Het verbeteren van de prestaties van werknemers
Mensen zijn in veel bedrijven de meest waardevolle productiemiddelen die de organisatie ter beschikking staan. Het goed omgaan met dit menselijk potentieel kan niet alleen door het bieden van goede arbeidsvoorwaarden of een goed salaris; het menselijk potentieel moet ook omgezet worden in daadwerkelijk prestaties. Bij dat laatste komt meer kijken dan arbeidsvoorwaarden en salaris, het leveren van een prestatie hangt namelijk ook van de kennis en kunde, de motivatie en de randvoorwaarden af.Verhogen van prestatie
Er zijn verschillende theorieen in omloop welke pretenderen het presteren van werknemers te kunnen analyseren of verhogen, waarvan één de Selfdetermination Theory (SDT) is. Deze theorie is momenteel de toonaangevende theorie binnen het vakgebied, niet alleen vanwege het overweldigende ondersteunende bewijs tot nu toe; maar ook vanwege de capaciteit van de theorie om ook enkele oudere, tot nu toe ook valide gebleken, theorieën te incorporeren (bijvoorbeeld goalsetting en equity theory). De SDT gaat uit van drie elementen die prestatie mogelijk maken. Prestatie is het gevolg van de kennis en kunde van de werknemer, de motivatie (intrinsiek en extrinsiek) van de werknemer en de randvoorwaarden voor de werknemer.
Motivatie en prestatie
De motivatie van een werknemer kan binnen SDT onderverdeeld worden in extrinsieke en intrinsieke motivatie. Extrinsieke motivatie is een gedwongen motivatie; externe oorzaken motiveren een persoon om werk af te leveren. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld als een werknemer een sanctie kan verwachten als hij het werk niet verricht, of dat een werknemer betaald krijgt per afgeleverd product. Hierdoor wordt een werknemer extrinsiek gemotiveerd om zijn werk te verrichten, hoewel hij dit uit zichzelf niet zou doen. Intrinsieke motivatie staat hier weer tegenover; een intrinsiek gemotiveerde werknemer doet iets omdat hij/zij hier ook daadwerkelijk plezier uit haalt. Zo is een hobby bijvoorbeeld vaak intrinsiek gemotiveerd, de werkzaamheden worden verricht omdat de persoon er daadwerkelijk plezier uit haalt. Het onderscheid tussen extrinsiek en intrinsiek kan niet zo zwart/wit gezien worden als dat het hier wordt neergezet; er is een geleidende schaal van bijvoorbeeld zware dwang (extrinsiek) tot een extrinsieke motivatie door opgelegde normen/waarden waar de persoon het wel mee eens is en een extrinsieke motivatie waarbij een persoon de waarden en normen ook zelf uitdraagt. Als deze waarden en normen ook echt het gedachtegoed zijn van de persoon zelf is er sprake van intrinsieke motivatie.Wanneer is er nu de beste prestatie, bij extrinsieke of intrinsieke motivatie? Diverse verrichtte onderzoeken laten zien dat extrinsieke motivatie het beste werkt bij zeer simpele repetitieve taken, bijvoorbeeld lopende band werk. Intrinsieke motivatie daarentegen blijkt veel effectiever te zijn dan extrinsieke motivatie in moeilijkere taken, welke enkele cognitieve inzet nodig hebben.