WGA-uitkering: Hoogte, duur en voorwaarden
De WGA-uitkering is onderdeel van de WIA en bedoeld voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers. In dit artikel: de hoogte, duur en voorwaarden van de WGA-uitkering.
WIA-uitkering
De is
WIA-uitkering bedoeld voor mensen die arbeidsongeschikt zijn geworden en bestaat uit twee regelingen, namelijk de IVA (Inkomensvoorziening Volledig en Duurzaam Arbeidsongeschikten) en de WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten). Wie een WIA-uitkering aanvraagt, wordt beoordeeld door het UWV en kan recht hebben op één van beide regelingen.
Wat is de WGA-uitkering?
Werknemers die voldoen aan de WIA-voorwaarden en gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden verklaard door het UWV, kunnen aanspraak maken op de WGA-regeling.
In de WGA gaat uit van het vermogen van de werknemer om zelf in een inkomen te verdienen. Hoe meer de werknemer werkt, hoe hoger zijn inkomen. Binnen de WGA zijn er drie soorten uitkeringen. Eerst heeft de werknemer recht op een loongerelateerde uitkering, daarna krijgt hij een loonaanvulling of een vervolguitkering.
Loongerelateerde WGA-uitkering
Als een werknemer in de WGA terecht komt, krijgt hij eerst een loongerelateerde uitkering. De voorwaarde is de zogenaamde “wekeneis” die ook geldt bij de WW. Dit houdt in dat hij in minstens 26 van de 36 weken voor de arbeidsongeschiktheid in loondienst heeft gewerkt.
Als de werknemer niet aan de wekeneis voldoet, heeft hij geen recht op een loongerelateerde uitkering.
Duur loongerelateerde WGA-uitkering
De duur van de loongerelateerde WGA-uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden. Dit arbeidsverleden wordt op een bepaalde manier berekend (zie:
Berekening arbeidsverleden)
Arbeidsverleden | Duur uitkering |
1 jaar | 3 maanden |
2 jaar | 3 maanden |
3 jaar | 3 maanden |
4 jaar | 4 maanden |
5 jaar | 5 maanden |
38 jaar | 38 maanden |
40 jaar | 38 maanden |
Hoogte loongerelateerde WGA-uitkering
Een werknemer die betaald werk heeft, krijgt de eerste twee maanden bovenop zijn loon een uitkering van 7%% en daarna 70% van het bedrag dat hij minder verdient vergeleken met zijn dagloon toen hij nog gezond was.
Een werknemer die geen betaald werk verricht, krijgt de eerste twee maanden 75% en daarna 70% van zijn oude loon.
WGA-loonaanvullingsuitkering of vervolguitkering
Als de loongerelateerde uitkering afgelopen is of als de werknemer niet aan de wekeneis voldoet, zijn er twee mogelijkheden:
- De loonaanvullingsuitkering: Deze is bedoeld voor gedeeltijke arbeidsongeschikte werknemers die (in de ogen van het UWV) voldoende betaald werk verrichten.
- De vervolguitkering: Deze is bedoeld voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers die geen betaald werk hebben of minder verdienen dan de "verdiencapaciteit".
Verdiencapaciteit
Wie komt in welke regeling terecht? Dit hangt af van hoeveel de werknemer zelf kan verdienen. Het UWV kijkt naar de zogenaamde "verdiencapaciteit". Deze verdiencapaciteit drukt uit wat de arbeidsongeschikte werknemer zelf nog kan verdienen.
WGA-loonaanvullingsuitkering
Als de werknemer minstens de helft van zijn verdiencapaciteit met werk verdient, krijgt hij een loonaanvullingsuitkering. Deze uitkering is 70% van het verschil tussen het oude dagloon en het dagloon van de verdiencapaciteit.
WGA-vervolguitkering
Als de werknemer geen betaald werk heeft of minder dan de helft van de verdiencapaciteit verdient, krijgt hij een vervolguitkering. Dit is een uitkering die gekoppeld is aan het minimumloon. De vervolguitkering is lager dan de loongerelateerde uitkering, omdat het uitgangspunt moet zijn dat werken loont.
Arbeidsongeschiktheidspercentage | Percentage van het minimumloon |
0-35% | 0% |
35-45% | 28% |
45-55% | 35% |
55-65% | 42% |
65-80% | 50,75% |