ze niet aan. Door het gevaar volledig af te schermen van je kind leer je je kind niet om te gaan met het gevaar zelf. De illusie van veiligheid reikt dan zover dat het kind geen gevaren herkent en alles als veilig beschouwt. Zo kan het gebeuren dat als een ouder per ongeluk ergens een deurtje openlaat, het kind op ontdekkingstocht gaat en in een gevaarlijke situatie kan belanden (van trap vallen, giftige producten drinken, snijden aan gereedschap, spelen met lucifers, enz...). Omdat het een nieuwe omgeving is, is het kind nieuwsgierig en wil het ontdekken wat er verborgen was.
Gevaarlijke voorwerpen mogen nooit binnen handbereik van het kind liggen. Sommige kinderen zijn echter zeer vindingrijk met stoelen en krukjes en kunnen zo aan "verborgen schatten". De verleiding is groter als het kind het voorwerp in kwestie niet kent en niet weet wat waarom het verboden is voor kinderen. Natuurlijk is het niet aan te raden je kind rechtstreeks bloot te stellen aan het gevaar en aan den lijve te laten ondervinden hoe het voelt! De beste manier is je kind onder begeleiding kennis te laten maken met het gevaar en ermee te leren omgaan. Dit versterkt het gevoel van veiligheid en geeft bovendien het kind duidelijk aan waar zijn grenzen liggen. Pas als het kind de gevaren kent, kan je ze afschermen en gebruik maken van traphekjes en slotjes. Als je dan ooit een slotje open vergeet, moet je niet bang zijn dat je kind in een gevaarlijke situatie belandt.
Leren omgaan met gevaren
Hieronder een aantal voorbeelden om je kind te leren omgaan met gevaren. Niet elke tip is voor ieder kind of ieder gezin geschikt. Als je je als ouder onzeker voelt bij het opvolgen van een tip, kan je het beter niet toepassen. Onzekerheid bij de ouders kan een kind bang maken. Zo zal je kind de benodigde vaardigheden om juist met het gevaar om te gaan niet aanleren.
- Trappen: Trappen zijn zeer gevaarlijk voor kleine kinderen. Klimmen is een vaardigheid dat oefening vereist en een ongeoefende klimmer kan al snel naar beneden vallen. Vaak tonen kinderen interesse in trappen als ze goed kunnen kruipen. Dat is dan ook het ideale moment om het aan te leren. Klimmen lijkt veel op kruipen en het is slechts een stapje verder. Begin er pas mee als je kind er interesse in toont (sommige kinderen tonen er pas interesse in als ze kunnen stappen). Als je kind probeert te klimmen, laat je hem zijn gang gaan en blijf je achter hem zodat hij niet kan vallen. Dwing je kind niet en stop als je kind te moe is. Naar beneden kruipen is moeilijker. Dit kan je je kind het beste leren door achterwaarts naar beneden te kruipen. Geef zelf het voorbeeld en klim een paar treden naar beneden. Help dan je kind beentje voor beentje naar beneden. Als je kind er niet klaar voor is, stop je ermee. Let er wel op dat je je kind niet alleen in de buurt van een trap laat als hij nog niet goed kan stappen (minstens 2 tot 3 jaar). Pas als een kind rechtop een trap op en af kan in een vloeiende beweging, is hij in staat om het alleen te doen.
- Kasten: Kasten herbergen vaak verborgen schatten. Kinderen laden graag kasten uit als een ouder even niet kijkt. Dit kan opgelost worden door slotjes, maar als je dan een slot vergeet te sluiten, zal de verleiding groter zijn voor je kind. Daarom kan je beter je kind laten kennismaken met de inhoud. Toon je kind wat erin zit en zeg waarom hij eraf moet blijven. Geef je kind ook een kast dat hij gerust in en uit mag laden (speelgoed, potten en pannen, potjes, enz...). Zo zal hij niet de neiging hebben je kasten uit te laden.
- Scherpe voorwerpen en gereedschap: Scherpe voorwerpen en gereedschap moeten zeker buiten handbereik van een kind liggen. Messen kunnen in een besteklade liggen als je kind niet de neiging heeft ze te pakken. Sommige kinderen kunnen er niet van af blijven terwijl anderen er geen interesse in tonen. Zorg dat besteklades geluid maken (voorbeeld een belletje erin of bestek los genoeg in de lade verdelen zodat het rinkelt). Dan hoor je wanneer je kind er iets uit wilt halen. Schuif de lade niet dicht, maar vraag je kind wat hij wilt. Pak messen ook niet onmiddellijk af maar vraag ze terug te leggen en leg uit waarom. Als je kind iets wilt snijden (bijvoorbeeld boterham) dan help je hem ermee. Kleuters kunnen al overweg met messen en kunnen zelf snijden. Geef ze wel geen te scherpe messen omdat een ongeluk snel gebeurd is. Laat je kind ook bij je als je zelf scherpe voorwerpen of gereedschap gebruikt. Zo ziet hij hoe je ermee moet werken. Leg ook duidelijk de gevaren uit op niveau van je kind. Een kleuter kan je laten meehelpen onder begeleiding (samen mes vasthouden bijvoorbeeld). Leg je kleuter dan wel duidelijk uit dat hij het niet alleen mag en waarom niet.
- Stopcontacten: Stopcontacten moeten liefst buiten handbereik van kinderen liggen. In sommige huizen zijn stopcontacten echter dicht bij de grond. Je kan afdekplaatjes kopen om de stopcontacten te beveiligen, maar ook hier is de verleiding dan groot als er ooit geen afdekplaatje op staat. Kinderen zien ouders stopcontacten gebruiken en willen zelf ook graag iets in het stopcontact steken. Om dit te voorkomen, kan je je kind uitleggen dat het gevaarlijk is en weghalen bij het stopcontact. Herhaal het geduldig tot je kind eraf blijft. Sommige kinderen blijven eraf als ze het woord gevaarlijk horen en bij anderen duurt het langer. De meeste lagere schoolkinderen kunnen wel zelf een stekker in de stopcontact steken zonder gevaren.
- Vuur: Veel kinderen vinden vuur fascinerend. Ze begrijpen niet goed hoe de vlammetjes bewegen en willen ze vastpakken. Dit is zeer gevaarlijk! Het is zeker niet af te raden je kinderen met vuur te laten spelen. Wel kan je ze onder begeleiding leren omgaan met vuur. Afhankelijk van de leeftijd van je kind kan je bijvoorbeeld je kind lucifers laten uitblazen als je het vuur hebt aangestoken of samen kaarsen aansteken met lange lucifers (samen lucifers vasthouden) of de warmte van een kachel laten voelen en uitleggen waarom het gevaarlijk is. Laat lucifers, aanstekers en kaarsen echter niet binnen handbereik van je kind.
- Het verkeer: Leer je kind de verkeersregels. Herhaal ze ook samen als je te voet of met de fiets bent. Je kind zal niet alle regels ineens onthouden, maar herhaling zorgt ervoor dat de regels herkend worden en later gekend. Leer je kind ook oversteken. Peuters kan je best op de arm houden en kleuters bij het handje. Hoe eerder ze kennismaken met de verkeersregels hoe beter.