Namen van mensen door de eeuwen heen
Familienamen zijn officieel vastgelegd in de Franse tijd. In Nederland gebeurde dat in 1811. Vanaf die tijd kunnen er geen nieuwe namen meer bijkomen. Bestaande namen kunnen in principe niet meer worden gewijzigd tenzij daar een gewichtige reden voor bestaat. Het aantal verschillende familienamen breidt zich daarom in een bepaalde streek of land alleen maar uit door verhuizing en migratie. Een bepaalde familienaam kan wel in talrijke variaties voorkomen doordat bijvoorbeeld de spelling in de loop van de eeuwen een aantal keren foutief is overgenomen of door variaties op eenzelfde grondwoord.
Systeem van voornaam en achternaam
Ons namensysteem is al eeuwen gebaseerd op twee namen namelijk een voornaam en een achternaam. Ooit was dat anders en had iedereen slechts één naam. Die naam was dan, voor de juiste herkenning van de personen, uiteraard voor iedereen verschillend. Vanaf de middeleeuwen heeft het tweenamensysteem het systeem van één naam verdrongen.
Germaanse volken één naam
Toch komen dubbele namen ook al vóór de middeleeuwen voor zoals bijvoorbeeld in het Nieuwe Testament waar een leerling van Jezus de naam Simon Petrus heeft. Bij de Romeinen komt soms een getalstoevoeging voor zoals Quintus Horatius Flaccus. Maar vanaf de vijfde eeuw werden door de Germaanse volken aan personen slechts één naam toegekend. Soms bestond zo’n naam echter uit twee onderdelen zoals de zoon van Bern en Hard die Bernhard werd genoemd of de dochter van Irm en Gard die Irmgard heette.
Oorsprong van de naam Janssen
In de twaalfde eeuw werden bepaalde heiligennamen heel populair zoals Johannes, Nicolaus, Petrus en Wilhelmus voor jongens en Catharina, Margaretha en Maria voor meisjes. Door die populariteit kregen zeer veel dopelingen dezelfde naam. Om toch onderscheid te kunnen maken werden soms toevoegingen toegepast zoals bij de naam Janszoon die gebruikt werd voor de zoon van Jan. Later veranderde dat bijvoorbeeld in de veel voorkomende naam Janssen.
Opkomst van vaste geslachtsnamen
Een belangrijke reden waarom het tweenamensysteem werd ingevoerd is de opkomst van de steden vanaf de twaalfde eeuw. Door de toename van de bevolking werd het met een beperkt aantal namen steeds moeilijker om mensen te kunnen onderscheiden. Het tweenamensysteem, met een voornaam en een achternaam, was daar een goede oplossing voor. De achternaam werd telkens van vader op zoon doorgegeven waardoor er sprake was van een vaste geslachtsnaam.
Ontwikkeling tweenamensysteem
De ontwikkeling van het tweenamensysteem liep in onze streken van zuid naar noord. Terwijl in steden als Brugge en Gent al in de veertiende en vijftiende eeuw het systeem van twee namen algemeen gebruikelijk was kwam dat in het gewest Holland pas op gang in de zestiende en zeventiende eeuw. Nog noordelijker werd pas in de achttiende en negentiende eeuw hetzelfde peil bereikt als in het gewest Holland. Ook is er een verschil in de invoering van het tweenamensysteem tussen de adel en de achterblijvende lagere standen met eenzelfde effect tussen de steden en het platteland.
Naamkeuze om te identificeren
De ooit gekozen familienamen hebben vaak een verwijzende functie welke dikwijls werd gebruikt om iemand te typeren of te identificeren. Identificatie gebeurde vaak op grond van de herkomst uit een bepaalde plaats zoals bijvoorbeeld Van Boxtel, Van Aalst. Ook werd de naam van een beroep meermaals gekozen als familienaam zoals Bakker, Vleeshouwer, Molenaar en er werden verwijzingen gemaakt naar typische eigenschappen zoals De Groot en De Lange. Na het invoeren van die naam was de verwijzing vaak al lang niet meer van toepassing maar de naam bleef gehandhaafd. De zoon of kleinzoon van iemand die Timmerman heette hoefde dit niet meer te zijn en Van Boxtel kon in een andere woonplaats wonen. Ook al gingen erfelijke eigenschappen over hoefde de kleinzoon van De Lange geen bijzondere lichaamslengte meer te hebben.
Variaties in familienamen
In van oorsprong dezelfde familienamen bestaat toch een groot aantal variaties. Die variaties zijn ontstaan door verschillende spellingen van de oorspronkelijke naam of vormvariaties en klankvariaties.
Spellingvariatie
Toen de namen zijn ontstaan was het Nederlands nog geen eenheidstaal. In de spellingen van namen komen daarom varianten voor zoals Van Dijck en Van Dijk, Vandenberge en Van den Berg.
Vormvariatie
Eenzelfde naam kan in verschillende vormvariaties voorkomen. Met als uitgangspunt het grondwoord dekker zijn de variaties Dekker, de Dekker, den Dekker en Dekkers.
Klankvariatie
Verschillende spellingen van namen die uitgaan van eenzelfde grondwoord zijn ontstaan door
klankvariaties. Klankvariaties op voornamen zijn bijvoorbeeld Derk in plaats van Dirk en geen Rubin maar Ruben. Ook komen samenvoegingen van klanken voor zoals Anneloes in plaats van Anna Louise en zo is Wiljo ontstaan uit Willem Johannes .
Lees verder