Kinderen opvoeden: de essentie van het ouderschap
Het opvoeden van kinderen gaat enerzijds vanzelf en is anderzijds moeilijk. Er zijn boekenvol geschreven over het opvoeden van kinderen. In de loop der jaren, decennia en eeuwen is de manier van opvoeden sterk veranderd. Kinderen worden meer dan vroeger gezien als volwaardige personen binnen een gezin. Waar moeten ouders op letten bij het opvoeden van kinderen? Ouders kampen soms zelf met problemen. Het is soms lastig om dat aan een kind uit te leggen. Straffen en belonen zijn instrumenten die bij de opvoeding kunnen worden toegepast. Het is belangrijk om op een goede manier het gesprek met kinderen aan te gaan. Veel ouders worstelen met vragen over deze onderwerpen.
Onvoorwaardelijke liefde ouders
Kinderen mogen zijn wie ze zijn. Het is belangrijk dat ze het gevoel hebben welkom te zijn op deze aarde. Ze hoeven niet te veranderen. Ze zijn helemaal ok zoals ze zijn. Ook thuis moeten ze het gevoel hebben dat ze zichzelf mogen zijn. Kinderen hebben het nodig de onvoorwaardelijke liefde van de ouders te voelen. Ze gaan zich hechten aan hun ouders. iIn de eerste maanden van hun leven is die hechting nog algemeen. Vanaf ongeveer een maand of 5 gaan kinderen zich bewust hechten aan de personen in hun directe omgeving.
Hechting van het kind
Het is daarom belangrijk dat er niet teveel verschillende personen voor een kind zorgen. Dat maakt het moeilijker voor een kind om zich te hechten. Er kunnen omstandigheden zijn waardoor een kind zich niet goed kan hechten. Die kunnen te maken hebben met het kind, zelf maar ook bijvoorbeeld met zijn omgeving. Als een kind zich niet veilig kan hechten, kunnen er gedragsproblemen ontstaan. Een kind kan erg aan de ouders of verzorgers hangen of zich juist afkeren van hen. Een goede hechting zorgt ervoor dat een kind zich veilig genoeg voelt om de wereld te verkennen omdat het weet dat het terug kan keren naar de veiligheid bij zijn ouders als het angstig wordt. Hechting is vooral belangrijk in het eerste levensjaar van een kind.
Verantwoordelijkheid van de ouders
Het is goed als ouders zich realiseren dat kinderen ten opzichte van hen in een afhankelijke positie verkeren. Ze moeten nog leren. Ouders hebben daarom een fulltime verantwoordelijkheid. Kinderen hebben recht op fulltime steun als ze die nodig hebben. Dit begint met een maximale steun, daarna wordt deze volledig, direct en 24 uur per dag, 7 dagen per week. Naarmate kinderen groter worden wordt de verantwoordelijkheid losser, tot ze volwassen zijn. Op de achtergrond moet steun echter op afroep aanwezig blijven.
Ouders zijn voorbeeld voor kinderen
Kinderen leren niet door wat ouders ze vertellen. Ze leren door kopiëren. Voorléven is effectiever dan voorzéggen. Het is daarom belangrijk dat ouders zich op een verstandige manier gedragen. Daarbij kan men denken aan verstandig eten, regelmatig bewegen, sociaal en hulpvaardig zijn en assertief zijn als het nodig is. Een kind zal dat gedrag kopiëren en daar veel profijt van kunnen hebben.
Straffen en belonen
Het is beter als ouders en andere opvoeders het 'goede' versterken dan dat ze het ‘slechte’ bestraffen. Kinderen hebben aandacht nodig. Ook negatieve aandacht is aandacht en houdt het risico in dat het gedrag wordt versterkt. Kinderen kunnen nooit teveel welgemeende complimenten ontvangen. Als het toch nodig is om een kind te straffen is het raadzaam als één ouder dat doet. De ander kan zich er beter niet mee bemoeien. Het is al volwassene tegenover kind, reden waarom het niet verstandig is er ook nog eens twee tegen een van te maken. Het is belangrijk dat een kind voor steun nog bij iemand terechtkan. In feite is iedere reactie van de ouders straffen of belonen.
Het aangeven van grenzen
Voordat men overgaat tot straffen is het belangrijk om de grenzen duidelijk te maken. Daarover kunnen ouders afspraken maken met hun kinderen. Vervolgens komt het erop aan kinderen te waarschuwen als ze de grens naderen of overgaan. Ten slotte volgt de straf. Daar moeten ouders vooral consequent in zijn. Kinderen hebben duidelijkheid nodig over wat ze wel en niet mogen. Ook het moment van straffen of belonen is van belang, vooral bij jonge kinderen. Een jong kind begrijpt het verband tussen zijn gedraging en de beloning of straf niet als er teveel tijd tussen zit.
Het straffen van pubers
Als kinderen ouder zijn, moeten ouders zich afvragen met welk doel ze willen straffen. Zijn ze bijvoorbeeld bang de grip op hun puber te verliezen of is het onmacht? In dergelijke gevallen is het beter als ouders accepteren dat ze niet alles meer in de hand hebben. Pubers leren hun eigen weg te vinden. Ze zullen ook van hun eigen fouten gaan leren.
Problemen van de ouders zelf
Echtheid van de ouders loont. Kinderen voelen het haarfijn aan als er iets aan de hand is met hun ouders. Het is niet wijs om het nog erger te maken door gevoelens te onderdrukken. Geef gewoon antwoord op vragen van het kind en laat daarmee zien dat het leven ook lastige elementen heeft, maar dat daar goed mee te leven is. Kinderen voelen zich hierdoor serieus genomen. Ze leren bovendien hoe ze kunnen omgaan met tegenslagen.
Het gesprek aangaan
Kinderen zijn net mensen. Je kunt gewoon met ze praten. Pas de volgende communicatieregels toe: zorg voor het juiste moment, let op de situatie, de omgeving en de sfeer. Het werkt het beste als ouders aansluiten bij een natuurlijk moment om het gesprek aan te gaan. Het is bovendien de toon die de muziek maakt. Kinderen houden er niet van om gecommandeerd te worden. Ze zullen dan geneigd zijn om tegendraads te reageren. Waarschuwen of dreigen is evenmin effectief. Zeker bij wat oudere kinderen zal dat leiden tot gedrag dat tegengesteld is aan het gewenste gedrag. Bovendien is te vaak waarschuwen of dreigen ineffectief als er geen straf op volgt. Het is daarom zaak hier terughoudend mee om te gaan.
Kinderen zelf problemen op laten lossen
Verder is het van belang kinderen zelf naar oplossingen te leiden voor de problemen die ze ondervinden en die niet aan ze voor te kauwen. Ze worden daar namelijk niet zelfstandig van en zullen geneigd zijn om bij moeilijke situaties steeds weer op ouders of andere volwassenen terug te vallen.
Kinderen mogen fouten maken
Het is goed om kinderen vrij te laten. Wel hebben zij grenzen nodig waarbinnen ze kunnen functioneren. Ouders moeten die stellen.
Ouders moeten consequent en standvastig zijn (nee = nee). Het is bovendien handig als ouders op één lijn zitten. Zo kunnen ze niet tegen elkaar uitgespeeld worden. Ouders mogen fouten maken. Dat maakt ze menselijk. Kinderen zullen opener tegen ze zijn en inzien dat ouders gewoon mensen zijn. Ze hebben zelf daardoor ook niet het gevoel dat ze perfect moeten zijn en kunnen meer zichzelf zijn, wat hun ontwikkeling ten goede komt.
De enige verstandige manier van opvoeden bestaat erin een voorbeeld te zijn, desnoods een waarschuwend voorbeeld.
(Albert Einstein)