Communicatie: De taal van de ruimte en van de tijd
Binnen de communicatieleer is taal en ruimte van essentieel belang. De taal van de ruimte neemt een belangrijk plaats in als het gaat om communicatie tussen mensen en wat deze uitbeeld. Bij taal is de boventoon vooral de verschillen per cultuur die met bepaalde tijden bedoeld wordt.
Dit artikel gaat samenvattend in op beide onderwerpen met referentie naar literatuurbronnen.
De taal van de ruimte
De meeste mensen verstaan de taal van de ruimte. Ze richten hun huis, hun werkkamer, balkon of tuin in zoals ze hun leven inrichten, als een afschaduwing van hun persoonlijkheid. Met ons huis presenteren we het beeld dat we van onszelf hebben. Net zoals onze kleding geeft ons huis aan hoe we gezien willen worden.
Ruimtes
Er is een verband tussen ruimtelijke vormgeving en factoren als status, invloed en macht. Enkele vuistregels zijn:
- Meer ruimte is beter dan minder.
Onze hiërarchie laat zich aflezen aan de grootte van het grondbezit en aan de afmeting van de woning. Ook op kantoor: hoe hoger de functie hoe groter de werkkamer.
- Privé-ruimte is beter dan gedeelde ruimte.
Er is een verschil tussen mensen die op een zaal werken, de chef die een hokje heeft en de directeur met zijn eigen grote kamer. Ook de privacy die hogergeplaatsten als statussymbool krijgen heeft te maken met de mate van toegankelijkheid. Denk aan een secretaresse die je eerst binnen moet laten. Deze ontoegankelijkheid komt ook naar voren in de plaatsing van meubilair.
- Hoge ligging is beter dan laag gelegen.
Directiekantoren liggen vaak op de bovenste verdieping van een kantoor. Echter: hooggelegenheid als statussymbool geldt alleen als er makkelijke toegang is d.m.v. een lift. Wijkhuizen en jongerencafés zitten voornamelijk op begane gronden om het laagdrempelig te houden. Deze liggingselementen hebben waarschijnlijk te maken met ons besef van veiligheid, denk aan kloosters en kastelen. In onze taal wordt er ook regelmatig gebruik van gemaakt dat hoog gelijk staat aan machtig: In hogere kringen verkeren; Kinderen vinden hun vader langer dan andere vaders.
- Binnen is beter dan buiten.
Hij is binnen. Iets is in of uit. Dieren voelen zich beterbinnenin hun eigen terretorium maar mensen meestal ook.
De taal van de tijd
De taal spreekt een stille taal maar we benaderen tijd als iets materieels en tastbaar.
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. Dit geeft aan dat tijdsbesef verschillend is per cultuur.
Bij de Sioux/Navajo Indianen vinden ze dat het heden belangrijk is en niet de toekomst. Afspraken worden niet gemaakt, bij activiteiten gebeuren dingen als de tijd er rijp voor is. Een geschenk in de toekomst is niet noemenswaardig, wel een geschenk die je nu geeft.
In Amerika en Noord Europa wordt tijd heel strak gebruikt. Ook in de westerse maatschappij zie je dit verschil in tijdbesef. In Zuid Amerika betekent 45 minuten wachten 5 minuten in Noord Amerika. Bij Spanjaarden betekent manana morgen maar ook een andere keer.
In de westerse cultuur wordt tijd gezien als en continue lijn, onomkeerbaar en eendimensionaal. Morgen voor ons, gister achter ons. Daarom zijn flashback en flashforward verwarrend voor ons.
Omdat we gefascineerd zijn door beter in de toekomst te zijn vullen en bederven we het heden.
Bij westerse cultuur betekent een ontwikkelde tijdsgevoel als je vooruit kan denken en langetermijnplanning doet. Primitief vinden wij als men alleen bezig is met het heden en directe bevrediging van het heden. (Kinderen in hogere klasse blijken langer voorruit te kunnen denken en plannen dan de kinderen uit lagere milieus)
Kritiek hierbij is dat men niet beseft dat het iets cultuurgebonden is. Als je in de westerse cultuur wil slagen moet je een tijdlijder zijn, het spel meespelen.
Men vind vaak onze cultuur daardoor rusteloos, oppervlakkig en ongelukkig.
Drie soorten tijd
- Technische tijd astronomisch, zonnejaar, tropisch jaar,…
- Formele tijd De dag in meetbare stukjes, 60 seconden,…
- Informele tijd zelfde als bij formele maar het betekent iets anders. Een uurtje wandelen of een uur bij de tandarts. Vaagheden als zometeen, een ogenblik, straks.
Tijd in menselijk verkeer
Bij menselijk verkeer zijn de volgende aspecten van informele tijd van belang:
- De lengte en het aantal ontmoetingen, ook de tijd ertussen - hoe drukker bezet de persoon hoe waardevoller is de ontmoeting.
- Het tijdstip van de dag waarop we ontmoetingen laten plaatsvinden.
- De wachttijd en punctualiteit.
- De gekozen tijdstip van het gesprek zegt ook al iets over de inhoud van het gesprek: tijdens lunch, zakendiner, midden in de nacht.
- Onder etenstijd hoor je niet gestoord te worden.
Laat komen kan je gebruiken als statussymbool, hogere mensen worden sneller geëxcuseerd voor te laat komen.
Mensen met een Diffused Point Patern zijn mensen die rond de aangegeven tijd aanwezig komen maar mensen met een Displaced Point Patern zijn mensen die altijd te laat zijn.
Rond te laat komen zijn normen. Bij te kort te laat komen kan je nog iets mompelen. Is het iets langer dan dat, moet je het met een gesprek uitleggen en daarnaast hebt je ook ronduit beledigende tijdstrekken. Dit is allemaal verschillend per cultuur.