Een WIA-uitkering

Er zijn heel veel verschillende soorten uitkeringen, zoals een uitkering op grond van de WIA. Hiervoor kom je in aanmerking als je langer dan twee jaar ziek bent en voor meer dan 35 procent arbeidsongeschikt bent.

Twee regelingen

WIA staat voor de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. Binnen deze uitkeringsvorm zijn er twee regelingen. Zo kan je een uitkering krijgen op grond van de WGA of de IVA. De WGA, ofwel de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten regelt een uitkering voor je, als je voor een bepaald gedeelte nog kunt werken. De IVA, dit is de Inkomensvoorziening Volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten is er voor volledig arbeidsongeschikten met weinig kans op herstel.

Vroegere WAO

Sinds eind 2005 is de WIA de opvolger van de WAO. De WIA is een werknemersverzekering. Deze wet geldt voor mensen die op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden. Als je voor die datum al arbeidsongeschikt was, dan blijf je onder de WAO vallen.

Drie vormen van arbeids(on)geschiktheid

Volgens de WIA zijn er drie vormen van arbeids(on)geschiktheid. Dit zijn de soort waarbij iemand voor minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is en de soort waarbij iemand minstens voor 35 procent, maar voor minder dan 80 procent arbeidsongeschikt is. Ook kan het zijn dat een persoon minstens voor 80 procent arbeidsongeschikt is, maar dat dit niet blijvend is. Daarnaast is er de soort waarbij iemand voor minstens 80 procent én ook duurzaam arbeidsongeschikt is.

Geen WIA-uitkering

Als je ziek bent, maar je bent nog voor meer dan 65 procent arbeidsgeschikt, dan krijg je geen WIA-uitkering. Je hebt hier dan geen recht op. Je blijft dan nog gewoon in dienst van je werkgever. Wel ben je dan een werknemer met een arbeidshandicap. Dit houdt in dat je dan recht hebt op subsidies en andere ondersteuningen om te kunnen blijven werken of om weer aan het werk te gaan.

Twee keuringen

Het UWV stelt de mate van de arbeidsongeschiktheid vast. Meestal krijg je een keuring, nadat je twee jaar in de ziektewet hebt gezeten. Zo’n keuring bestaat uit een medische en een arbeidsdeskundige keuring.

Medische keuring

Hierbij word je gekeurd door een verzekeringsarts van het UWV. Deze bekijkt dan wat je lichamelijk nog aankunt. Als je niet gelijk volledig arbeidsongeschikt wordt verklaard door de arts, dan krijg je een oproep van de arbeidsdeskundige.

Arbeidsdeskundige keuring

Bij deze keuring wordt er met een arbeidsdeskundige van het UWV besproken welke functies je nog wel kunt uitoefenen op basis van de bevindingen van de keuringsarts.

Keuringsarts en arbeidsdeskundige

Na de twee keuringen wordt er door de keuringsarts en de arbeidsdeskundige bepaald in welke mate je arbeidsongeschikt bent. Dit doen ze door te kijken naar het loonverlies. Dit is het geld dat je minder verdient door je arbeidsongeschiktheid dan voordat je dit was. Wat je nog wel kunt verdienen, wordt de verdiencapaciteit genoemd. De arbeidsongeschiktheidsklasse en de soort WIA-uitkering die je wel of juist niet krijgt, is weer afhankelijk van de verdiencapaciteit.

WGA-uitkering

Als je voor meer dan 35 procent, maar voor minder dan 80 procent arbeidsongeschikt bent, dan kom je in aanmerking voor een WGA-uitkering. Dit is ook zo als je volledig, maar niet blijvend arbeidsongeschikt bent. Deze uitkering bestaat weer uit twee fases. Dit zijn de loongerelateerde uitkering en de loonaanvullingsuitkering of de vervolguitkering. Bij het bepalen van de hoogte van de uitkering wordt er gekeken naar het maximum dagloon.

IVA-uitkering

Als je volledig en ook blijvend arbeidsongeschikt bent, dan krijg je een IVA-uitkering. Deze uitkering krijg je als je voor 80 procent arbeidsongeschikt bent verklaard. De hoogte hiervan is 75 procent van je laatstverdiende loon. Als er nog een kleine kans is op herstel, dan krijg je de eerst vijf jaar steeds een keuring. Er wordt dan onderzocht of er een verbetering is opgetreden.