Intrinsieke en extrinsieke motivatie
Voor het verrichten van een bepaalde handeling, of het leveren van een bepaalde prestatie, is vrijwel altijd een bepaalde motivatie nodig. Deze motivatie kan een vorm van afgedwongen motivatie zijn, maar kan ook een autonome motivatie zijn; een motivatie die vanuit een bepaalde wil om de handeling te verrichten komt. In dit artikel wordt ingegaan op de verschillende soorten motivatie en wat deze motivatie beïnvloed.
Extrinsieke en intrinsieke motivatie
Dat een bepaalde soort motivatie nodig is om een handeling te verrichten of een prestatie te leveren is geen verrassing; als er geen achterliggende motivatie zou zijn, zou men de rinkelende wekker 's ochtends kunnen negeren en weer door kunnen slapen. Helaas is hier echter een bepaalde afgedwongen motivatie aanwezig, die zorgt dat we toch opstaan als de wekker gaat; niet opstaan zou betekenen dat we te laat op het werk verschijnen met alle negatieve gevolgen van dien. Deze negatieve gevolgen zorgen uiteindelijk dus voor de motivatie van het opstaan 's ochtends. Op deze wijze zou men bijna alle handelingen die men verricht kunnen koppelen aan een soort motivatie; echter niet allemaal aan een soort dwang. De hobby die namelijk in de avonduren wordt verricht is meestal afhankelijk van een andere soort motivatie; hier is geen externe dwang die ervoor zorgt dat we ons overgeven aan onze hobby, maar de hobby verrichten we vanuit een eigen, intrinsieke, motivatie.
Gevolgen extrinsieke en intrinsieke motivatie
De twee verschillende soorten motivatie die in bovenstaande stukje naar voren komen, zijn tevens de twee hoofdgroepen in motivatie die we kunnen onderscheiden. De "gedwongen" motivatie is extrinsieke motivatie (externe oorzaken zorgen voor de motivatie om de handeling te verrichten) en de eigen motivatie is de intrinsieke motivatie (de redenen voor het verrichten van de handeling komen vanuit onszelf; we doen de handeling omdat we er bijvoorbeeld zelf plezier aan beleven). Naast de verschillende oorzaken voor de motivatie, hebben de twee verschillende soorten motivatie ook verschillende gevolgen. Over het algemeen kan men stellen dat een extrinsieke motivatie positieve gevolgen kan hebben bij simpel en repetitief werk, terwijl intrinsieke motivatie over het algemeen genomen betere resultaten aflevert bij al het werk dat gecompliceerder is dan simpel en repetitief werk. Hierbij moet wel begrepen worden dat extrinsieke motivatie niet alleen het gevolg kan zijn van negatieve sancties, maar ook van positieve sancties; een geldelijke beloning voor het verrichten van een bepaalde handeling zorgt bijvoorbeeld ook voor een extrinsieke motivatie.
Autonome motivatie
Hoewel de hoofdgroepen van motivatie, extrinsiek en intrinsiek, over het algemeen beschouwd nog goed uit elkaar te houden zijn, is extrinsieke motivatie ook weer onder te verdelen in enkele soorten extrinsieke motivatie. Deze onderverdeling geschiedt op een schaal van minder naar meer autonoom. Intrinsieke motivatie moet hierbij gezien worden als de meest autonome soort motivatie.
Van minder naar meer autonoom kunnen we externe regulatie, geïntrojecteerde regulatie, geïdentificeerde regulatie en geïntegreerde regulatie onderscheiden. Externe regulatie is een vorm van motivatie die nog zeer gecontroleerd is (doe dit, want anders...) waarbij geïntegreerde regulatie een vorm van motivatie is waarbij de motivatie al relatief autonoom is. Bij deze vorm van extrinsieke motivatie wordt een handeling verricht omdat men zich de externe normen en waarden eigen heeft gemaakt en vanuit deze waarden en normen handelt en anderen hierop aanspreekt. Geïdentificeerde en geïntegreerde regulatie is al een vorm van autonome motivatie; er wordt gehandeld vanuit de persoon zelf, maar wel nog vanuit een (bijvoorbeeld sociale) druk van buitenaf.
Crowding out en crowding in effecten
Gecontroleerde en autonome motivatie kunnen elkaar aanvullen, maar kunnen elkaar ook negatief beïnvloeden. Zo blijkt bijvoorbeeld uit diverse experimenten dat personen een activiteit waaraan ze plezier beleven, minder goed en minder graag gaan doen als ze ervoor betaald krijgen. Dit lijkt tegen alle intuïtie en logica in te gaan, maar heeft eigenlijk te maken met het zogenaamde crowding out effect. Dit zorgt ervoor dat in veel gevallen autonome en gecontroleerde motivatie elkaar wegdrukken. Een verhoging van de gecontroleerde motivatie (betaling) zorgt ervoor dat de autonome motivatie daalt. Dit komt mede door een shift van de focus van een focus op de activiteit en het plezier hierin, naar een focus op de betaling.
Dit crowding out effect treed niet altijd op; het treed alleen op als de extrinsieke interventie (de betaling) ervaren wordt als controlerend. Als dit niet als controlerend, maar als stimulerend wordt ervaren kan het juist de intrinsieke motivatie verhogen. Dit laatste noemen we het crowding in effect.