Nonverbale communicatie
Communicatie is er altijd en overal. Men kan niet niet communiceren. Niet alle communicatie is via gesproken taal. Ook nonverbale communicatie vindt voortdurend plaats middels lichaamstaal, lichamelijk contact, mimiek, houdingsexpressie, gebaren, bewegingsexpressie, oogbewegingen, zintuigen, geuren, intonatie en meer. Toch lijkt de Non Verbale communicatie lang een ondergeschoven kindje geweest te zijn.
Lichaamstaal
Het westerse cultuurpatroon heeft lang het primaat van de geest eenzijdig beklemtoond. Dit heeft onvermijdelijk geleid naar een sterke onderwaardering van de lichamelijkheid. Wetenschappelijk, filosofisch en therapeutisch gezien heeft
nonverbale communicatie misschien een duidelijke plaats gekregen, maar in de concrete werkelijkheid van het dagelijkse leven blijft het een ondergeschoven aspect. Door de eeuwenlange overheersende aandacht voor de 'geest', de ratio, heeft de mens verleerd te luisteren naar de
lichaamstaal. Het feit dat het begrip 'nonverbale' communicatie überhaupt bestaat, geeft eigenlijk al aan dat dit klaarblijkelijk niet automatisch onder het begrip 'communicatie' valt.
Opvoeding
Ook in de opvoeding en interactie tussen opvoeder en kind speelt non-verbale communicatie een belangrijke, zo niet de belangrijkste rol. Het met name jonge kind zal verbaal nog niet zo sterk ontwikkeld zijn, zodat veel van de interactie en communicatie wel nonverbaal of via lichaamstaal moet verlopen. Dit geldt op min of meer gelijke wijze ook voor kinderen die door een bepaalde stoornis of verstoring in het ontwikkelings- of opvoedingsproces niet in staat zijn hun 'verhaal' verbaal duidelijk te maken.
Communicatieonderzoek
Nonverbale communicatie bestaat al zolang er mensen bestaan, maar pas in het begin van deze eeuw begon het eerste (eigenlijke) onderzoek ernaar. Hoewel er vanaf ongeveer 1914 tot 1940 belangstelling leefde voor de manier waarop mensen d.m.v. hun gelaatsuitdrukking communiceren, kwam er pas in de vijftiger jaren een systematisch wetenschappelijk onderzoek van de grond. Communicatieonderzoek is ontstaan vanuit 5 verschillende vakgebieden:
Psychologie, Psychiatrie, Antropologie, Sociologie en Ethologie.
Kinesica
Een relatief jong studieterrein is de Kinesica, dat zowel de beschrijving als studie van
lichaamsbewegingen inhoudt. Eén van de grondbeginselen van de kinesica is de overtuiging dat communicatie niet bestudeerd kan worden door een eenheid (verbaal) tegelijk te onderzoeken. Communicatie is een geïntegreerd systeem en moet als een geheel worden geanalyseerd, waarbij aandacht moet worden besteed aan de manier waarop elk element met elk ander element verband houdt.
Kinesica Onderzoek
Eén van de eerste kinesici (de antropoloog Birdwhisell) stelt dat een groot deel van de werkelijke fundamentele communicatie van de mens wordt uitgevoerd op onbewust niveau, waarbij woorden slechts indirect relevant zijn. Hij schat dat niet meer dan 35% (!) van de betekenis die een conversatie in het maatschappelijk verkeer heeft, besloten ligt in de woorden die worden gesproken. Dit betekent dus dat 65% (!) op
nonverbaal gebied ligt. Net als taal kan worden ingedeeld in klanken, woorden, zinnen, alinea's etc. zijn er gelijksoortige eenheden in de kinesica te onderscheiden. De kleinste is de 'kine' (kleinste waarneembare beweging). Daarboven zijn er de grotere en betekenisvollere bewegingen die 'kinemen' genoemd worden.
Kinderlijke ontwikkeling en opvoeding
De eerste ervaringen van het kind met de wereld om zich heen en zijn eerste communicatie ermee is
nonverbaal. Het kind leert de wereld kennen middels kijken, aanraken, aangeraakt worden, ruiken van geuren etc. Kortom: het kind krijgt veel zintuiglijke informatie en stimuli, in eerste instantie voornamelijk via het lichaam.
Gebaren en Lichaamstaal
Ook geeft het jonge kind zelf al zintuiglijke en lichamelijke informatie middels gebaren en lichaamstaal. Er zijn studies en onderzoeken waarin de ontwikkeling van het gebaar bij jongere kinderen wordt beschreven. Er is al op het sensomotorisch niveau (babytijd) sprake van een verwerving van gestabiliseerde, gestileerde, herhaalbare sensomotorische vormen. Deze sensomotorische patronen bezitten 'dynamische' kwaliteiten. Al op heel jonge leeftijd zijn kinderen in staat zulke dynamische kwaliteiten lichamelijk gestalte te geven. Deze bewegingen kunnen door verschillende delen van het lichaam worden uitgevoerd. Na een eerste stadium waarin vooral acties van anderen worden nagebootst, kan het kind al spoedig bewegingen van dingen representeren door eigen acties. Een ander type bewegingen met een symbolische functie dat zich ongeveer rond 1 jaar manifesteert, worden reactieve en pragmatische bewegingen genoemd (zoals het wegduwen als algemeen symbolisch gebaar voor negeren of ontkennen).
Nonverbale communicatie tussen ouder en kind - synchrone lichaamstaal
De kwaliteit van interactie tussen mensen onderling kan ook 'afgelezen' worden aan
nonverbale informatie. Er zijn in de literatuur voorbeelden beschreven die dit (soms pijnlijk) duidelijk maken. Zo ontdekte b.v. Condon (Psycholoog/Psychotherapeut) dat wanneer het contact tussen ouder en kind goed is, dit afgelezen kan worden aan een soort
synchrone lichaamsdans. Echter ook andersom, manifesteert weinig of een slecht contact zich in lichaamstaal en lichaamshouding die niet synchroniseert. Cordon illustreert dit met het volgende verhaal.
Een moeder met 2 dochters (een tweeling) werden tijdens een therapiesessie gefilmd. Eén van beide dochters was een probleemkind. Na het terugdraaien van een film die gemaakt werd tijdens deze sessie, bleek de synchroniteit met beide dochters compleet anders te zijn. De moeder en haar normale dochter bewogen volledig synchroon en voerden gedurende 95% van de tijd dezelfde lichaamshoudingen- en bewegingen uit.
Het probleemkind ging echter slechts zelden gelijk op met het ritme of de lichaamshouding van de andere twee. De weinige keren dat zij de lichaamshouding van haar moeder aannam, ging moeder vrijwel onmiddellijk tot een andere houding over.
Theorie en therapie
Zoals al eerder gezegd, is de aandacht voor nonverbale communicatie in hulpverlening, therapie, theorieën en modellen in de loop der tijd toegenomen. Hieronder worden een aantal visies besproken, waarbij nonverbale communicatie een belangrijk en wezenlijk aandachtsveld is.
NLP (Neuro Linguistische programmering)
NLP heeft communicatie en daarmee
nonverbale communicatie als één van de aandachtsvelden (de andere twee zijn: de werkelijkheid en verandering).
In dit model worden nonverbale reacties -die grotendeels onbewust totstandkomen- gezien als belangrijkste informatiebron in de menselijke communicatie. Hoewel NLP verschillende ideeën combineert, wordt hier alleen ingegaan op enkele aspecten van de communicatie, met name die van Virginia Satir en Watzlawick (zie hieronder).
Gestalttherapie en systeemtheorie
De eerste modellen die door
NLP-pioniers (o.a. Bandler en Grinder) werden uitgewerkt, lagen op het gebied van de communicatie. Zij vroegen zich af waardoor de communicatie van therapeuten als
Fritz Perls: Gestalttherapie en
Virginia Satir: Communicatie Systeemtheorie zo aansloeg. Zoals later duidelijk werd, bleek de effectiviteit voor een groot deel te maken te hebben met hun fijn ontwikkelde waarneming van responsen bij de cliënt. Een voorbeeld van een dergelijke betekenisvolle respons is het kijkgedrag van de cliënt (opzij, omhoog, omlaag, lateraal/verticaal etc.), dat indicatief is voor bepaalde hersenprocessen/reactiepatronen. Volgens Perls berust de grondmethode van de Gestalttherapie niet op het uitleggen van de problemen aan de cliënt, maar op het scheppen van een mogelijkheid voor de cliënt om zichzelf te begrijpen en te ontdekken. Pearls stelt dat hij weinig acht slaat op wat de cliënt zegt en zich voornamelijk concentreert op het woordenloze vlak, omdat: "dat het enige is waarop zelfbedrog vrijwel onmogelijk is".
Tastzin Virginia Satir
Satir stelt dat veel mensen gedragingen geleerd hebben waardoor een
zintuiglijke waarneming niet meer mogelijk is. Ze geeft aan dat de mens een groots, gecompliceerd, fijn afgestemd organisme is dat zeer gemakkelijk uit het gareel kan lopen door de manier waarop ons als kind geleerd wordt onze zintuigen te gebruiken. De meeste kinderen wordt geleerd alleen te zien wat ze mogen zien. Volgens Satir is het belangrijkste zintuig dat we bezitten: de
tastzin. Bijna zonder uitzondering wordt ons geleerd de huid niet in te schakelen bij onze waarnemingsuitrusting. Ze stelt dat veel volwassenen zich gedragen alsof ze doof, blind en bevroren zijn. Tijdens haar therapiesessies is het laten functioneren van de zintuigen in toenemende mate een essentieel onderdeel geworden. Ze tracht de mensen opnieuw te doen ervaren wat zij als kind reeds bezaten, n.l. volledige zintuiglijke waarneming. Ze streeft een communicatieproces na met gebruik van kijken, horen en aanraken, waarbij de betekenis van deze functies voor dit proces benadrukt wordt.
Goede Communicatie - Aspecten
Communicatie is volgens Satir de peilstok waarmee mensen de stand van elkaars gevoel van eigenwaarde meten. Hier moet communicatie opgevat worden als het gehele scala van mogelijkheden waarmee mensen onderling informatie kunnen uitwisselen; het omvat tevens de interpretatie die mensen aan de informatie geven. Communicatie is verplicht en aangeleerd. De mens kan
niet niet-communiceren. Ook door
niet deel te nemen aan de communicatie, deelt de mens iets mee en communiceert dan dus.
Goede communicatie bevat de volgende bouwstenen volgens Satir:
- Het lichaam
- De persoonlijke waardeoordelen
- De persoonlijke verwachtingen
- De zintuigen
- Het vermogen om te spreken
- De hersenen c.q. de kennis, inclusief vroegere ervaringen, het geleerde en het gelezene
Communicatie is nooit volledig; er zijn echter graden van onvolledigheid. Overigens zijn niet alle incomplete boodschappen disfunctioneel. De incompleetheid kan zelfs opzettelijk en functioneel zijn, zoals in humor of bij codes. Satir onderscheidt 4 aspecten die bij elke vorm van communicatie een rol spelen.
Vier aspecten van Communicatie
- Ik komt overeen met de zender
- zeg iets komt overeen met de boodschap
- tegen jou komt overeen met de ontvanger
- in deze situatie komt overeen met de context
Mensen maken wisselend en niet altijd volledig gebruik van de communicatiebouwstenen. Bij communicatie zijn meestal allerlei aspecten tegelijkertijd aanwezig: gebaren, gelaatsuitdrukkingen, lichaamshoudingen, bewegingen, en toon en inhoud van het gesprokene. Bovendien gebeurt dit allemaal in een bepaalde context. Een duidelijke boodschap eist van de zender overeenstemming in zijn diverse verbale en nonverbale wijze van communiceren, en van de ontvanger een bewustzijn van zijn ontvangsysteem, van zijn wijze van communiceren. Hij moet trachten zowel de
verbale als
nonverbale communicatie te onderscheiden, teneinde vast te stellen wat de zender met zijn communicatie bedoelt.
Verbale communicatie geeft een aantal problemen voor de ontvanger, die de woorden moet kunnen plaatsen.
- Denotaties. Woorden kunnen verschillende betekenissen hebben
- Connotaties. Woorden kunnen verschillende betekenisnuances hebben
- Symbolisch. Woorden zijn symbolen, abstracties, die naar een iets in de realiteit verwijzen
- Abstractieniveau. Woorden bevinden zich niet allen op hetzelfde niveau van abstractie
Metacommunicatie
Als mensen communiceren dan geven ze een letterlijke boodschap (denotatie) en op een ander abstractieniveau een boodschap over de boodschap:
metacommunicatie. Zowel de communicatie als de metacommunicatie bevatten meestal verbale en nonverbale aspecten. De ontvanger zal deze aspecten moeten vergelijken; hij heeft voor een duidelijke boodschap overeenstemming tussen beide nodig.
Communicatie - Watzlawick
Watzlawick heeft een soortgelijk onderscheid in communicatieniveaus als Virginia Satir gemaakt en stelt dat er in principe twee soorten signalen zijn:
- Analoge signalen die direct, beeldend zijn of een analogie weergeven
- Digitale signalen die symbolisch, abstract, dikwijls gecompliceerd en waarschijnlijk specifiek menselijk zijn
De mens kan zowel digitaal als analoog communiceren, hoewel digitale signalen eerst moeten worden geleerd voordat ze worden verstaan en gebruikt kunnen worden. Ook kan men de keus maken op welk van beide typen men het zwaartepunt van de waarneming zal richten. Men kan de aandacht vooral op de digitale signalen (het gesproken
woord) richten, of voornamelijk op de analoge signalen (w.o.
lichaamstaal).
Communicatie vindt plaats op twee niveaus:
- Het Digitale of inhoudsniveau
- Het Analoge of relatieniveau
Communicatiepatronen Disfunctionele Communicatie
Communicatie is -volgens Satir- de factor die de meeste invloed heeft op de gezondheid van de mens en op zijn relatie met anderen. Volgens haar kiest niemand bewust voor
disfunctionele communicatie of voor het leren van deze disfunctionele communicatie aan zijn kinderen; hier zit altijd een bepaalde oorzaak achter. Mijns inziens is het zeer belangrijk om disfunctionele communicatie zo vroegtijdig mogelijk op het spoor te komen. Zeker in de opvoedingssituatie, daar
communicatiepatronen inslijpen en onbewust 'meegenomen' worden naar latere levensfasen en volgende generaties. Afrondend kan gesteld worden dat
nonverbale communicatie meer dan alleen een systeem van aanduidingen van emoties is en in werkelijkheid niet van verbale communicatie gescheiden kan en mag worden.
Lees verder