Duizenden tamboers bij het Baselse carnaval
Carnaval vieren gebeurt op diverse plaatsen in de wereld op heel verschillende manieren. Zo heeft ook de Zwitserse stad Basel zijn specifieke kenmerken. Muziek is daarbij een hoofdelement. Duizenden pijpers en tamboers lopen en marcheren dagenlang door het stadscentrum. Verkleed in bonte kostuums en de gezichten verborgen achter maskers geven zij fleur aan het festijn. Alle pijpers spelen piccolo en opvallend is dat de tamboers slecht één tromsoort gebruiken die voortkomt uit de legertrom. De Basler Fasnacht begint met de Morgenstreich klokslag vier uur op maandagmorgen met gedoofde lichten.
De Basler trom
Dat instrument is een soort snaartrom die van ouds in de Zwitserse marsmuziek werd gebruikt. De trom heeft een hoogte tussen de 40 en 60 cm en een diameter van ongeveer 40 cm. Het instrument heeft een houten geraamte met zowel aan de bovenkant als aan de onderkant een gespannen vel. Tegen het onderste vel zitten acht draden, de zogenaamde snaren, die door trilling het geluid een scherpte meegeven. Het oudste exemplaar van de Basler trom stamt uit 1571 en wordt bewaard in het historisch museum van Basel.
Vijandelijke troepen intimideren
Op afbeeldingen is te zien dat de Romeinen reeds signalen doorgaven op instrumenten. Een voorbeeld van zo’n instrument is een soort voorloper van de trom. In het Zwitserse leger werd die signaalmogelijkheid verder uitgebouwd. In de 15e eeuw werden tromslagers toegevoegd aan legeronderdelen. Naast het doorgeven van signalen hadden de troms ook een functie tijdens het marcheren door het aangeven van het tempo. Aan het eind van de 17e eeuw werden er speciale marsen voor trommen gecomponeerd en zorgden de trommelaars voor het showelement tijdens een militaire parade. Aan het einde van de 18e eeuw kregen zij kleurrijke uniformen waardoor zij zich onderscheidden van de overige militairen. Tijdens veldslagen werd voortdurend geroffeld om de manschappen aan te moedigen en de vijandelijke troepen te intimideren.
Basler Fasnacht met Morgenstreich en duizenden tamboers
Trommelen is vanuit die geschiedenis bij de Baslers met de paplepel ingegeven. Dat duizenden tamboers de trommelkunst beoefenen komt ook door de invloed van het gildewezen. Tijdens de vele feestelijke bijeenkomsten in de 15e eeuw trokken tamboers in bonte optochten door de stad zoals met Nieuwjaar, Aswoensdag en andere hoogtijdagen. Het belangrijkste volksfeest van Basel in de huidige tijd is het carnaval dat in Basel Fasnacht wordt genoemd. In afwijking van de rest van de wereld viert Basel zijn Fasnacht de zesde week vóór Pasen. Het vangt aan op maandagmorgen in alle vroegte met de Morgenstreich. Klokslag vier uur worden alle lichten gedoofd en beginnen duizenden trommelaars en piccolospelers aan een urendurende mars kriskras door de stad. Een ander spectaculair aspect van de carnaval is het ronddragen van kolossale lampionnen met vaak spotafbeeldingen van politieke gebeurtenissen van het afgelopen jaar.
Trommelen hoort in Basel bij de opvoeding
Voor het trommelen tijdens de Fasnacht wordt het hele jaar door geoefend. Er zijn vele tientallen trommelscholen in de hele stad. Trommelen hoort voor veel jonge mensen bij hun opvoeding. Uit vroeger eeuwen zijn veel marsen overgeleverd. Napoleon heeft een sterke bewondering gehad voor de tamboers. De beroemdste tamboer, Johannes Bühler uit Wattwill, vestigde zich na de nederlaag van Napoleon in 1815 in Basel, waar hij een bijdrage leverde aan de technische en muzikale verbetering van het Basler trommelen. Later werd Samuel Fürchtegott Séverin (1838-1888) de grondlegger van het Basler repertoire in symbolenschrift.
Speciaal notenschrift
Aan de wieg van de huidige Basler trommelkunst staat Dr. Fritz R. Berger (1895-1963) die op basis van het muzieknotenschrift een eigen notatie bedacht. Berger stelde in opdracht van het Fasnachts-Comité van Basel een boek samen, met een methodisch overzicht van de hele leerstof en de complete verzameling van alle tot dan toe bekende trommelmarsen en trommelstukken. Daarna zijn nog vele composities geschreven met een alsmaar hogere moeilijkheidsgraad.
Lees verder