Het vals dilemma (drogreden): voorbeelden uit de praktijk
Het vals dilemma is een drogreden. Het vals dilemma wordt in het latijn 'argumentum ad ignorantiam' genoemd: argument van onwetendheid. Bij een vals dilemma stel je dat er maar twee mogelijkheden zijn waaruit je gehoor gedwongen is te kiezen, terwijl er in feite acceptabele alternatieven zijn maar dat vermeld je niet. Dat kan uit onwetendheid gebeuren, maar het kan ook een welbewuste strategische keuze zijn om je gehoor een bepaalde door jouw gewenste kant op te krijgen.
Wat is een vals dilemma?
Definitie
Een vals dilemma staat ook bekend als valse tweedeling of valse dichotomie. Het is een soort informele drogreden, een drogreden waarbij in de premissen verkeerde aannames worden gedaan en dus onjuiste premissen worden gebruikt. Bij een vals dilemma wordt ten onrechte een 'of / of'-situatie geclaimd, terwijl er in feite ten minste één ander alternatief is.
Echte dilemma's komen maar zelden voor
Buiten formele systemen (zoals logica of wiskunde) zijn er zeer zelden echte dilemma's van het type 'ofwel A ofwel B'. Er is bijna altijd ten minste een derde optie en meestal zelfs een veelvoud aan alternatieven met verschillende voor- en nadelen. Als een spreker de indruk wekt dat er maar twee opties zijn, kan dat uit onwetendheid zijn maar het kan ook een welbewuste strategische keuze zijn om het gehoor een bepaalde door jouw gewenste kant op te krijgen. In het beste geval probeert de spreker je af te leiden van de andere opties en in het slechtste geval probeert hij druk op zijn toehoorders uit te oefenen.
Seyss-Inquart /
Bron: Onbekend, Wikimedia Commons (Publiek domein) Seyss-Inquart: communisme of nationaal-socialisme?
Een voorbeeld van een vals dliemma is de rede van Seyss-Inquart, die in 1940 Rijkscommissaris van Nederland werd, op het IJsclubterrein te Amsterdam op 27 juni 1941, nadat Duitsland in oorlog kwam met Rusland. Hij hield zijn gehoor voor: "Wat nu?". Het Nederlandse volk moest kiezen tussen het communisme of het nationaal-socialisme. Dr. G.C. Berkouwer schreef hierover:
"We kunnen er alleen maar dankbaar voor zijn, dat in die tijd zeer velen doorzien hebben, dat het dilemma een constructie inhield, dat het vals was gesteld en dat er nog een dérde was; nóch communisme, nóch nationaal-socialisme."[1]
Geloof of wetenschap?
Volgens het Reformatorisch Dagblad verdedigt de filosoof en Utrechtse hoogleraar Herman Philipse de stelling dat geloof onverenigbaar is met wetenschap. Volgens Philipse moet je kiezen tussen een atheïstische verwerping van het geloof of een fundamentalistische verwerping van de wetenschap.[2] Onbevooroordeelde, objectieve, neutrale wetenschap bestaat niet en zal nooit bestaan. Net zomin als er onbevooroordeelde, objectieve, neutrale mensen bestaan. (W.J. Ouweneel). Het denken en handelen van de mens wordt ten diepste bepaald door geloofsovertuigingen en -opvattingen, door de filosoof H. Dooyeweerd ‘religieuze grondmotieven’ genoemd. Deze grondmotieven beheersen onze wilsbesluiten, onze strevingen, ons drift- en gevoelsleven, alsook onze verstandelijke overwegingen. Het onderscheid tussen geloof en wetenschap is daarom een bedrieglijke scheiding. Wetenschap zonder geloofsuitgangspunten is ten enenmale ondenkbaar. Het gaat dus niet om de tegenstelling geloof - wetenschap, maar om de tegenstelling tussen geloof en ongeloof ten aanzien van het bestaan van God.
Beter onderwijs of minder uren?
In de uitzending 'scholieren in actie' van 13 januari 2008 van het actualiteitenprogramma Zembla, is te zien dat de scholieren die eind 2007 actievoerden tegen de 1040-uurnorm in het onderwijs opnieuw de barricaden op wilden. Er werd een enquête gehouden onder 500 leerlingen en de vraag die gsteld werd luidde:
"Beter onderwijs of minder lesuren". De overgrote meerderheid van de leerlingen koos voor beter onderwijs. De woordvoerder van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) Siewert van Lienden, was niet voor een gat te vangen en merkte droogjes op:
"Beter onderwijs door minder uren". Een overduidelijk gevalletje 'vals dilemma': er moest een keuze gemaakt worden tussen twee alternatieven die elkaar geenszins uitsluiten.
Schepping of evolutie?
Een vals dilemma dat lijkt op de valse tegenstelling tussen geloof en wetenschap, is die tussen schepping en
evolutie. Of je gelooft in een God die de schepper en onderhouder van alle dingen is, of je gelooft dat al wat is is ontstaan uit de oerknal en evolutionaire processen die daarop volgden. Ronald Plasterk beweerde jaren geleden dat "het echt kiezen is tussen God of Darwin".
Plasterk schreef jaren geleden in een column:
"Ik ben het met de orthodoxen eens dat er een duidelijke keuze is: Of we bestaan omdat God ons op de een of andere manier geschapen heeft, of we zijn het gevolg van een natuurlijk proces van toevallige mutaties en selectie van de best aangepasten, kortom van evolutie. We zijn bedoeld, of we zijn zomaar ontstaan. Het standaard VU-compromis dat schepping en evolutie allebei waar kunnen zijn, omdat het ene een religieuze en het andere een wetenschappelijke categorie is, dat is eigenlijk toch een flutcompromis, een woordenspelletje zonder betekenis."[3]
Dit is een vals dilemma, want er zijn meer keuzemogelijkheden. De Delftse hoogleraar Cees Dekker was eerst een fervent aanhanger van Intelligent Design maar noemt zich thans theïstisch evolutionist, waarbij evolutie een soort scheppingsmethode is. God begint iets en de evolutie maakt het af.
10 andere voorbeelden van een vals dilemma
Hieronder staan nog 10 andere voorbeelden van een vals dilemma:
- "Je bent óf voor ons óf tegen ons." Hier wordt gesuggereerd dat er geen ruimte is voor een neutrale of gematigde positie.
- "Als je niet studeert, zul je falen in het leven." Dit impliceert dat falen de enige uitkomst is van niet studeren, terwijl er veel andere factoren zijn die bijdragen aan succes.
- "We moeten óf de belastingen verhogen óf al onze sociale voorzieningen schrappen." Dit geeft de indruk dat er geen andere financiële of beleidsopties zijn.
- "Als je geen vlees eet, eet je alleen maar gras." Dit negeert de talloze andere voedingsopties die vegetarisch of veganistisch kunnen zijn.
- "Je kunt óf een succesvolle carrière hebben óf tijd doorbrengen met je gezin." Dit impliceert dat succes in je carrière en een hecht gezinsleven niet samengaan, terwijl veel mensen beide combineren.
- "We kunnen óf het milieu beschermen óf economische groei nastreven." Dit suggereert dat milieubescherming en economische groei niet samen kunnen gaan, terwijl er strategieën zijn die beide kunnen bevorderen.
- "Je kunt óf gezond zijn óf genieten van het leven." Dit impliceert dat gezond zijn betekent dat je geen plezier kunt hebben, terwijl gezonde gewoonten juist kunnen bijdragen aan levensplezier.
- "Je moet óf de regels strikt volgen óf een rebel zijn." Dit creëert een kunstmatige tegenstelling tussen conformiteit en rebellie, zonder ruimte voor flexibiliteit of nuance.
- "Als we nu geen actie ondernemen, zal de wereld binnenkort vergaan." Dit is een overdrijving die negeert dat er misschien andere tijdschema's of oplossingen zijn.
- "Je kunt óf alles weten óf niets." Dit negeert de mogelijkheid van een breed scala aan kennisniveaus tussen deze extremen.
Noten:
- Dr. G.C. Berkouwer, Op de tweesprong, N.V. Gebr. Zomer en Keunings Uitgeversmij, Wageningen, z.j., p. 50.
- http://www.refdag.nl/artikel/1383206/Christen+zoekt+verbinding+tussen+geloof+en+wetenschap.html
- http://www.refdag.nl/artikel/1391923/Het+is+echt+kiezen+tussen+God+of+Darwin.html
Lees verder