Invloed van de omgeving op opvoeden
De gebruikelijke manier van opvoeden vindt niet alleen zijn oorsprong in de sociale en culturele omgeving van het gezin, maar ook aan de eisen die de omgeving stelt aan leven en samenleven. Het doel van opvoeden en de praktijk van het opvoeden zijn doorgaans toegesneden op een specifieke sociaalculturele omgeving en daardoor omgevingsgeschikt.
Omgevingsspecifiek opvoeden
Als opvoeden omgevingsgeschikt gebeurt, moet bij de beoordeling van het opvoeden rekening gehouden worden met zowel de sociale als de culturele omstandigheden. Wat in de ene sociale of culturele omgeving niet goed is voor de ontwikkeling van het kind kan in de andere omgeving juist wel goed zijn. Denken we hierbij aan de verschillen die er al zijn op hele kleine dingen. In de ene cultuur is het "not done"iemand recht in de ogen te kijken als iemand hem aanspreekt, in de andere cultuur is het tegenovergestelde waar.Niet alleen is dit voorbeeld een cultureel gegeven maar wordt het ook nog eens geeist bij de sociale omgang met anderen.
Een en ander heeft bijvoorbeeld consequenties voor de manieren waarop bij de opvoeding beoordelne en zeker in het kader van ingrijpen in de opvoeding door de hulpverlening e.d. Binnen onze maatstaven van de kwaliteit van zorg en opvoeding moeten wij ons er rekenschap van geven dat er verschillen bestaan iin de sociaalculturele betrekkelijkheid van normen en waarden. In de praktijk wordt dit nogal eens miskend.
Allochtonen en autochtonen
De omgeving waarin het gezin zich bevindt bij het opvoeden kan de verschillen in de stijl van opvoeden tussen Nederlandse ouders en allochtone ouders verklaren. Het doel van opvoeden en de praktijk van het opvoeden die in de meerderheidsgroep en de minderheidsgroepen gangbaar zijn, kunnen sterk verschillen doordat de omstandigheden (de vroegere en de actuele omstandigheden) van groep tot groep anders zijn: andere herkomst en tradities, andere culturele en maatschappelijke positie en kansen, ander welvaartspeil enzovoort.
Kenmerken
Even verscheiden als het doel van het opvoeden is de praktijk van de opvoeding. In onderzoek wordt het opvoedingsgedrag van de ouders in verschillende kenmerken van elkaar gewscheiden, men onderscheidt onder andere de volgende kenmerkens:
- Ondersteuning: actie en reactie, gevoels betrokkenheid, positieve betrokkenheid;
- Autoritaire controle: gebruik van macht, straf, grenzen, negeren;
- Autoritatieve controle: gebruik van gezag, overreden, waarschuwen, uitleggen.
Nederlandse ouders zijn warm, persoonlijk en intensief ondersteunend; nauwelijks autoritair; overwegend en uitgebreid autoritatief. Marokkaanse gezinnen zijn minder responsief, meer autoritair en minder autoritatief. Verreweg de meeste Nederlandse ouders beantwoorden aan de genoemde gemiddelde kenmerken. Onder Marokkaanse ouders bestaan er nog duidelijke contrasten. Bij sommigen lijkt de opvoeding op de Nederlandse opvoeding en dragen ze gemiddeld dezelfde kenmerken maar er zijn er evenveel waar de opvoeding een vertekende Marokkaanse opvoeding lijkt, nog autoritairder (autoritair = streng), nog minder responsief ( respons=reactie of interactie) en nog minder autoritatief ( autoritatief=toegevend) dan de gemiddelde Marrokaanse opvoeding.
Zowel de verschillen tussen Marokkaanse en Nederlandse ouders als de verschillen onder Marokkaanse ouders, laten zich door een aantal redenen verklaren. Vooreerst zijn herkomst en traditie van invloed. De zeden en gewoonten, normen en waarden, van de doorsnee Marokkaanse immigrant hadden hun oorsprong in de Marrokaanse samenleving die anders was dan de Nederlandse. Ook hun opvoedingsdoelen en praktijk van opvoeden waren daar ontstaan en daar thuis: in een andere bestaanswijze, in een andere beschaving, in een andere samenleving, in andere godsdienstige verhoudingen. Kortweg , een volstrekt ander normen en waardenpatroon dan het Nederlandse patroon.De verschillen tussen Marokkaanse ouders hebben voor een belangrijk deel te maken met de toenemende afstand tot die herkomst en traditie. We zien dat de afstand gelijk evenredig loopt met de verandering van het opvoedingspatroon.Hoe groter de afstand, en dit wil niet alleen zeggen de fysieke afstand maar ook de afstand tot het normen en waardenpatroon onder andere door de invloed van de Nederlandse samenleving en het nederlandse normen en waardenpatroon, hoe Nederlandser de opvoeding wordt. Het zijn dan ook de jongere Marokkaanse ouders die minder Marokkaans opvoeden. Dit wil onder meer zeggen dat de praktijk van opvoeden en het doel van de opvoeding bij de derde generatie dichter bij de Nederlandse ligt dan de eerste en tweede generatie.
In de tweede plaats is de actuele culturele, sociale en economische positie van goot belang. Het is een open deur om te beweren dat de omstandigheden van Marokkanen en vooral Marrokaanse jongeren minder gunstig zijn dan die van Nederlanders. Denk maar aan huisvesting, inkomen, werkgelegenheid, maatschappelijke kansen, stageplaatsen, status van de eigen taal en de eigen cultuur. Ongunstige omstandigheden vragen om andere praktijken in de opvoeding dan gunstige omstandigheden. Autoritair opvoeden kan nodig zijn om kinderen voldoende te beschermen tegen allerlei risico's en sterke nadruk op prestatie kan nodig zijn om kinderen voldoende voor te bereiden op onderwijs, opleiding en arbeidsmarkt. De verschillen tussen Marokkaanse ouders onderling zijn te danken aan de verbeterende omstandigheden. Langzamerhand wordt de situatie gunstiger en dat zien we terugkeren in de manier van opvoeden.